Wie de menselijke geest wil begrijpen, leest beter Darwin dan Freud

In deze reeks leggen opiniemakers van De Morgen een brandende kwestie voor aan een gastauteur naar keuze.

De vraag van Joël De Ceulaer:

“Over Sigmund Freud (1856-1939) weten we dat hij een charlatan was. Zijn psychoanalyse en de varianten van apostelen zoals Jacques Lacan zijn niet wetenschappelijk onderbouwd. Dat is overvloedig aangetoond en geschreven. Toch zijn veel intellectuelen (ook journalisten) die niets geloven van pakweg astrologie, nog altijd in de ban van de Weense zielenknijper.

“Over Charles Darwin (1809-1882) weten we dat hij ons met de evolutietheorie de cruciale inzichten heeft geschonken om het leven op aarde te begrijpen, ook de mens – inclusief gedrag en psychologie. Dat is overvloedig aangetoond en geschreven. Toch zijn veel intellectuelen (ook journalisten) die wetenschap respecteren, nog altijd huiverig om te aanvaarden dat er bijvoorbeeld evolutionair verklaarbare verschillen bestaan tussen pakweg (m) en (v).

“Mijn vraag: hoe verklaar jij dat enthousiasme voor onzin en die afkeer van kennis? En wanneer zal Freud helemaal verdwenen en Darwin helemaal aanvaard zijn?”

Het antwoord van Maarten Boudry:

“Er is een beroemd beeld van de moderniteit als een soort drietrapsraket. Eerst kwam Copernicus, die opperde dat de aarde niet in het centrum van de kosmos staat, maar als planeet rond de zon draait. Dan kwam Darwin, die aantoonde dat de mens niet de kroon van de schepping is, maar als diersoort onder de diersoorten evolueerde, uit gemeenschappelijke voorouders. De derde opdoffer kwam van Freud: hij onthulde dat de mens niet eens ‘baas in eigen huis’ is. Hij is een speelbal van onbewuste krachten waarop hij nauwelijks vat heeft.

“De bedenker van deze drietrapsraket? De Weense zielenknijper zelf. Freud sprak over de ‘drie narcistische krenkingen’ van de mensheid, waarvan hij de laatste en overtreffende klap aan zichzelf toedichtte. Dat prachtige staaltje van zelfverheerlijking ging een eigen leven leiden, waardoor Freud in ons collectieve bewustzijn nog steeds in de eregalerij staat naast de bustes van Galileo Galilei, Isaac Newton, Albert Einstein en Marie Curie.

“Nochtans gaapt er een hemelsbreed verschil. De belangrijkste inzichten van Copernicus, Darwin en Curie bleven overeind, hoewel ze natuurlijk verfijnd en verbeterd zijn door latere wetenschappers. Maar zoals je zegt, is er van Freud geen enkel origineel idee dat wetenschappelijk standhoudt. Niet alleen bestaat er geen zweempje bewijs voor de centrale begrippen uit zijn psychoanalyse – verdringing, het psychodynamisch onbewuste, het universele oedipuscomplex – maar Freud was een charlatan die voortdurend loog over zijn therapeutische successen en zowat alle regels van deugdelijke wetenschap aan zijn laars lapte. Telkens vertrok hij op basis van enkele anekdotes of wilde speculaties (zoals zijn eigen seksuele verlangen voor zijn moeder) en ging die vervolgens extrapoleren tot een allesoverkoepelende theorie, waarbij hij zijn karige observaties net zolang ‘folterde’ tot ze zijn laatste theoretische inzichten opbiechtten. Wie de recentste biografie van Frederick Crews leest, ziet in dat Freud zich gedurende zijn hele carrière gedroeg als een volleerde dogmaticus en oplichter, en later als sekteleider. Dat hadden zijn wetenschappelijke collega’s destijds al goed door.

“De reputatie van Darwin daarentegen groeide de laatste decennia alleen maar. Bij hem wijst historisch onderzoek juist op een uiterst voorzichtige en nauwkeurige wetenschapper, die overvloedige bewijzen verzamelde voor zijn hypothesen, zelden overhaaste conclusies trok, en alles in het werk stelde om zichzelf niet voor de gek te houden. Tegen dat hij On the Origin of Species eindelijk op de wereld losliet, na decennia van aarzelingen en zelftwijfel, viel er bijna geen speld meer tussen zijn theorie te krijgen. Ook wat betreft allerlei subtiele details en nuances in de evolutietheorie (zoals seksuele selectie, neutrale evolutie, soortenvorming, het probleem van altruïsme) bleek Darwin vaak zijn tijd ver vooruit. Natuurlijk blijft niet alles uit zijn werk overeind, wat niet verwonderlijk is, want Darwin kende bijvoorbeeld niets van de mechanismen van erfelijkheid.

ONZIN VOOR GEVORDERDEN

“De enige interessante vraag vandaag luidt: hoe is het mogelijk dat we Freud zolang in één adem noemden met Darwin? Waarom vielen zoveel intelligente mensen in de ban van psychoanalyse? Wel, Freud was een begenadigd en erudiet schrijver die op briljante wijze een mythe rond zichzelf schiep, als een heroïsche enkeling die optornde tegen de weerstand van de wereld. De theorie zelf is ook gefundenes Fressen voor intellectuelen. Ze zit vol duistere en smeuïge verhalen over seksuele perversies en verlangens, wat lezers altijd aangetrokken en geprikkeld heeft, en ze is ook gewoon vernuftiger dan andere pseudowetenschappen, met complexe symbolische en taalkundige analyses over dromen, versprekingen en kunst. Het is bij uitstek onzin voor gevorderden, of zoals George Orwell ooit zei: ‘One has to belong to the intelligentsia to believe things like that: no ordinary man could be such a fool.’ De gemiddelde intellectueel kijkt neer op horoscopen en wichelroedelopers en kruidenvrouwtjes, maar de spinsels van Freud of van Lacan (die nog een grotere charlatan was) benadert hij met eerbied en ontzag. Terwijl hun wetenschappelijk waarde nagenoeg identiek is.

“Wat betreft de vraag over de toekomst, ben ik over het eerste deel vrij optimistisch, over het tweede deel wat minder. In de wetenschappelijke psychologie is Freud zo goed als morsdood. In de vooraanstaande Angelsaksische handboeken komt hij nauwelijks nog voor. De meeste experts doen zelfs geen moeite meer om zijn theorieën te ontkrachten. Er zijn nog steeds enkele psychoanalytische bastions in de wereld, zoals Frankrijk of Argentinië – en deels ook Vlaanderen – maar ook daar taant de invloed van Freud. Er lopen in Vlaanderen zeker nog psychoanalytische therapeuten rond, maar de verstokte freudianen zijn een uitstervend ras. De nieuwe en meer empirische strekkingen binnen de psychoanalyse (zoals hechtingstheorie, mentalisatie en objectrelatietheorie) zijn nog steeds wetenschappelijk dubieus, maar de kern van Freuds theorie – een onbewuste vol verdrongen seksuele verlangens die symbolische duiding vergen – is op de achtergrond verdwenen. Freud zou zich er nauwelijks nog in herkennen.

“Freudianen hebben vandaag zoveel terrein prijsgegeven dat de situatie wat lijkt op de ‘achterafgoderij’ die je ziet in religie: eerst wordt de oorspronkelijke letterlijke lezing van de heilige schrift omgeturnd tot vage metaforen of platitudes, vervolgens wordt de geschiedenis herschreven alsof Freud & co. nooit iets anders beweerd hebben. Het freudiaanse oedipuscomplex – het universele verlangen van kleine jongetjes om coïtus te bedrijven met hun moeder en hun vader te vermoorden – krijgt dan een tweede leven als een soort metafysisch beginsel over het onontkoombare ‘tekort’ in het menselijke leven en de zoektocht naar de symbolische ‘Fallus’ (met hoofdletter). Heel diepzinnig allemaal, maar ook weer niet zo schadelijk.

KWALIJK GEURTJE

“Dat Darwin op meer weerstand botst dan Freud, heeft met ideologie te maken. Natuurlijk twijfelt geen verstandig mens aan de evolutietheorie zelf, wel aan de toepassing op onze eigen soort. Aan alles wat met erfelijkheid en biologie te maken heeft, kleeft sowieso een kwalijk geurtje sinds de eugenetica en het zogenaamde ‘sociaal darwinisme’. Dat een flink deel van de variatie in intelligentie en persoonlijkheid erfelijk bepaald is, vinden veel mensen bijvoorbeeld moeilijk verteerbaar. Toch weten we dat met grote zekerheid uit talloze tweelingenstudies en ander genetisch onderzoek.

“Nog heikeler wordt het als we het ideologische mijnenveld van seksualiteit en gender betreden. De menselijke soort is zeker uniek in haar vermogen tot cumulatieve cultuur, maar we komen niet als een onbeschreven blad ter wereld, zeker niet als het gaat om voortplanting. De adaptieve problemen waarmee onze voorvaders en voormoeders te maken kregen in onze evolutionaire geschiedenis, verschilden grondig van elkaar, wat zich vertaalt in andere strategieën. Niet alleen qua anatomie en hormonale huishouding, maar ook qua psychologische voorkeuren en attitudes.

BIOLOGISCHE VERSCHILLEN

“Intellectuelen uit progressieve hoek zijn vaak huiverig tegenover zulke biologische inzichten, omdat ze vrezen dat die het maatschappelijke status quo bestendigen en als vergoelijking dienen voor seksisme, klassieke rolverdelingen en patriarchaat. Maar dat bepaalde gedragingen een evolutionaire basis hebben (zoals mannelijke seksuele agressie), wil absoluut niet zeggen dat we ze moeten aanvaarden of vergoelijken. Wel heeft het weinig zin om het licht van de zon te loochenen, want de werkelijkheid schikt zich niet naar onze ideologische wensen. De ontkenning van biologische verschillen tussen mannen en vrouwen is vandaag even onwetenschappelijk als klimaatontkenning. Dat sommige universiteiten de evolutiepsychologie in de ban slaan, zoals onlangs nog in Sciences Po in Parijs, is zorgwekkend en schaadt hun geloofwaardigheid als wetenschappelijke instellingen.

“Bovendien is het behoorlijk ironisch in een land als Frankrijk, waar psychoanalyse nog aan elke universiteit wordt gedoceerd. Als je écht seksistische en essentialistische onzin over vrouwen wil lezen, moet je vooral bij Freud (of Lacan) zijn, niet bij Darwin. De hele psyche van de vrouw draait volgens Freud – zonder uitzondering – rond ‘penisnijd’, de frustratie over de afwezigheid van het mannelijke lid, die in het beste geval later wordt gesublimeerd tot kinderwens. Die ‘overmaat van nijd’ en afgunst verklaart volgens Freud waarom vrouwen geen gevoel voor morele rechtvaardigheid hebben en hun driften minder kunnen bedwingen. Freud zoog die hele onzintheorie uit zijn duim zonder ernstige observaties, waardoor het niet verwonderlijk is dat ze vooral zijn eigen misogynie en die van de tijdsgeest weerspiegelde.

“Wie iets over de menselijke geest te weten wil komen, kan veel beter Darwins The Descent of Man lezen dan Freud. Of nog beter: de boeken van hedendaagse evolutionaire auteurs als Steven Pinker, David Buss, Sarah Hrdy of Griet Vandermassen.”

(De Morgen, 16 augustus 2022)