Waarover twijfelt filosoof Maarten Boudry? ‘Vroeger vond ik kritiek op de islam racistisch. Daar ben ik helemaal op teruggekomen, al ben ik vandaag optimistischer.’
(Gepubliceerd in Knack, 20 april 2022, door STIJN TORMANS)
‘Vroeger was ik ervan overtuigd dat alle negatieve denkbeelden over de islam voortkwamen uit vooroordelen’, zegt Maarten Boudry. ‘Op mijn zeventiende schreef ik een opstel over de Nederlandse politicus Pim Fortuyn. De teneur was dat hij zijn dood zelf gezocht had. Hij was een onruststoker die bevolkingsgroepen tegen elkaar opzette. En natuurlijk was het verkeerd om dat met een kogel te beantwoorden, maar het ergerde me dat hij na zijn dood verheerlijkt werd. Daardoor zouden Turken en Marokkanen het nog harder te verduren krijgen. Typisch een reactie van een linkse politiek correcte gutmensch, die mij vandaag heel erg zou storen (lacht). Toen vrienden mij probeerden te overtuigen dat de meeste vrouwen in de buurt van Roubaix verplicht een hoofddoek droegen en dat daar echt wel problemen waren, keek ik de andere richting uit. Kritiek op de islam was extreemrechts en racistisch, dacht ik. Ik vond de islam zelfs rationeler en progressiever dan het christendom.’
Wanneer bent u van uw paard gebliksemd?
Maarten Boudry: Door denkers als Richard Dawkins, Etienne Vermeersch en Sam Harris die harde kritiek hadden op godsdienst. Vooral de islam vonden ze gevaarlijk, omdat die haaks stond op de waarden van de verlichting. Maar ik ben vooral van mening veranderd door de peilingen over haatdragende denkbeelden in de moslimwereld, en de eindeloze reeks getuigenissen over geweld en onderdrukking. Toen ben ik beginnen te beseffen dat er iets grondig fout liep. Niet dat ik een islampessimist werd – ik heb nooit geloofd dat we onder de voet gelopen zouden worden. Maar de islam had wel een probleem met bijvoorbeeld vrouwen- en homorechten. Ik zag ook niet meteen een oplossing. Het is niet omdat mensen een andere huidskleur hebben dat we sommige dingen zomaar onder de mat moeten vegen.
De afgelopen jaren ben ik weer optimistischer geworden. Misschien omdat islamcritici als Sid Lukkassen en Wim van Rooy helemaal geradicaliseerd zijn. Ze beschouwen de islam als een kwaadaardige ideologie, compleet verschillend van het christendom, en zijn ervan overtuigd dat de barbaren voor de deur staan. Vooral op die ‘christofilie’ ben ik totaal afgeknapt. Ze komen zogezegd op voor de waarden van de verlichting, maar ironisch genoeg hebben ze weinig vertrouwen in de aantrekkingskracht van die verlichtingsideeën. Het islamfundamentalisme zie ik als een stuiptrekking van een religie die helemaal in de verdrukking zit. Dan ontstaat er paniek. Het christendom heeft eind negentiende eeuw ook zo’n periode meegemaakt. Er zullen nog strubbelingen komen, maar uiteindelijk zullen ook in de moslimwereld de ideeën van de verlichting zegevieren. Net omdat ze zo sterk zijn. Je ziet dat nu al in Turkije. President Erdogan wil de staat islamiseren. Maar heel wat jongeren gaan niet meer naar de moskee, drinken alcohol en hebben seks voor het huwelijk. De islam zal blijven bestaan, maar wel in een totaal andere vorm. Daarom is het noodzakelijk dat hervormers en ex-moslims aan het woord gelaten worden.
Twijfelt u vaak?
Boudry: Over dingen die wetenschappelijk vaststaan niet. Ik zal nooit twijfelen over de evolutietheorie of over kwantummechanica. Over andere dingen twijfel ik wel. Als het over de toekomst gaat, is het altijd goed om een slag om de arm te houden. Daarom sluit ik soms weddenschappen met vrienden af, omdat ik me dan moet afvragen: hoe zeker ben ik van mijn gelijk dat ik er geld op wil inzetten? Soms verlies ik ook, ja. Toen Donald Trump de verkiezingen won, bijvoorbeeld.
In de rubriek Durf Twijfelen vraagt Knack elke week naar de twijfels van bekende mensen.
Door STIJN TORMANS