Waarom het vooruitgangsoptimisme het Trumpoceen zal overleven

De laatste zin van mijn essay over doemdenken (Zeno 22/10) blijft me achtervolgen. Bij de inauguratie van Trump hebben verschillende mensen me er opnieuw aan herinnerd. Daar schreef ik dat ik me pas tot het doemdenken zou bekeren indien de opvolger van Obama niét Clinton zou heten. Maar, zo voegde ik eraan toe, ik was er gerust op.
Het ondenkbare is dan toch geschied. Donald Trump werd ingehuldigd als 45ste president van de Verenigde Staten. Diverse wilde plannen om hem alsnog van het presidentschap af te houden, door het kiescollege te manipuleren of een preventieve afzetprocedure op te starten, bleken ijdele hoop. Op Twitter gonsde zelfs de hashtag #Calexit, naar een paniekerig plan van Silicon Valley-ondernemers om Californië (op haar eentje de zesde economie ter wereld) van de VS af te scheuren. Die steekvlammen, inmiddels alweer uitgedoofd, tonen aan hoe verbijsterd iedereen was over de verkiezingsuitslag, en hoe groot de Glaubensunwilligkeit was.
Dat komt niet alleen door de bubbel van de progressieve ‘mainstream media’. Niemand minder dan The Donald zelve was verrast. Op de avond van de verkiezingen had hij enkel een bescheiden hotelruimte geboekt, om zijn verwachte nederlaagspeech snel af te raffelen. Dat zelfs Trump, een narcist met een ego ter grootte van Californië, zijn eigen winstkansen onderschatte, geeft aan hoe ongezien de gebeurtenissen waren. Net zoals bijna iedereen had Trump geloof gehecht aan de peilingen van de verfoeide mainstream media. Enkele weken voor de verkiezingen heb ik zelfs gewed dat ik een positief stuk over het christendom zou schrijven indien Trump zou winnen (kun je nagaan).
De kunst van voorspellen
Voorspellingen maken is moeilijk, zei de fysicus Niels Bohr ooit, vooral als het over de toekomst gaat. Gedrag van menselijk kiesvee voorspellen is nog moeilijker. De verkiezing van Trump was mogelijk een vorm van een zelfweerleggende voorspelling, het minder bekende broertje van de zelfvervullende voorspelling. Dat alle peilingen winst voor Clinton voorspelden, ondermijnde de motivatie van Democratische kiezers om naar de stembus te trekken: de buit was toch al binnen. De Trump-aanhangers van hun kant beseften dat ze alles uit de kast moesten halen. Dat Clinton de gedoodverfde opvolgster van Obama was, lokte bovendien frustratie uit bij veel kiezers. In de publieke perceptie had de Democratische partij ons Hillary door de strot geramd. Lang voor de stembusslag aanbrak, gingen de media er al vanuit dat Clinton het zou halen.
Dat had natuurlijk ook met de strapatsen van Trump zelf te maken. Veel mensen gingen ervan uit dat Trump het op zovele manieren zo bont had gemaakt, dat hij zijn eigen winstkansen tot nihil had herleid. Met name na het lekken van de beruchte grab ‘em by the pussy-tape, was ik zelfs opgelucht dat hij éindelijk zijn politieke lot had bezegeld. Met een electoraat dat voor 50 procent uit vrouwen bestaat, zou het toch onmogelijk worden om nog verkozen te raken? Quod non. (53% van de blanke vrouwen stemde voor Trump, alle poezengraaierij ten spijt) 
De zelfgenoegzaamheid van het Clinton-kamp tijdens de campagne was bijwijlen verbluffend. Tijdens de debatten leunde Clinton soms gewoon achterover om te aanhoren hoe Trump zichzelf in de vernieling reed. Reageren was zelfs de moeite niet meer. Die zegezekere houding heeft wellicht, bij mensen die snakken naar verandering van het status quo, baldadig en opstandig kiesgedrag in de hand gewerkt: alles om te bewijzen dat hun stem er wel toe doet. De morele banvloeken over de vuilbekkerij van Trump, hoe onterecht ook, droegen wellicht bij aan die proteststem. Clinton moest winnen, de zege kwam haar toe, iedereen verwachtte dat ze zou winnen. En daarom verloor ze.
Ter gelegenheid van de inauguratie van Trump heb ik eens The End of History and the Last Man van Francis Fukuyama gelezen. De politieke wetenschapper kondigde in 1992, na de val van de Berlijnse Muur, het einde van de geschiedenis aan. Niet dat er niet langer gebeurtenissen zouden zijn op het wereldtoneel, maar volgens Fukuyama had de liberale democratie de strijd van de geschiedenis gewonnen. Er waren niet langer geloofwaardige ideologische alternatieven na de val van de Muur en de ineenstorting van de Sovjet-Unie. Dat is volgens Fukuyama geen toeval: de geschiedenis is een pijl met een richting. Ze is niet cyclisch, zoals de antieken dachten, maar ze kent een min of meer lineair verloop.
In het licht van wereldgebeurtenissen sindsdien – de opkomst van rechts populisme en islamitisch fundamentalisme – hebben velen het vooruitgangsdenken van Fukuyama afgeschreven als grenzeloos naïef, een typische exponent van westers triomfalisme na de overwinning op het communisme. Wat niet helpt, is dat Fukuyama sterk is beïnvloed door de metafysica van Hegel, een obscurantist die zich verbeeldde dat de objectieve Geest – met hoofdletter uiteraard – in de wereldgeschiedenis tot zelfontplooiing komt, met zichzelf (Hegel) als eindpunt. (Iemand anders die Hegel goed gelezen had, was Karl Marx.)
De hegeliaanse onzin over dialectische schema’s van meester-slaafrelaties maakt het betoog van The End of History niet geloofwaardiger. Maar Fukuyama geeft ook meer overtuigende argumenten voor zijn progressieve geschiedopvatting. De argumentatie van Fukuyama is complex, maar de voornaamste motor achter lineaire vooruitgang is volgens hem wetenschappelijke kennis. Die is bij uitstek cumulatief: kennis bouwt verder op eerdere kennis, en zodra je ze verworven hebt, is ze nog moeilijk ongedaan te maken. Fukuyama is ook gematigder dan Hegel: hij gelooft niet dat het verloop van de geschiedenis onafwendbaar is. De geschiedenis blijft grillig en onvoorspelbaar, maar als je voldoende uitzoomt, dan kun je een zekere richting ontwaren, zeker sinds de moderniteit. Die stelling wordt ook ondersteund door recente boeken van vooruitgangsdenkers als Steven Pinker en Johan Norberg.
Weerwraak
En dat brengt ons terug bij Trump. Wat vermag iemand als Trump op het wereldtoneel? Is hij slechts een golfslag van de geschiedenis? Of kan hij het hele schip – de liberale rechtsorde – doen kapseizen? De verkiezing van Trump is zonder enige twijfel een onrustbarende gebeurtenis, die zelfs een verstokte vooruitgangsdenker als ik somber stemt over de (nabije) toekomst. De man is een complete onbenul, een megalomane narcist, een rancuneuze en impulsieve driftkikker. Maar hoeveel schade kan hij aanrichten? Belangrijk is dat Trump bovenal een demagogische windhaan en kazakkendraaier is. Hitler of Lenin waren gevaarlijk door hun ideologie, Trump door zijn complete gebrek daaraan. Dat hij op economisch vlak voor protectionisme en tegen globalisering kiest, is vrij duidelijk, net zoals de risico’s die aan zo’n beleid verbonden zijn (mogelijkheid tot handelsoorlog). Maar welke strapatsen heeft hij nog zoal in petto? Dat blijft erg onduidelijk.
Neem het Midden-Oosten. Zal hij Assad terug in het zadel hijsen, samen met Rusland, maar dan ook met hun aartsvijand Iran? Wat zal hij met de Koerden doen, de voornaamste bondgenoten in de strijd tegen IS, en met hun strijd voor onafhankelijkheid? Wat zal NAVO-bondgenoot Turkije daarvan denken, of van Trumps plannen om de Moslimbroederschap, waarmee Erdogan sympathiseert, op de lijst van terreurorganisaties te zetten? In zijn inauguratiespeech belooft Trump dat de VS zich zullen terugtrekken uit het wereldtoneel en alle militaire tussenkomsten zullen staken, maar tezelfdertijd klopt hij zich op de borst dat hij het “islamitisch terrorisme” zal uitroeien. Maar hoe zal hij die hydra met elfendertig hoofden, verspreid over de hele wereld, in godsnaam vernietigen zonder militair ingrijpen?
Het ziet ernaar uit dat Trump op het internationale strijdperk, maar ook op andere domeinen, nog af te rekenen krijgt met een te duchten vijand, die niet snel voor hem zal zwichten, en die niet onder de indruk is van zijn bovenmaatse ego: de werkelijkheid. Binnenkort moet hij al zijn knettergekke beloften inlossen: de belofte om een muur te bouwen in Mexico (onbetaalbaar), om moslims de toegang tot het land te ontzeggen (ongrondwettelijk), om bedrijven terug naar de VS te halen (onrealistisch) en om Obamacare af te schaffen (risico op chaos). Het feit dat hij nu al terugkrabbelt op al die domeinen, spreekt boekdelen.
De wederwraak van de werkelijkheid belooft zoet te zijn. Protectionisme is een recept om jezelf in de vingers te snijden, zo vertellen ons economische experts, en kan tot een escalerende handelsoorlog leiden. De meeste banen in de Amerikaanse Rust Belt zijn trouwens verdwenen door automatisering, niet door een vlucht naar lagelonenlanden. Opnieuw inzetten op steenkoolmijnen houdt economisch geen steek. Nog los van de scepsis over klimaatopwarming zijn hernieuwbare energiebronnen vandaag een groeiende en winstgevende markt. Die kan ook Trump niet negeren, zelfs als hij de Parijs-akkoorden aan zijn laars lapt. In de porseleinwinkel genaamd Midden-Oosten dreigt Trump nog veel meer brokken te maken dan Obama en zelfs Bush ooit gedaan hebben. En natuurlijk zal Mexico nooit die onnozele muur betalen, als het al zover komt.
Argusogen
Daarbij komt dat miljoenen argusogen op Trump gericht zijn, wat hij ook uithaalt. Er kwamen meer mensen opdagen voor de protestmars tegen Trump dan voor zijn inauguratie zelf. Een autocraat uit het verleden kon zijn eigen waarheid opleggen aan het volk, door de media en andere informatiekanalen te controleren, maar anno 2017 is dat ijdele hoop. In die zin is Trump in het verkeerde tijdperk geboren: iemand als Stalin of Ceaușescu kon wegkomen met flagrante leugens over volksopkomsten (Trump over zijn inauguratie) of kon ongemerkt een eigen applauscomité organiseren voor zijn eigen toespraken (Trump bij de CIA). Maar in tijden van internet en massamedia wreekt zich dat.
Trumpoceen
Dat ligt in de lijn van Fukuyama’s analyse: liberale democratieën, met hun persvrijheid en scheiding der machten en (relatief) vrije markten, werken gewoon beter dan andere samenlevingsmodellen. Zodra die instituten voldoende robuust zijn, zoals in de VS van vandaag, wordt het moeilijk voor één enkele persoon – of zelfs een hele regering – om die aan het wankelen te brengen. Op verschillende beleidsdomeinen dreigt Trump zijn eigen Republikeinse partij tegen zich te keren, en dan kunnen de zaken snel geblokkeerd zitten. Zelfs al zou Trump willen, dan kan hij nog de persvrijheid niet aan banden leggen, of abortus weer strafbaar maken in de VS, of het Congres buitenspel zetten. Loutere pogingen daartoe dreigen zelfs als een boemerang in zijn gezicht terug te keren.
Niettemin kan Trump in tussentijd wel enorme economische en politieke ravages aanrichten, en ook morele schade, bijvoorbeeld door de herinvoering van foltering en de drooglegging van ngo’s die abortusrechten verdedigen in ontwikkelingslanden. En laten we niet in de val van Hegel trappen. Vooruitgang is een historisch feit, maar de geschiedenis is geen verhaaltje met een vooraf bepaalde afloop. Dat de wereld verder evolueert in de richting van liberale democratie is waarschijnlijk, maar niet onafwendbaar. Ook een echte catastrofe, zoals een nucleair conflict, is nooit volledig uitgesloten. De vaart der volkeren tendeert in een bepaalde richting, maar ze kan altijd ontsporen. Laten we hopen dat het Trumpoceen slechts vier jaar duurt, en dat we het heelhuids doorstaan.
(De Morgen – 28 Jan. 2017)