Nagenoeg elke wetenschapstak krijgt af te rekenen met pseudowetenschap of wetenschapsontkenning. Creationisten vallen de evolutietheorie aan, alternatieve genezers hebben het niet begrepen op de ziektekiemenleer, astrologen wedijveren met astronomie, parapsychologen proberen een plaatsje te veroveren in de psychologie. En elke bekende natuurkundige ontvangt geregeld epistels van miskende genieën die zich verbeelden dat ze Albert Einstein of Niels Bohr weerlegd hebben.
Ook klimatologen kunnen daarvan meespreken. Tot op vandaag verzetten mensen zich hardnekkig tegen bevindingen waarover al minstens twee decennia een brede wetenschappelijke consensus bestaat: het klimaat warmt razendsnel op, de menselijke uitstoot van broeikasgassen is daarvan de voornaamste oorzaak en die opwarming heeft allerlei schadelijke gevolgen voor mens en natuur.
Net zoals bij creationisme, is klimaatontkenning grotendeels ideologisch gedreven. Decennialang sponsorde de fossiele industrie allerlei denktanks van ‘twijfelzaaiers’, die eerst volhielden dat het klimaat niet opwarmt, daarna dat het niet aan de mens lag, en ten slotte dat het toch niets was om van wakker te liggen. Daarnaast zitten er ook gewoon hardleerse contrarians tussen, die aan dezelfde zelfoverschatting lijden als lieden die de relativiteitstheorie willen ‘weerleggen’: de ijdele gedachte dat je het beter weet dan alle verzamelde klimatologen.
Diagnose, geen remedie
Pseudowetenschap en wetenschapsontkenning zijn nuttige concepten, maar het zijn ook krachttermen waarmee je zorgvuldig moet omspringen. In zijn opiniestuk (DS 7 april) schrijft Pieter Boussemaere dat de oude klimaatontkenning heeft plaatsgemaakt voor ‘soft denial’, of zachte ontkenning. Maar zijn nieuwe definitie is zo omvattend dat ze zowat iedereen insluit die het met Boussemaere oneens is: zowel zij die het klimaatprobleem ‘bagatelliseren’ als zij die het ‘overdrijven’, zowel wie ‘afleidt’ als wie ‘surft op wanhoop’.Klimaatopwarming wordt de grootste uitdaging van de eeuw. We kunnen ons niet veroorloven om een resem remedies bij voorbaat af te schieten
Bizar genoeg rekent Boussemaere ook iedereen die andere oplossingen voorstelt, zoals kernenergie of geo-engineering, tot de ‘ontkenningsindustrie’. Dat is een misbruik van de term. Wetenschap beschrijft de werkelijkheid, maar ze schrijft niet voor wat we moeten doen. Ze levert een diagnose, geen remedie. Over de diagnose zijn Boussemaere en wij het roerend eens, zoals elke redelijke persoon in dit debat: het klimaat warmt op, het ligt aan de mens, en dat is zorgelijk. Ook over het einddoel, namelijk het tijdig bereiken van nuluitstoot, zijn we het eens. Alleen over de remedie verschillen we (deels) van mening.
Lachende derde
Tegenstrevers wegzetten als ontkenners is makkelijk, en dat spelletje kan een ander ook spelen. In tegenstelling tot wat Boussemaere beweert, verstoren windmolenparken wel degelijk veel wilde natuur (door hun lage vermogensdichtheid), kennen ook zonnepanelen milieurisico’s (zoals lekkend cadmium en andere toxische metalen), en zijn er wel degelijk wereldvermaarde energie-experts die voor kernenergie pleiten (zoals Jesse Jenkins van Princeton). Zelfs de Verenigde Naties noemen kernenergie onmisbaar voor globale duurzame ontwikkeling. Zullen we Boussemaere dan ook als ‘ontkenner’ wegzetten, omdat hij milieuschade ‘bagatelliseert’ en ‘afleidt’ van de nadelen van hernieuwbare energie? Zo is het makkelijk, maar dat spelletje spelen we liever niet mee.
Boussemaere heeft volkomen gelijk dat ‘elke vermeden hoeveelheid koolstof bijkomende schade voorkomt’. Precies daarom vinden wij het onbegrijpelijk dat België nodeloos nieuwe gascentrales wil bijbouwen om zijn CO2-vrije kerncentrales te vervangen, zich daarbij verschuilend achter de broekzak-vestzaklogica van de Europese emissiehandel (‘Iemand anders zal onze uitstoot elders wel compenseren’). Als elke CO2-molecule telt, dan bouw je geen nieuwe fossiele infrastructuur die nog decennia moet stoken om te renderen.
De inflatie van de term ‘wetenschapsontkenning’ kadert in een schadelijke tendens in de groene beweging, waarbij een steeds engdenkender orthodoxie over klimaatremedies als enige ‘juiste’ positie in het debat geldt: alleen zon en wind, geen kernenergie, geen koolstofcaptatie, en zeker geen geo-engineering.
Die inflatie is niet onschuldig. De echte klimaatontkenners zijn de lachende derde die profiteert van de verwarring. Bovendien versterkt een dogmatische visie op klimaatbeleid de indruk dat klimaatactivisten ideologische scherpslijpers zijn die het klimaat als voorwendsel gebruiken om hun politieke agenda door te drukken. Dat is spijtig, want onterecht. Klimaatopwarming wordt de grootste uitdaging van de eeuw. Daarbij strekt pragmatisme tot aanbeveling, want er bestaan geen mirakeloplossingen. We kunnen ons niet veroorloven om een resem remedies bij voorbaat af te schieten. Met wetenschapsontkenning, zacht of hard, heeft dat niets te maken.
(opiniestuk met Manuel Sintubin, De Standaard, 10 april 2021)