In de Verenigde Staten wordt het stilaan een traditie. Iemand krijgt een officiële uitnodiging om aan een universiteit een lezing te geven, die vervolgens in allerijl ingetrokken wordt na protesten van studenten, personeel of externe activisten. De universiteit in kwestie haalt dan ‘veiligheidsoverwegingen’ aan als reden voor de afgelasting (lees: dreiging met geweld van de activisten). Het overkwam de Britse provocateur en zelfverklaarde ‘dangerous faggot’ Milo Yiannopoulos aan verschillende Amerikaanse universiteiten, alsook de libertarische schrijver Ben Shapiro, conservatief maar fervente tegenstander van Donald Trump (aan California State University Los Angeles). De politieke wetenschapper Charles Murray, co-auteur van het beruchte boek The Bell Curve, raakte nog net in Middlebury College om zijn praatje aan te vangen, maar zijn lezing werd meteen onderbroken en lamgelegd door agressieve activisten.
De ironie is dat deze lezingen vaak over vrije meningsuiting gingen, en over de zorgwekkende autoritaire trekjes van de campuscultuur van ‘safe spaces’, ‘micro-agressions’ en… ‘deplatforming’. Wat de gedesinviteerde ‘slachtoffers’ met elkaar verbindt? Bijna allemaal zijn ze van rechtse en conservatieve signatuur.
Als het regent in Berkeley en Yale, dan druppelt het in Amsterdam. Het uitnodigen van de Canadese psycholoog Jordan Peterson in de UvA-interviewreeks Room for Discussion ontlokte een boze protestbrief ondertekend door tachtig UvA-medewerkers en -studenten. (Peterson heeft inmiddels op zijn site uitgebreid gereageerd.) In vergelijking met sommige ideologische heethoofden aan de andere kant van de oceaan, zijn de briefschrijvers relatief mild. Peterson mag het podium van de UvA van hen wel beklimmen, maar niet zomaar en niet ongehinderd. Er moet een dubbele intellectuele schutskring rondom hem gebouwd worden. Een kritische gespreksleider volstaat niet, er moet een derde „deskundige gesprekspartner” aanwezig zijn om de boodschap van Peterson te ontzenuwen. De motivatie daarvoor is zo eenzijdig en ideologisch vooringenomen dat het gênant is om te lezen (en dat zeg ik als zelf eerder links). Peterson heeft een „conservatieve”, „antifeministische” en „‘politiek incorrecte’” levensbeschouwing. Ergo: daar moet iemand tegenover met een progressieve, feministische, ‘politiek correcte’ levensbeschouwing, wiens „geschiktheid” door de briefschrijvers zal beoordeeld worden. Pas dan kan de Canadese psycholoog veilig op het argeloze UvA-publiek los gelaten worden.
Op zich zou een woordgemeen tussen Jordan Peterson en een ideologische tegenstrever best boeiend zijn, misschien zelfs spannender dan een interviewformule. Maar waarom zouden de organisatoren enkel en alleen voor Peterson van hun vaste format afwijken? Ik heb de eregalerij van Room for Discussion eens bekeken. Herinner je je nog het breed gedragen protest toen Sylvana Simons te gast was in de interviewreeks? Weet je nog die open brief waarin actievoerders eisten dat er wat rechts-conservatief tegengewicht zou worden geboden aan haar ‘progressieve en politiek correcte wereldbeeld’? Ik ook niet, want zulke protesten waren er niet. Toen de linkse econoom Thomas Piketty te gast was om voor zijn wereldwijde vermogensbelasting te pleiten, riep bij mijn weten ook niemand om er een rechtse Chicago Boy naast te zetten. Andere gastsprekers die studentenprotest uitlokten waren – alweer voorspelbaar – Thierry Baudet en Christine Lagarde.
De mensen die dit soort protestacties ondersteunen, zijn ironisch genoeg vaak diegenen die in een staat van ontkenning leven over de zorgwekkende linkse homogeniteit in de geesteswetenschappen en sociale wetenschappen. Dan bekruipt me toch de vraag: wat bezielt hen om zichzelf op deze manier in de voet te schieten? Als de briefschrijvers willen dat lieden als Jordan Peterson samenzweringstheorieën blijven verslijten over ‘postmoderne neomarxisten’ die universiteiten ‘infiltreren’, dan moeten ze vooral zo verder doen met hun collectieve en eenzijdige acties tegen rechtse en conservatieve sprekers.
Aan de universiteit hebben velen de mond vol van ‘diversiteit’, van seksualiteit, van etniciteit, van gender. Maar ze zien de belangrijkste vorm van diversiteit over het hoofd: die van ideeën. Dat is schadelijk, want enkel door ideologische verdeeldheid kunnen we elkaars vooroordelen en blinde vlekken corrigeren. De grootste blinde vlek van rechtse denkers is op dit moment wellicht het klimaatprobleem. De ontkenning van antropogene klimaatopwarming heeft vandaag niets meer met wetenschap te maken, maar alles met een koppig ideologische achterhoedegevecht. Peterson heeft zich niet uitgebreid in het klimaatdebat gemengd, maar het was voorspelbaar – gezien zijn ideologische positie – dat hij onlangs vol instemming een misleidende video van Prager University deelde – overigens geen universiteit – waarin volop mist wordt gespuid over klimaatopwarming.
Maar ook links heeft haar ideologische blinde vlekken, die leiden tot eigen vormen van wetenschapsontkenning.. De ontkenning van biologische verschillen tussen mannen en vrouwen bijvoorbeeld, aan afdelingen genderstudies en elders, is minstens even onwetenschappelijk als de klimaatontkenning ter rechterzijde. En daar, ironisch genoeg, kunnen de briefschrijvers misschien nog wat opsteken van iemand als Jordan Peterson. Ik ben geen fan van Petersons religieuze mysticisme en zijn masculiene peptalk, maar als de psycholoog over de biologie van man-vrouw verschillen spreekt, zoals in het Channel 4-interview met Cathy Newman dat viraal ging, dan legt hij gewoon helder en bedaard de huidige stand van wetenschappelijke kennis uit. De briefschrijvers hebben het dan over de „absurde, essentialistische, seksistische uitspraken” van Peterson, waarmee ze perfect de bio-allergie illustreren die vandaag in zwang is in grote delen van de menswetenschappen. Dat de briefschrijvers dat „seksisme” als reden aangeven om Peterson geen forum te gunnen, is net het beste argument om hem dat forum wél te geven.
Het siert de organisatoren van Room for Discussion dat ze iemand uitnodigen waarmee de meesten het wellicht grondig oneens zijn. Tegenstemmen zijn nodig om vastgeroeste ideeën te doorbreken, maar in de huidige academische context is precies iemand als Jordan Peterson een tegenstem bij uitstek.
Beste UvA-academici, beledig uw eigen intelligentie en die van uw studenten niet. Peterson is geen extreem-rechtse agitator waarvoor studenten in katzwijm zullen vallen, maar een bedaarde gesprekspartner die zijn publiek zal uitdagen en argumenten zal aandragen voor zijn beweringen. Ga je eigen gedachten aan hem slijpen. Doorprik zijn onzin waar nodig, maar stop niet bij voorbaat was in je oren. De beste manier om de samenzweringstheorie van Peterson te ontkrachten dat universiteiten linkse bolwerken zijn van ‘postmoderne neomarxisten’, is door af en toe eens een rechtse criticus als hem een forum aan te bieden. Niet met een speciaal daarvoor ingerichte intellectuele schutskring, maar gewoon zoals alle andere sprekers.
(licht ingekort in NRC, 30 oktober 2018)