Dit is de beste tijd ooit om geboren te worden (ondanks alle doemporno over het klimaat)

  • Opinie

Stel dat je kon kiezen: welk moment is het beste om geboren te worden? Een eeuw geleden, een halve eeuw, of vandaag? Laten we zeggen: op een willekeurig toegewezen plek in de wereld. Wat zal het zijn: 1923, 1973 of 2023?

Als je de duizenden activisten van Extinction Rebellion (XR) en Code Rood zou bevragen die al maanden snelwegen bezetten, denk ik niet dat ‘2023’ vaak uit de bus zou komen. Onze tijd is uitzonderlijk gevaarlijk en onheilspellend, zo geloven zij, en dit is slechts de voorbode van wat komen zal. Miljoenen jongeren twijfelen of het nog verantwoord is om kinderen te verwekken op een planeet die binnenkort toch onleefbaar wordt. Een kwart van kinderloze volwassenen noemt klimaatopwarming als beweegreden.

De mede-oprichter van Extinction Rebellion Roger Hallam stelt dat klimaatverandering zal leiden tot „de slachting, dood en verhongering van 6 miljard mensen deze eeuw”. Het boegbeeld van de Nederlandse tak, Chris Julien, sprak in NRC over „genocide”. Hooguit een week eerder brak Annemarije Hagen een lans voor „wanhoop”. En volgens filosoof Lisa Doeland, auteur van Apocalypsofie, leven we in „een suïcidale wereld, die geen toekomst heeft”.

Onwetenschappelijk

Wie biedt meer? Suïcide? Genocide? Omnicide misschien, de vernietiging van alles en iedereen? Maar even ernstig: dit opbod aan doemdenkerij is onwetenschappelijk, contraproductief, navelstaarderig, en gespeend van enige zin voor proportie en historisch besef.

Eerst en vooral: dit is wel degelijk de beste tijd ooit om geboren te worden, om het even waar, ondanks de groeiende dreiging van klimaatopwarming. De kans om als kind te sterven voor je vijfde verjaardag lag in 1973 drieënhalf keer hoger, in 1923 bijna negen keer hoger dan nu. De wereld in zijn geheel is nu drie keer rijker dan in 1973, en twintig keer rijker dan in 1923. Mondiale bedreigingen hielden een halve eeuw geleden ook vele geesten bezig. Van dodelijke uv-straling (gat in de ozonlaag), via massale hongersnood (overbevolking), tot catastrofale milieuvervuiling.

Dat die problemen ons niet meer de stuipen op het lijf jagen, komt doordat ze sindsdien zijn opgelost, via vernuftige technieken en zonder aan welvaart in te boeten. Zeker, klimaatopwarming is een taaier en omvangrijker probleem dan het gat in de ozonlaag, maar daar staat tegenover dat we veel vindingrijker en welvarender zijn dan toen.

Een quizvraagje: stierven er de afgelopen eeuw méér of minder mensen ten gevolge van natuurrampen (per hoofd van de bevolking)? Het juiste antwoord druist in tegen wat zowat iedereen gelooft en wat krantenkoppen onophoudelijk in ons gezicht schreeuwen: die sterftekans is gedaald met een factor 100. Honderd keer minder kans om te overlijden.

Maar de natuur werd de afgelopen jaren toch juist gewelddadiger? Zeker, en dat maakt onze prestatie nog indrukwekkender. De allerbeste bescherming tegen natuurgeweld – of dat nu samenhangt met klimaatopwarming of niet – is economische ontwikkeling en groei. Daarmee kun je dijken aanleggen, stevige huizen en schuilkelders bouwen, airco’s installeren en waarschuwingssystemen, en infrastructuur aanleggen voor evacuatie. Wanneer er vandaag wél grote aantallen dodelijke slachtoffers zijn bij een natuurramp, is de allerbelangrijkste factor armoede, en dus gebrek aan weerbaarheid. Voor rijke landen is een hittegolf of orkaan doorgaans een ongemak, voor arme landen betekent het acute hongersnood, dakloosheid en massale sterfte.

Zeker, de ontwrichtende impact van klimaatopwarming zal in de toekomst nog stijgen, maar onze rijkdom en ons vermogen tot adaptatie ook. En in tegenstelling tot onze atmosfeer en oceanen, is de evolutie van menselijke inventiviteit veel onvoorspelbaarder. Dat zorgt voor wat psychologen een status quo bias noemen: de expliciete of verzwegen aanname dat we stijgende zeespiegels, hittegolven en extreme droogte gewoon lijdzaam zouden ondergaan, met onze huidige infrastructuur en rijkdom. Nu al leven veel mensen op plekken op aarde die in principe „onleefbaar” zijn zonder moderne technologie.

Laat dit duidelijk zijn: de bewering dat we afstevenen op miljarden doden, uitsterven of collectieve suïcide, valt volledig buiten de wetenschappelijke consensus. Natuurlijk zijn er discussies over theoretische kantelpunten en speculatieve projecties van extreme scenario’s (met een stevige status quo bias), maar de mainstream klimaatwetenschap biedt geen enkele basis voor de ondergangsfantasieën van XR.

Toch hebben wetenschappers de apocalyptische overdrijvingen ook een beetje aan zichzelf te danken. Ook serieuze tijdschriften schonken lang aandacht aan de meest dramatische voorspellingen en toekomstscenario’s, zoals het beruchte ‘RCP 8.5-scenario’ uit de IPCC-rapporten – een waanzinnige mondiale steenkoolorgie ten onrechte voorgesteld als ‘business as usual’.

Weegschaal

Blikvernauwing kan ook klimaatwetenschappers treffen, zoals alle experts in een domein. Wanneer zij becijferen hoeveel menselijke en economische schade we mogen verwachten per graad opwarming, betreft dat doorgaans de bijkomende bijdrage van klimaat in de weegschaal. Maar aangezien vooruitgang en groei krachtige weldoeners zijn die alle boten optillen, zoals een recent commentaar in Nature betoogde, kunnen zij de totale weegschaal positief laten overhellen. Alleen minder positief dan in een wereld zonder klimaatontwrichting.

Bovendien: doemporno werkt niet. Een kleine minderheid van ideologisch gelijkgestemden (die sowieso al bang waren) drijf je tot wanhoop of stort je in een klimaatdepressie, maar de grote meerderheid haalt in het beste geval de schouders op, en in het slechtste geval gaan ze zich zo hard ergeren aan de apocalyptische retoriek dat ze een afkeer krijgen van alles wat naar klimaatbeleid ruikt. Zelfs in het rijkste land ter wereld noemt slechts 1 procent van de bevolking klimaatopwarming als „belangrijkste uitdaging voor het land”, ver na inflatie en economie. En bedenk dat een krachtig klimaatbeleid – met alle respect – een luxeprobleem is van rijke landen. Enkel wie in welvaart leeft en zijn eigen kinderen gezond en wel ziet opgroeien, kan zich zorgen veroorloven over toekomstige achterkleinkinderen.

Rest de vraag: menen deze doemprofeten echt wat ze beweren? Sommigen geloven ongetwijfeld oprecht dat onze wereld geen toekomst heeft, en laten zich daarom steriliseren (wat bijzonder tragisch is). Maar vaak bekruipt me het gevoel dat doemporno minstens evenveel met ideologische deugpronk te maken heeft. Het is opvallend dat het alarmisme crescendo gaat juist nu er steeds meer gunstige berichten zijn: elektrische auto’s breken door, zonnepanelen en batterijen worden spectaculair goedkoper, vele landen beleven een nucleaire renaissance, het rijk van Koning Steenkool is bijna ten onder. En dat scheelt een slok op een borrel: in steeds meer rijke landen daalt de CO2-uitstoot, en waar we tot voor kort nog afstevenden op 4 of 5 graden opwarming, is dat vandaag ‘slechts’ 2,5 tot 3 graden Celsius: nog steeds erg zorgwekkend, maar al een enorme vooruitgang. En toch gaan klimaatactivisten uitgerekend nú harder en voller op het ondergangsorgel, en weigeren ze dat goede nieuws onder ogen te zien.

Er zijn enkele lakmoesproeven om échte angsten van aanstellerij te onderscheiden. Neem kernenergie. Als je overal rondbazuint dat de wereld binnenkort vergaat door CO2-uitstoot, maar je verzet je tegelijkertijd tegen onze belangrijkste bron van CO2-vrije energie, die historisch nog steeds de snelste decarbonisatierecords op zijn naam heeft, hoe ernstig moeten we je opvattingen dan nemen? Die ‘genocide’ waarvan Chris Julien rept, geldt die ook voor Greenpeace, Friends of the Earth en zowat alle groene partijen ter wereld, die al een halve eeuw verbeten strijd leveren tegen onze krachtigste wapen tegen klimaatopwarming? Fossiele bedrijven kunnen er op zijn minst nog prat op gaan dat hun product – naast alle klimaatschade – miljarden mensen uit de armoede tilde (ja, roep gerust: geen énkel land ontsnapte ooit uit de armoede zonder massaal gebruik van fossiele brandstoffen). Wat kunnen antinucleaire klimaatactivisten daar tegenover zetten?

Vulkanen

Een andere lakmoesproef is geo-engineering, in het bijzonder zonnewering in de stratosfeer. Die technologie, die de werking van vulkanen nabootst, kan de temperatuur op aarde in een mum van tijd gevoelig doen dalen. Voor alle duidelijkheid: ik ben géén voorstander van dit paardenmiddel, omdat ik niet geloof dat de toestand zo dramatisch is. Maar mensen die wél geloven dat de wereld binnenkort vergaat, kunnen zich niet van dat argument bedienen. Opnieuw: als je gelooft dat we collectieve suïcide plegen, maar tegelijkertijd sluit je kunstmatige koeling bij voorbaat uit vanwege ‘onvoorziene neveneffecten’, hoe ernstig moeten we je doempreek dan nemen? Dat is zoals een terminale kankerpatiënt een beloftevol medicijn ontzeggen omdat er ‘mogelijke neveneffecten’ kunnen optreden. Zoals in: neveneffecten die erger zijn dan doodgaan?

Asfaltklevers en schilderijbekladders zullen ongetwijfeld blijven roepen dat de wereld vergaat, al dan niet vanuit een oprechte overtuiging. Maar dat betekent niet dat wij moeten luisteren. En al helemaal niet als ze onzalige oplossingen als degrowth voorstellen: dát zou pas een mondiale ramp zijn. De mensheid zal het klimaatprobleem oplossen door vernuftige innovaties en vindingrijkheid, zoals we dat ook met eerdere ecologische crises deden. Daarvoor hebben we groei en innovatie broodnodig, want het belooft een wilde rit te worden de komende decennia. Maar onze uitgangspositie is uitstekend, want onze veerkracht en weerbaarheid waren nooit eerder zo groot. Twijfel er geen seconde over: er is geen beter en hoopvoller moment om een kind op de wereld te zetten dan vandaag.

(NRC, 23 september 2023)