Open brief aan gematigde moslims

(De Morgen – 13/09/14, 06u00)

Beste gematigde moslim,

Ik richt me tot mensen zoals u die een vreedzame en tolerante versie van de islam belijden. Die hun godsdienst niet aan anderen willen opleggen, en bereid zijn om samen te leven met christenen, atheïsten, hindoes en joden. Die de principes van de seculiere en democratische rechtsstaat aanvaarden: de scheiding tussen kerk en staat, de fundamentele rechten van de mens en de vrije meningsuiting.

Net zoals wij allemaal kijkt u met afschuw en met lede ogen naar wat zich momenteel in Irak en Syrië afspeelt. Die gruwel is voor u misschien nog verontrustender omdat ze in naam van uw god wordt uitgevoerd. Toch hebt u geen enkele affiniteit met deze barbarij. Wellicht bent u daarom opgelucht dat de Moslimexecutieve zich eindelijk heeft gedistantieerd van IS en andere jihadistische groeperingen.

Hopelijk zullen meer vooraanstaande moslims hen bijtreden, en zwichten ze niet langer voor de intimidatie van radicale elementen in uw gemeenschap, die een openlijke distantiëring van IS als een vorm van verraad en afvalligheid beschouwen. In Nederland hebben imams een offensief opgezet tegen IS. In Groot-Brittannië hebben islamgeleerden een fatwah uitgesproken.

Sluipend gif
Dergelijke krachtige signalen zijn broodnodig. Steeds meer jongeren worden verleid door de lokroep van het islamitische kalifaat. De schattingen lopen uiteen, maar we weten dat minstens 200 Belgische moslims naar Syrië en Irak zijn getrokken. De grote meerderheid, zo wordt steeds duidelijker, heeft zich aangesloten bij IS of Jabhat al Nusra. Van sommigen weten we dat ze gruwelijke misdaden hebben begaan.

Misschien kent u ouders die hun zoon of dochter zagen vertrekken naar Syrië of Irak. Misschien bent u er zelf één van. De interviews met deze radeloze ouders zijn vaak hartverscheurend. Machteloos moesten zij toezien hoe hun kinderen zich opsloten in een sektarisch denksysteem. Op een dag keerden ze hen genadeloos de rug toe, met de boodschap dat ze nooit zouden terugkeren.

Op de koop toe worden deze ouders zelf vaak met de vinger gewezen: het zal wel aan een slechte opvoeding liggen. Of ze hadden de radicalisering eerder moeten opsporen. Dat is harteloos. Vaak komen die jongeren uit warme gezinnen en genoten ze de beste opvoeding.

De ideologie van het jihadisme is een sluipend gif. Eens besmet, is het bijzonder moeilijk om door het pantser heen te breken.

Er is echter een heikele kwestie die ik bij u wil aankaarten. Net zoals wij allemaal, hebt u de grootste afschuw voor de praktijken van IS. De woordvoerders van uw gemeenschap moeten een dergelijk fanatisme in niet mis te verstane bewoordingen veroordelen, en zij hebben dat ondertussen dan ook gedaan.

Vaak voegen zij daar echter aan toe dat de barbarij van IS ‘niets met de islam’ te maken heeft. De haat tegen ongelovigen, zo verzekeren zij ons, heeft geen enkele basis in de Koran of de Hadith. Aan de hand van Koranverzen pogen zij aan te tonen dat de ware islam vredelievend en verdraagzaam is, en respect predikt voor andersgelovigen. Een ontredderde vader die zijn dochter als jihadbruid naar Syrië zag vertrekken, nam zich voor om haar, zodra hij erin slaagt haar terug naar België te halen, meteen naar een koranschool te sturen, om haar te tonen dat het heilige boek geen enkele basis biedt voor de barbarij van IS.

Haatverzen
Mijn smeekbede: doe dat niet. Als u zich op de autoriteit van Koranverzen beroept om IS te veroordelen, deelt u het uitgangspunt van hen die u bestrijdt. U speelt niet alleen op het schaakbord van de jihadi’s, met hun spelregels, het is alsof u zichzelf drie pionnen toebedeelt en uw tegenstander tien koninginnen. Waarom is dat zo?

Elk heilig boek uit de traditie van Abraham en Mozes bevat aanknopingspunten voor geweld en onverdraagzaamheid tegenover andersgelovigen. In de joodse Bijbel al worden afvalligen veroordeeld tot steniging.

De Koran is nog een stuk problematischer, zo gebiedt de eerlijkheid ons te erkennen, omdat ze veelvuldige, rechtlijnige en directe aansporingen tot haat en geweld bevat. Daarnaast wordt de Koran, meer dan de Bijbel en de Torah, door moslims als het letterlijke woord van God opgevat, eerder dan geïnspireerd door God.

De vreedzame verzen waarop u zich vaak beroept, zoals dat er geen dwang is in religie (soera 2:256) en dat wie een mens doodt de hele mensheid doodt (soera 5:32) zijn met de vingers van één hand te tellen en worden vaak tenietgedaan door latere verzen van haat, volgens het principe van de abrogatie (naskh), dat op zijn beurt in de Koran zelf staat. Op bijna elke pagina van de Koran, en ook in de Hadith, wordt opgeroepen tot haat tegen ongelovigen.

Gelooft u dat mensen als ik, omdat ze niet in Allah geloven, een onvergeeflijke misdaad begaan, en alleen al daarom – ongeacht hun levenswandel – voor eeuwig moeten branden in de hel? Gelooft u dat dat een rechtvaardige straf is? Nee, dat gelooft u niet. Ik weet dat u andersgelovigen als medemensen respecteert en liever vreedzaam met hen samenleeft. Niettemin wordt de eeuwige foltering voor ongelovigen meer dan 120 keer herhaald in het boek waaraan u lippendienst bewijst als het woord van God, misschien zonder het (helemaal) gelezen te hebben (92 van de 114 soera’s handelen erover). Datzelfde boek verbiedt u ook om vriendschappen met ongelovigen te sluiten, en wijdt 164 verzen aan de jihad, de heilige strijd tegen niet-moslims.

Evangelische christenen geloven op hun beurt dan weer dat zowel u als ik zullen branden in de hel omdat wij het al te absurd vinden dat een almachtig opperwezen een zoon kan verwekken op aarde. Vindt u dat een rechtvaardige straf? Neen, dat vindt u niet.

Zolang u de Koran aanvaardt als het letterlijke woord van God, in plaats van als een historisch document uit een tijdperk van sektarische oorlogen en veroveringen, stelt dat u voor een gigantisch dilemma: u erkent ermee de theologische spelregels van de jihadisten, en u bent genoodzaakt om elk haatvers weg te verklaren of te rationaliseren. Bij elk dispuut halen fundamentalisten immers het boek boven dat u beiden eerbiedigt als goddelijke autoriteit, en weten zij de beste papieren voor te leggen.

U gelooft in de gewetensvrijheid. U gelooft dat elk mens voor zichzelf moet uitmaken wat er tussen hemel en aarde beweegt. U streeft net zoals ik en vele anderen naar een verdraagzame samenleving, waarin we elkaar niet verafschuwen om onze overtuigingen.

Maar vergis u niet: die verheven morele principes hebt u niet aan de Koran of eender welk ander heilig boek ontleend. Die komen van u. Dat is de stem van uw geweten, de vrucht van morele vooruitgang. Misschien verbeeldt u zich dat ze ook de kernboodschap van de Koran uitmaken, omdat u meent dat God barmhartig en goed is. Niets is verder van de waarheid.

Ik verberg niet dat ik hoop dat velen onder u het geloof in Allah en hemel en hel vaarwel zeggen, en enkel de praktijken en rituelen van de islam overhouden. Misschien zijn sommigen onder u al verveld tot culturele moslim, zonder daar ruchtbaarheid aan te geven. Misschien houdt u gewoon van de spirituele kracht en synchronie van het rituele gebed, of het gevoel van saamhorigheid tijdens de ramadan, zonder het geloof dat er voor anderen bij hoort. Ook als ongelovige kan ik ontroerd worden door een muezzin die oproept tot het gebed.

Is het ook mogelijk om naar de prachtige recitaties van de Koran te luisteren zonder te geloven dat de voorzanger de spreekbuis is van God? Dat die verzen geen onfeilbare openbaring zijn, waaraan geen sterveling mag tornen?

Die premisse laten varen, dat besef ik maar al te goed, is een uiterst gevoelige zenuw in uw gemeenschap. De angst om als afvallige bestempeld te worden, met gevaar voor eigen lijfsbehoud, is begrijpelijk en reëel. Toch zullen we meer moedige moslims nodig hebben die precies die stap wagen, zoals de Britse culturele moslim en voormalige islamextremist Maajid Nawaz, en de Frans-Marokkaanse islamoloog Rachid Benzine, auteur van ‘Le Coran expliqué aux jeunes’.

Wie de Koran als het letterlijke woord van een onfeilbare God opvat, wacht op het schaakmat door de jihadisten.

Salam aleikum,

Maarten Boudry