Wie zoet is, krijgt leugens

Zwarte Piet krijgt het steeds harder te verduren. In Nederland worden er halve oorlogen uitgevochten tussen pro-Piet- en contra-Piet-betogers. Voor de enen is hij te zwart, voor de anderen niet zwart genoeg. Maar de goedheilig man zelf? Die lijkt van elke blaam gezuiverd. Nochtans is ook Sinterklaas zelf moreel bedenkelijk. Sta me toe dat even uit te leggen.

De meesten onder ons hebben ooit oprecht geloofd dat er een witbebaarde bisschop bestaat die elk jaar in het holst van de nacht cadeautjes uitdeelt aan kinderen. We zetten ons schoentje voor de haard, we zongen liedjes over hem en zijn knecht, we stuurden hem brieven met verlanglijstjes, we zaten op zijn schoot om te vertellen hoe braaf we wel geweest waren. Maar vroeg of laat – in mijn geval eerder laat dan vroeg – zijn we erachter gekomen dat het allemaal een verzinsel was.

Nu heb ik zelf geen kinderen, maar ik ben er wel ooit één geweest, en om eerlijk te zijn: ik vind dat we nogal lichtzinnig omspringen met die georganiseerde leugen. Kinderen worden jaar op jaar bedrogen en voorgelogen door zowat iedereen die ze vertrouwen. Hun lichtgelovigheid wordt schaamteloos uitgebuit, hun kritische vragen worden met smoesjes afgewimpeld en met valse ‘bewijzen’, zoals half aangevreten wortels en verdwenen suikerklontjes. Kosten noch moeite worden gespaard om de jaarlijkse intocht te ensceneren, om het allemaal levensecht te doen lijken.

Wat veel mensen onderschatten, is dat de Grote Onthulling bij sommige kinderen een bittere pil is om te slikken. Niet alleen omdat de wereld onttoverd wordt, maar ook omdat het vertrouwen in grote mensen beschadigd wordt. Voorstanders van de Sint zien de traditie als een nuttige oefening in kritisch denken. Door je vragen te stellen over de logistieke operatie van die magische decembernacht leer je om onwaarschijnlijke beweringen in twijfel te trekken. Maar er is een andere les die je als kind uit de Sinterklaasmythe kan trekken: je ouders zijn niet te vertrouwen. Sommige kinderen vertellen in de klas bij hoog en bij laag dat Sinterklaas bestaat, ‘want mijn mama zou nooit liegen tegen me’. En dat blijkt dat toch het geval te zijn. Is het een wonder dat zoiets tot een vertrouwensbreuk kan leiden?

De troost van de onthulling is vaak de belofte op wederwraak. Want Sinterklaas is een intergenerationeel complot waarin elk slachtoffer wordt uitgenodigd tot daderschap. Eenmaal je zelf bent ingewijd in het geheim, kan je jongere broertjes en zusjes – en later je eigen kinderen – even hard in de maling nemen.

Hier is een argument dat tot nadenken stemt: veel evangelische christenen weigeren om mee te doen aan de traditie van Sinterklaas of de Kerstman, omdat ze bang zijn dat de scepsis zou gaan uitdeinen. Als die ene bebaarde man die beloningen uitdeelt in dit leven een verzinsel blijkt, hoe zit het dan met die andere die ons zogezegd beloont in het hiernamaals?

Je kan van evangelische christenen veel zeggen – bijvoorbeeld dat ze geheel immuun zijn voor ironie – maar hun redenering houdt wel steek. Kinderen moedwillig bedriegen is minder onschuldig dan het lijkt, als je wil dat ze je op andere domeinen vertrouwen. Want leugens zijn als dominosteentjes. Als er eentje omvalt, begint de rest ook te wankelen.

Sinterklaas komt aan in Antwerpen in 2017. 

Er is bij mijn weten weinig onderzoek verricht naar de psychologische impact van de Sinterklaasmythe op kinderen. Een studie uit 1994 stelde vast dat kinderen zich vaak slecht voelden na de onthulling, maar dat die negatieve effecten slechts van korte duur waren. Bij de meeste kinderen waren de emoties overwegend positief. Er is ook het boek De shock van Sinterklaas van psychotherapeute Riekje Boswijk-Hummel uit 1988, dat getuigenissen bevat van getraumatiseerde volwassenen.

Zelfs als de kinderen die een psychisch letsel overhouden aan Sinterklaas een kleine minderheid vormen, moeten we daar geen rekening mee houden? Is het niet vreemd dat er zo weinig onderzoek is verricht naar een traditie die zo wijdverspreid is en door iedereen als vanzelfsprekend wordt beschouwd?

In de Piet-oorlogen wordt Sinterklaas zelf vaak ontzien, maar het is tijd dat we de goedheilig man zelf even aan de tand voelen. Als witte, oude, hetero, cisgender man sta je niet boven elke verdenking. De Franse schrijver Stendhal zei over God dat zijn enige excuus is dat hij niet bestaat. Over Sinterklaas kan je zeggen dat zijn niet-bestaan zijn enige blaam is. Maar het is wel een serieuze blaam, waar we nogal licht over gaan.

(De Morgen, 21/11/19)