Een academische boycot van Israël is eenzijdig, oneerlijk en contraproductief

In universiteiten over de hele westerse wereld oefenen studenten, maar ook academisch personeel, druk uit om de banden met Israël te verbreken vanwege de oorlog in Gaza. In de VS willigden een dozijn universiteiten de eisen van de actievoerders (deels) in. Zij zullen onder meer  hun schenkingen niet langer investeren in Israëlische bedrijven. Tientallen Spaanse universiteiten en vijf Noorse universiteiten verbreken alle banden met Israëlische instellingen die “medeplichtig” worden geacht aan de oorlog. Verschillende Belgische en Nederlandse universiteiten maakten onder druk van de protesten lijsten openbaar van alle samenwerkingsverbanden met Israëlische instellingen. De Universiteit Gent wil de samenwerking met minstens drie academische Israëlische instellingen opschorten omdat die samenwerken met het leger. Ook zonder formele boycot is door de druk van studentenprotesten en de BDS-beweging nu al sprake van wijdverbreide uitsluiting van wetenschappers en studenten met Israelische nationaliteit of institutionele affiliatie. In de Israëlische krant Haaretz getuigen meer dan 60 academici daarover: afgezegde uitnodigingen voor lezingen en commissies, afgewezen papers op politieke gronden, bevriezing van samenwerkingen, verstoorde gastlezingen, ingetrokken co-auteurschap.

Welke argumenten zijn er voor een dergelijke boycot? Een open brief gericht aan de rector van de Ugent en ondertekend door meer dan 1500 studenten en personeelsleden, waaronder tientallen proffen (vooral uit de menswetenschappen), hekelt het “contrast” in de houding van universiteiten na Poetins grootschalige invasie van Oekraïne, toen zowat alle westerse universiteiten hun banden met Russische universiteiten verbraken. De ondertekenaars schrijven zelfs dat Israël momenteel een “genocide” pleegt in Gaza. Zij eisen dat elke samenwerking met Israëlische universiteiten wordt opgeschort “zolang de huidige oorlog doorgaat”.

Een verschil in de reacties op de invasie van Oekraïne en het geweld in Gaza is echter perfect verdedigbaar. Oekraïne werd zonder enige provocatie of militaire bedreiging aangevallen door een land waarvan de overheid zich inbeeldt dat Oekraïne een fictieve natie is zonder bestaansrecht. Mochten duizenden Oekraïense strijders in januari 2022 eerst een gruwelijke moordpartij hebben aangericht op Russisch grondgebied, en daarbij 1200 onschuldige mannen, vrouwen en kinderen koelbloedig hebben afgeslacht en nog eens 250 gegijzeld – dán pas zou er sprake zijn van een gelijkaardige situatie (de terreuraanslag van 7 oktober komt in de open brief opvallend niet ter sprake). Bovendien spraken zowat alle Russische universiteiten hun openlijke steun uit aan de invasie van Oekraïne, onder meer in een verklaring door de Russische Unie van Rectoren, ondertekend door meer dan 300 universitaire instellingen. 

Natuurlijk mogen we kritiek uiten op de Israëlische strategie van oorlogsvoering en de genomen maatregelen om burgerslachtoffers te vermijden, maar een oproep tot een “onmiddellijk en permanent staakt-het-vuren” en een boycot “zolang de oorlog doorgaat”, zoals de briefschrijvers eisen, betekent dat geen enkele oorlogsvoering tegen Hamas door de beugel kan. Dat komt de facto neer op een ontkenning van het recht op zelfverdediging volgens het internationale oorlogsrecht. Geen enkel land zou een terreurgroep als Hamas aan zijn buitengrens tolereren, zeker niet na een pogrom als die van 7 oktober. Israël heeft het recht om Hamas uit te schakelen. Helaas heeft deze vijand 17 jaar de tijd gehad om zich in te graven in honderden kilometers versterkte tunnels (schuilkelders voor de eigen burgers werden niet gebouwd). Hamas gebruikt de Palestijnse burgers daarenboven als levende schilden, en opereert doelbewust vanuit ziekenhuizen, scholen, VN-gebouwen en moskeeën, en in de nabijheid van humanitaire zones. Die verwerpelijke praktijk is er vooral op gericht zoveel mogelijk “martelaren” voor de camera te krijgen om alzo de westerse politieke opinie tegen Israël te keren. Iets waarin die terreurorganisatie ook blijkt te slagen.

Niemand ontkent dat de situatie in Gaza verschrikkelijk is, niemand is ongevoelig voor het onaanvaardbare lijden van onschuldige Palestijnse kinderen. Iedereen zou graag zien dat het geweld stopt, zo snel mogelijk. Eisen dat Israël een staakt-het-vuren aanvaardt zonder verdere voorwaarden, komt echter neer op een ondubbelzinnige keuze voor Hamas en tegen Israël.

De gruwel waarvan we nu in Gaza getuige zijn, was er ook in Mosul en Raqqa, toen een westerse alliantie massale bombardementen uitvoerden op IS, met brede steun van zowat de hele westerse wereld. Er vielen toen ook duizenden burgerslachtoffers, en in tegenstelling tot wat in in Gaza gebeurt, kregen burgers nauwelijks waarschuwingen of evacuatiemogelijkheden. 

Hoeveel academici in de Lage Landen zouden afzijdig blijven mocht een terreurgroep aan onze buitengrenzen minstens 1200 onschuldige burgers afslachten en deze gruweldaden trots livestreamen? En niet in bezette gebieden, maar op internationaal erkend grondgebied. In het aan veiligheid gewend geraakte West-Europa beseffen we niet meer wat het betekent om in een kwetsbare democratie te leven, die al sinds zijn oprichting existentieel bedreigd wordt en omringd is door meerdere terreurgroepen die al twee decennia lang raketten afvuren (elk huis in Israël heeft een schuilkelder, verplicht bij wet). Dat Israëlische universiteiten onder deze extreme omstandigheden samenwerken met het leger, zoals ook Maya Wind documenteert in haar ophefmakende boek, lijkt ons begrijpelijk. Hoe moreel zouden wij het vinden onze samenwerkingen met Oekraïense universiteiten op te blazen omdat zij momenteel hand-en-spandiensten leveren aan het Oekraïense leger?

De huidige Israëlische regering valt heel wat te verwijten, onder meer haar nederzettingspolitiek op de Westelijke Jordaanoever. Niet alleen zijn vele nederzettingen illegaal of minstens omstreden, maar rabiate kolonisten voeren ook verwerpelijke collectieve pesterijen en wraakacties uit op Palestijnen, terwijl de Israëliche veiligheidsdiensten dat oogluikend toestaan. Eigenaardig genoeg blijft dit onvermeld in de open brief, terwijl er wel argumenten zijn om samenwerking met in de bezette gebieden gevestigde instellingen te weigeren.Waarom nemen de protesterende studenten enkel Israël in het vizier? Onze universiteiten hebben ook bilaterale samenwerkingsverbanden met universiteiten in Indonesië, China en Maleisië, landen die nog (ver) onder Israël staan op de Democracy Index van The Economist. Of met Birzeit University in Palestina, die drie dagen na 7 oktober “Glory to the martyrs” berichtte. Moeten we die banden ook verbreken, of blijft het bij de eenzijdige demonisering van de enige democratie in het hele Midden Oosten?

In liberale democratieën zijn universiteiten onmisbare onderdelen van de civil society die het beleid van de overheid kritisch onderzoekt en bevraagt. Dat is in Israël nog steeds mogelijk. Wie kritiek heeft op het beleid van Benjamin Netanyahu en zijn extreemrechtse coalitiepartners, vindt vaak juist steun bij de talrijke Israëlische academici die kritisch staan ten opzichte van het Netanyahubeleid. Zij namen bijvoorbeeld het voortouw bij de protesten tegen de gevaarlijke grondwetswijziging in 2023. Aan de Israëlische universiteiten studeren en werken ook tienduizenden Arabische Israëli’s. Ook zij zijn slachtoffer van deze onrechtvaardige en onproductieve boycot, die op geen enkele manier zal bijdragen aan vrede, maar de constructieve en vredelievende krachten in Israël verder zal verzwakken.

(Gepubliceerd in De Morgen en EW Magazine, 24 mei 2024)

Ondertekenaars:

Dr. Maarten Boudry – filosoof, UGent

Prof. Mark Elchardus – socioloog, VUB

Prof. Marc Salomon – Decaan Business School, Universiteit van Amsterdam

Prof. Steven Pinker – Harvard University

Prof. Amanda Kluveld – Maastricht University

Prof. Freek Van de Velde – KULeuven

Prof. Jerry Coyne – University of Chicago

Prof. Matthias Storme – KU Leuven

Prof. Jessica Roitman – VU Amsterdam

Prof. Filip Buekens – KULeuven, Tilburg University

Prof. Matthew Shawkey – UGent

Prof. Marc De Vos – UGent

Prof. Ruud Koopmans – Humboldtuniversiteit, Berlijn

Em. prof. dr. Martijn Katan – hoogleraar voedingsleer.

Prof. Dr. Niek Pas – universitair docent, UvA

Prof. Marc Cogen, Law Faculty, VUB en UGent

em. Prof. Boudewijn Bouckaert, Universiteit Gent

em. Prof. Henri Rosenberg. Gewezen docent Radboud Nijmegen, VUB

drs. Gert Jan Geling – Haagse Hogeschool

Dr. David Suurland – onderzoeker

Dr. Jelle van Baardewijk – filosoof VU

Prof. dr. Jonathan Silk – Leiden University

Daniëlle van Lijf – docent Erasmus School of Law

Prof. Dr. B.H. Ter Kuile – Hoogleraar UvA

Dr. Moritz Föllmer – UHD Universiteit van Amsterdam

Shira Huizing – UU, Erasmus Universiteit

Drs. Daphne Cohen – Hogeschool Utrecht

Em. Prof. Sonja de Leeuw – Universiteit Utrecht

Dr. Rachel Levy – UvA

Mevr. Nadine Dellafaille Abraham – Hogeschool journalistiek 

Dr. Tomer Fishman – Leiden University

Matan Yakobovich – University of Groningen 

Assoc Prof Dr. Vered Raz – Leiden University Medical Centre

Dr. Daniël Van Nieuwenhove (ex-VUB, Bedrijfsleider Sony)