Waarom de mensheid zich moet indekken tegen existentiële risico’s

  • Opinie

Had de mensheid deze pandemie kunnen voorzien? Een wetenschappelijke studie uit 2007 beschreef coronavirussen in vleermuizen als een ’tijdbom’. Bill Gates waarschuwde in 2015 in een TED-talk dat ‘we niet klaar zijn’ voor de volgende pandemie. Vorig jaar nog beschreef een interdisciplinaire team de gevolgen van een tot dusver onbekend type coronavirus. De voorspellingen kwamen griezelig dicht in de buurt van de werkelijkheid vandaag.

Steeds meer mensen zijn bezorgd over de toekomst van ons klimaat, en met recht en reden. Maar deskundigen in ‘wereldwijde catastrofale risico’s’ maken zich al langer minstens evenveel zorgen over pandemieën, vooral met in labo’s ontworpen ziekteverwekkers. Sommigen spreken zelfs van ‘existentiële risico’s’, dus bedreigend voor het voortbestaan van onze soort.

De Oxford-filosoof Toby Ord publiceerde er net zijn langverwachte boek The Precipice over. De kans dat een kunstmatige pandemie de komende 100 jaar een existentiële ramp veroorzaakt (uitsterving of permanente ineenstorting van onze beschaving) schat Ord op maar liefst 1/30 (een cijfer dat hij berekende vóór de huidige pandemie). Dat is veel hoger dan zijn schattingen voor extinctie ten gevolge van kernoorlog of een op hol geslagen klimaat (in beide gevallen 1 kans op 1000).

Loopt Ord te hard van stapel? Scenario’s over uitsterving kunnen overtrokken klinken, maar bedenk dat het sterftecijfer van het huidige coronavirus nog relatief laag ligt, in vergelijking met bijvoorbeeld ebola. Een virus dat extreme dodelijkheid combineert met hoge besmettelijkheid, is zeker niet uitgesloten.

Moeder Natuur kan dat zelf klaarspelen, maar ook de mens. In een labo is het perfect mogelijk om de transmissie van een ziekteverwekker kunstmatig te verbeteren, of de mortaliteit te verhogen.

Een dergelijk virus kan ingezet worden als biowapen, door een staat in oorlog of door een apocalyptische sekte. De Japanse terreurgroep Aum Shinrikyo, die aanslagen pleegde met saringas, wilde met haar acties het einde van de wereld bespoedigen, en had ook plannen voor biologische oorlogsvoering.

De technologie stond toen niet op punt, maar dat is nu anders. Goedkope en makkelijke methoden voor genetische modificatie zoals CRISPR hebben bijgedragen aan de ‘democratisering’ van de biotechnologie, waardoor bijna iedereen nu kan gaan knutselen met genen.

En ook zonder kwaad opzet kunnen ongelukken gebeuren. Onopzettelijke ontsnappingen uit een labo kwamen al meermaals voor, met dodelijke gevolgen. De gerespecteerde krant The Washington Post berichtte deze week nog over de mogelijkheid dat het huidige coronavirus uit het Wuhan Institute of Virology is ontsnapt. Een genetische analyse in Nature wees uit dat die hypothese in dit geval onwaarschijnlijk is, maar dat zegt niets over wat in de toekomst kan gebeuren.

Gelukkig staan we niet machteloos. De landen die vandaag lichtende voorbeelden zijn in de strijd tegen covid-19 – Singapore, Taiwan, Zuid-Korea – werden niet toevallig stuk voor stuk eerder getroffen door de SARS- en MERS-epidemieën. Sindsdien ontwikkelden ze uitstekende infrastructuur, noodplannen en testcapaciteit die snel opgeschaald kon worden. En het kweekte alertheid bij de bevolking. Door deze eerdere leerschool kon een land als Zuid-Korea een drastische lockdown zoals hier vermijden.

Ook vandaag blijft heftige discussie woeden tussen voor- en tegenstanders van de lockdown. Moeten we aanvaarden dat een flink deel van de bevolking besmet raakt, of moeten we het virus met alle macht indammen? Eén voordeel van onderdrukking is onderbelicht: het is een uitstekende voorbereiding voor de toekomst. Als we het virus nu zijn gang laten gaan, missen we een belangrijke leerkans. Want de volgende keer kan onderdrukking geen duizenden, maar miljoenen mensenlevens redden.

De bioveiligheidsdeskundige Cassidy Nelson van het Future of Humanity Institute in Oxford stelde onlangs een lijst van maatregelen op om pandemieën het hoofd te bieden: van het uitrollen van genetische sequentietesten voor zowel bekende als onbekende ziekteverwekkers, tot genetische surveillance op openbare plaatsen.

Of neem het gevaar van ‘dual use’-onderzoek, dat naast de beoogde gunstige toepassingen ook schadelijke toepassingen kent, zoals de modificatie van ziektekiemen. De Nederlandse viroloog Ron Rouchier sleutelde in zijn labo aan het dodelijke influenzavirus H5N1, en slaagde erin om het overdraagbaar te maken tussen zoogdieren. De bedoeling was om meer over pandemieën bij te leren, maar de Nederlandse overheid vocht de publicatie van zijn onderzoek aan, en inmiddels werden veiligheidsbeperkingen ingesteld. In de toekomst moeten we dergelijke veiligheidsanalyses uitvoeren vóór het onderzoek van start gaat.

Churchills boutade ‘Never waste a good crisis‘ hoeft geen cynisme te betekenen. Deze gezondheidscrisis vormt een goede gelegenheid om een rampenplan te ontwikkelen voor toekomstige pandemieën, maar ook voor de andere ‘globale catastrofale risico’s’ die experten als Ord beschrijven: kernoorlogen, extreme klimaatopwarming, mega-vulkaanuitbarstingen, en kunstmatige intelligentie die aan onze controle ontsnapt.

Die scenario’s hebben één iets met elkaar gemeen: de kans is (zeer) klein dat ze zich ooit voordoen, maar toch is het verstandig om je ertegen in te dekken. Als we daarin slagen, kunnen we de overlevingskans van onze menselijke beschaving aanzienlijk vergroten voor vele eeuwen, misschien zelfs miljoenen of miljarden jaren. Want als het één keer helemaal fout loopt, is het voorgoed gedaan met ons.

(Knack, 20 april 2020)