Antwoord aan de ‘pottenkijker’

  • Archief

Joris Luyendijk, de ‘pottenkijker’ (lees: ombudsman) van De Standaard, liet dit weekend zijn licht schijnen over de berichtgeving van de krant over complotdenken, naar aanleiding van het debat tussen Coen Vermeeren en mij in Gent over 9/11. Luyendijk verwijt De Standaard dat ze geen wederhoor gaf aan complotdenker Coen Vermeeren, maar ironisch genoeg laat hij Vermeeren zijn hele laatste paragraaf met onzin vullen over mij en het debat, zonder mij zelfs te contacteren. Is dat bedoeld als een vorm van overcompensatie?    

Related image

In werkelijkheid ging het artikel van De Standaard over de bloeiende academische literatuur over de psychologie van complottheorieën, niet de specifieke argumenten over 9/11. Het woord en wederwoord geldt dan tussen academici die verschillende opvattingen ontwikkelden over de wortels van complotdenken. En dat gebeurde ook. Binnen die literatuur woedt een debat over de vraag: geloven complotdenkers echt wat ze beweren te geloven? In mijn academische papers argumenteer ik van wel, in De Standaard heb ik enkel de vraag opgeworpen. Dat Luyendijk die psychologische analyse “ad hominem” vindt, komt alleen omdat hij een artikel verwacht had over smelttemperaturen en valsnelheden, waarbij complotdenkers en sceptici gehoord worden. Dat was het punt niet.  

Luyendijk had dus liever een artikel gezien over de inhoudelijke argumenten van complotdenkers, maar geeft toe dat het hem “aan technische kennis ontbreekt om de beweringen van ingenieurs als Vermeeren op hun waarde te schatten”. Waarom heeft hij me dan niet gewoon gecontacteerd, of eender welke ingenieur aan de UGent? Daar ging het debat in Gent namelijk over, en ik ken de materie. De onzin van Vermeeren over “gesmolten staal” is al talloze malen weerlegd. Complotdenkers beweren dat de temperaturen van een kerosinebrand niet hoog genoeg zijn om staal te smelten, en dat de WTC-torens dus door gecontroleerde explosieven zijn neergehaald, misschien zelfs door geheimzinnig “nano-thermiet” dat staal kan smelten. Maar dat staal hoeft niet te smelten: het verliest al 50% van zijn draagkracht bij 650 °C, temperaturen die een kantoorbrand makkelijk haalt. Bovendien heeft niemand beweerd dat er “gesmolten staal” werd aangetroffen vóór de instorting van de torens. De WTC-torens bevatten wel tonnen aluminium, dat al smelt bij 660 °C. Coen Vermeeren verhaspelt zelf verschillende metalen, en beweert dat hij vanop afstand gesmolten staal van gesmolten aluminium of plastiek kan onderscheiden. Elke ingenieur zal je vertellen dat dat onzin is.  

Luyendijk vreest dat argeloze tieners na de “onvolledige, eenzijdige en bevooroordeelde berichtgeving verslaggeving” van De Standaard zullen bevestigd worden in hun idee dat de media mee in het complot zit. Maar wie gooit hier eigenlijk koren op de complotmolen? Luyendijk doet aan sfeerschepping door naar “complotten” van de tabaksindustrie en NSA te verwijzen, die van een totaal andere orde van waarschijnlijkheid zijn, en door het technische rapport over de instorting van de torens (van het National Institute of Standards and Technology) te verwarren met het politieke rapport van de 9/11 Commission. Het “geheime hoofdstuk” waarover Luyendijk het heeft, komt uit het politieke rapport en heeft te maken met de schimmige connecties tussen Al Qaeda en Saoedi-Arabië, niets met de technische argumenten van complotdenkers. En bovenal laat hij uitgebreid een complotdenker aan het woord met oude en nieuwe leugens, zonder een wetenschapper of scepticus te contacteren voor weerwoord.