Oorlog tussen god en moderniteit allang afgelopen

De Tweede Wereldoorlog duurde tot augustus 1945, behalve voor de Japanse soldaat Hiroo Onoda, die begin dit jaar de geest gaf. Deze militaire buitenpost, die op een afgelegen eiland in de Filippijnen was gestationeerd, hield heldhaftig stand tot 1974, toen zijn commandant hem persoonlijk kwam overtuigen dat de oorlog echt was afgelopen.

Hedendaagse theologen doen me vaak denken aan deze tragische Japanse buitenposten, die in de oorlog bleven geloven lang nadat die voorbij was. Over de precieze einddatum van de strijd tussen God en de moderniteit (of de geallieerde wetenschappen), valt te redetwisten. 1859 lijkt een goede keuze: met de publicatie van Darwins On the Origin of Species was de tijd rijp voor overgave.

God ontslagen


God heeft door de eeuwen heen de tijden talloze leemtes in de werkelijkheid gevuld, maar telkens is Hij door de wetenschap verjaagd, om zich vervolgens elders te verschansen. Ettelijke argumenten zijn bedacht om zijn bestaan te bewijzen: geen enkel heeft stand gehouden. Nog niet zo lang geleden had God een uitgebreid territorium en uiteenlopende bevoegdheden: hij beheerde de hemelsluizen, ontketende stormen en bliksem, verhoorde gebeden en verrichte mirakelen, en hij trof de mensheid met plagen en epidemieën. Met zijn Woord was alles begonnen, en met zijn Bazuingeschal zou alles eindigen. De evolutietheorie ontsloeg God in één klap van zijn bevoegdheid over de levende natuur en haar wonderlijke ontwerpen: blinde natuurkrachten volstonden ruimschoots.

Breinkracht en voelhoorn


God heeft nog nooit een veldslag gewonnen, en al kilometers terrein prijsgegeven, maar toch blijft het rommelen in de achterhoede. Naarstig blijven theologen de kosmos afspeuren naar tekenen van een bovennatuurlijke aanwezigheid: in haar gewelddadige geboorte (de Oerknal), de fijnafstelling van haar natuurconstanten, of – waarom het zo ver zoeken – in ons eigen moreel bewustzijn. Ook die laatste bolwerken begeven het stilaan.
Maar wat deert de wereld ons? God zou springlevend zijn in de ijle abstracties van de hedendaagse filosofie, aldus Emanuel Rutten en Jeroen De Ridder. Indien dat waar is, lijdt mijn vakgebied aan ernstige botverkalking. Gelukkig is het sterk overdreven. Godsdienstfilosofen zoals Alvin Plantinga en Richard Swinburne worden door een kleine schare gelovigen op handen gedragen, maar door de meeste filosofen nauwelijks ernstig genomen. Theologie is de grootste intellectuele verliespost van de westerse geschiedenis: nergens is zoveel breinkracht verspild aan zo weinig inhoud. Filosofen houden zich er beter ver van.

Neem Plantinga, waarmee De Ridder en Rutten schermen, zonder evenwel één argument te noemen. ’s Mans werk is een rookgordijn van scholastische redenaties en pedante formalismen, waarachter een redenering schuilgaat die zo potsierlijk is dat ik ze hier zonder verlies aan inhoud in twee zinnen kan samenvatten: Gereformeerde gelovigen zijn uitgerust met een goddelijke voelhoorn in hun brein, door de Schepper zelf ingeplant, die hen onfeilbare kennis over God doorseint. Ergo: God bestaat. En wat met andersgelovige breinen? Die ontvangen ruis op hun antenne omdat ze zondig zijn. Bij de grootste doodzondaars – atheïsten – is het signaal morsdood. Dat soort dogmatiek, met een scholastisch strikje rond, gaat tegenwoordig door voor ‘filosofie’. 

Roze onzichtbare Eenhoorn

Emanuel Rutten presteerde zelf ook een ‘godsbewijs’: een logisch huzarenstukje over absolute zekerheden en diverse vormen van alwetendheid, zonder enige empirische inhoud, dat een voorkeursbehandeling geeft aan het drieletterwoord ‘G-o-d’, maar net zo goed opgaat voor een Roze Onzichtbare Eenhoorn (het favoriete mythische wezen van atheïsten).
Beide argumenten voor God heb ik eerder en uitgebreider aangepakt, voor wie het interesseert. Dat is aardig als logische vingeroefening om de geest te scherpen, maar ook hemeltergend, omdat het nergens toe leidt. Mijn bewondering gaat uit naar Herman Philipse, die 350 pagina’s heeft besteed aan de waarschijnlijkheidsargumentatie van Richard Swinburne, tot en met het vermeende lege graf van Jezus. Zoveel engelengeduld ben ik niet machtig.

Dood paard


Nadeel van die aanpak is dat ‘God’ van de weeromstuit weer over de tongen gaat. Als je een dood paard schopt, beweegt het ook een beetje. En tegen dat je alle vernuftige drogredenen in het ene godsargument hebt doorprikt, hebben gelovigen alweer een ander bedacht. Zolang de Hydra nieuwe hoofden groeit, is zij “springlevend”.

De nederlaag van God tegen de wetenschap is een “moderne mythe”, aldus Rutten en De Ridder. Natuurlijk. Hiroo Onoda dacht ook dat de berichten over de capitulatie van Japan loze geruchten waren, verspreid door vijandige krachten om zijn moraal te ondergraven.
Wil iemand de VU eens inlichten dat de oorlog is afgelopen?
(De Volkskrant – 2 januari 2015)