Over morele superioriteit in een oorlog (antwoord aan Dimitri Van Den Meerssche)

  • Blog

Als filosoof moet je je soms op het vakgebied van een collega-wetenschapper wagen. Dat is niet zonder gevaar, want filosofen hebben vaak een helikopterperspectief: ze weten van veel zaken een beetje, maar van weinig zaken alles. Als ik me toch op andermans terrein waag en ik krijg uitgebreide kritiek van een expert in dat domein, ben ik het aan mezelf verplicht om de tijd te nemen voor een inhoudelijk antwoord. Helaas is dat vaak waar kranten afhaken. In regel houden media niet van een gepingpong op hun opiniepagina’s. Iedereen mag één keer zijn zegje doen, maar daarna leggen ze het debat stil. Terwijl het dan vaak juist boeiend wordt! In ieder geval, De Morgen heeft mijn reactie op het stuk van jurist Dimitri Van Den Meerssche principieel geweigerd, net zoals NRC de vorige keer ook in het klimaatdebat. Geen ramp, maar ik vind het spijtig dat media zelden of nooit wederwoord toelaten, zelf lees ik zo’n ABA-tjes graag. In principe ging mijn stuk over moraliteit, niet over oorlogsrecht (het domein van Van Den Meerssche), maar bij deze toch een reactie op zijn juridische argumentatie….

***

Jurist Dimitri Van Den Meerssche is het niet eens met mijn analyse over de “morele kloof” (in intenties en doelstellingen) tussen Israël en Hamas, maar onwillekeurig illustreert hij juist wat ik bedoel. Zelfs bij de ultranationalistische elementen in Netanyahu’s kabinet komt niets in de buurt van het expliciet genocidale charter van Hamas. Dat joodse kolonisten de Westelijke Jordaanoever steeds verder inpalmen en Palestijnen verdrijven is inderdaad illegaal en laakbaar, maar als Israël zinde op genocide of etnische zuivering op haar grondgebied, is het slecht bezig: Palestijnen vormen 20% van zijn bevolking, moslims 18% (in Gaza wonen 0% joden). Dat zijn volwaardige burgers met stemrecht, op internationaal erkend grondgebied. Als Israël heel Palestina wilde veroveren, “van de rivier tot de zee”, zou het zich ook niet vrijwillig uit de Gazastrook hebben teruggetrokken in 2005.

Dan de militaire methodes. Van Den Meerssche mag de praktijk van ‘roof knocking’ of evacuatie ontoereikend vinden, maar het punt is dat Hamas nooit of te nimmer zo’n voorzorgsmaatregel zou nemen. Hun expliciete bedoeling is om zoveel mogelijk joden af te slachten en deporteren, conform hun charter.

Of Israël zélf niettemin het oorlogsrecht schendt, liet ik in mijn stuk doelbewust in het midden, omdat ik geen juridisch expert ben en omdat de meningen onder juristen uiteen liggen, zoals blijkt uit deze analyse van The Economist. Israël heeft het recht om Hamas aan te vallen, zolang zijn acties proportioneel en noodzakelijk zijn, maar waar ligt juist de grens? Juristen moeten dat absoluut bestuderen en Israël onder druk blijven zetten om zich aan het oorlogsrecht te houden, ook als de tegenpartij daar lak aan heeft. Zeker nu Israël steeds driester te werk gaat in de Gazastrook.

Inderdaad, Hamas gebruikt zijn eigen burgers als menselijke schilden, vuurt raketten af vanop ziekenhuizen en scholen, bouwde honderden kilometers tunnels voor de gewapende strijd maar geen schuilkelders voor haar burgers, graaft waterleidingen uit de grond als raketten — maar dat alles mag geen excuus zijn om eender waar te bombarderen.

Maar dat laatste is nu juist de crux: het IDF heeft juridische experts in huis die de legaliteit van militarie acties onderzoeken en rekening houden met de internationele gemeenschap. Het is een partij waarop we morele invloed kunnen uitoefenen, gezien hun gebondenheid aan internationale verdragen. Hamas daarentegen is een terroristische sekte die elke mogelijk oorlogsrecht schendt door doelbewust kinderen, vrouwen en bejaarden af te slachten. Het hele “westerse” oorlogsrecht kan hen totaal gestolen worden, en we proberen zelfs niet om hen te overreden, want dat is volstrekt zinloos. Dát is de morele kloof.