Luister naar moslimhervormers

(De Standaard, 8 september 2016)
De Amerikaanse onderzoeker David Cook, auteur van doorwrochte studies over eindtijddenken en jihadisme, zei vorige week inTrouwdat er een ‘gigantische onwil’ bestaat bij veel kenners, en zelfs bij veiligheidsdiensten, om moslimradicalen op hun woord te geloven. Helaas heeft hij overschot van gelijk. Gisteren zong de islamapologeet Tariq Ramadan nog eens het vrome refrein dat IS-terroristen om ‘niet-godsdienstige redenen’ toeslaan, ongeacht wat ze zelf uitschreeuwen (DS 7 september). De echte drijfveer is gewoon ‘betekenis geven aan hun leven’ en ‘dagelijkse frustraties’ overwinnen.
Ook bij veel seculiere ongelovigen, vervreemd van de kracht van religieus geloof, bestaat er een verbijsterend onvermogen om de religieuze wortels van jihadisme in te zien, en een heilige schrik om religie tegen de borst te stuiten. De kalief bezit een doctoraat islamologie, en de obsessie met religieuze teksten spat van elke pagina van het IS-tijdschrift Dabiq, maar Rik Coolsaet debiteert over IS-strijders: ‘De Koran hebben ze nooit gelezen’ en ‘godsdienst of politiek heeft daar weinig mee te maken’. Hadden alle kruisvaarders dan de Bijbel bestudeerd? Wil dat zeggen dat de kruistochten niets met het Christendom te maken hebben? ‘Er niet bij horen’, daar ontspruit volgens Rik Coolsaet de Syriëgang. Men vraagt zich af of moslims in Saudi-Arabië en Tunesië, hofleveranciers van IS, ook het gevoel hadden ‘er niet bij te horen’.
Onfeilbare Koran
Die discussie is al vaker gevoerd, en ze kan u wellicht vervelen, maar ik wil hier iets anders aankaarten. Er is een stem in dit debat die nauwelijks aan bod komt. In een stuk voor Free Inquiry schrijft de Iraaks-Amerikaanse activist Faisal Saeed Al Mutar dat er met betrekking tot radicalisme twee strekkingen bestaan binnen de moslimgemeenschap (behalve de radicalen zelf). Naast de religieuze apologeten als Ramadan is er een groeiende groep ‘moslimhervormers’, die erkennen dat jihadisten hun inspiratie putten uit een rechtlijnige en radicale lezing van dezelfde heilige teksten waaraan orthodoxe moslims – ook de apologeten – lippendienst bewijzen. Deze hervormers beseffen ook dat het probleem met islamfundamentalisme veel groter is dan IS. Peilingen van het Pew-onderzoekscentrum laten zien dat er onrustwekkend grote steun is in de Arabische wereld voor de invoering van de sharia, de steniging van overspelige vrouwen, en de doodstraf voor afvalligen en homoseksuelen. Die achterlijke ideeën, zo beseffen moslimhervormers, vinden hun oorsprong in het eveneens wijdverbreide geloof in de onfeilbaarheid van de Koran. Apologeten folteren de heilige tekst en pleiten religie vrij, moslimhervormers zien in dat de heilige teksten zelf aan herziening toe zijn.
Het probleem is dat deze groep hervormers in de media nauwelijks aan bod komt. Uitentreuren komen de gekende apologeten opdraven, zoals Tariq Ramadan, Karen Armstrong, Rik Coolsaet en John Esposito, om ons gerust te stellen dat IS niets met de islam te maken heeft, en dat alle fouten bij het ‘Westen’ liggen.
Wanneer horen we bijvoorbeeld eens de Pakistaans-Britse activist Maajid Nawaz, een voormalige jihadist die nu strijdt tegen radicalisering? Of iets academischer, de Duitse moslimhervormer Bassam Tibi, auteur van talloze werken over moderniteit en islam, en oprichter van de Arabische Organisatie voor Mensenrechten? Laat eens moslimactivisten als Maryam Namazie, Taslima Nasreen, Asra Nomani, Irsjad Manji, of afvallige moslims als Faisal Saeed Al Mutar en Ali Rizvi aan het woord. Zij strijden al lang voor mensenrechten en democratie in de Arabische wereld, en weten verdomd goed dat het probleem bij de religieuze doctrines ligt.
Ongelovige honden
In Vlaanderen zijn dergelijke moslimhervormers helaas schier onbestaande, of zwichten ze voor de intimidatie van radicale geloofsgenoten. De filmmaker Ismaël Saidi en islamoloog Rachid Benzine, die een filmproject aankondigden om de Koran te historiseren, moesten hun plannen meteen onder doodsbedreigingen afblazen. Ex-moslims blijven al helemaal onder de radar, om redenen die voor zich spreken.
Dyab Abou Jahjah zou, als seculiere moslimintellectueel en columnist van deze krant, deze constructieve rol van moslimhervormer op zich kunnen nemen. Maar in plaats daarvan neemt hij (uitgerekend als agnost) de haatverzen in de Koran in verdediging, gelooft hij tot op vandaag dat in Keulen ordinaire zakkenrollers aan het werk waren, en praat hij Vlaamse moslims een achtervolgingswaan aan door te verkondigen dat ze de ‘nieuwe joden’ zijn, ondanks alle vrijheden die ze hier genieten, en dat de jaren 30 om de hoek loeren. En zet hij iedereen als ‘islamofoob’ weg die daar anders over denkt.
Ongelovige honden mogen blijven blaffen, maar de echte hervorming zal van binnen de islam moeten gebeuren. Laten we de moslimhervormers steunen, en hen vooral aan het woord laten.