‘Maar wat kunnen we nu zélf doen voor het klimaat?’ Het is een van de vaakst gestelde vragen aan wetenschappers en klimaatactivisten. Nu de klimaattop in Madrid plaatsvindt, klinkt ze opnieuw luider. De antwoorden lopen uiteen, maar onder de klassiekers bevinden zich: zonnepanelen leggen, je woning goed isoleren, energiezuinige apparaten kopen, minder vliegen en minder vlees eten.
Kiezen voor koolstofarme alternatieven is beslist nuttig en levert vaak andere voordelen op. Je huis goed isoleren is niet alleen goed voor het klimaat, maar ook voor je portemonnee. Minder vlees eten verlaagt je uitstoot, maar is ook gezonder en diervriendelijker.
Toch is er een ongemakkelijke waarheid: individuele gedragswijzigingen hebben een bescheiden impact. Zelfs als iedere Belg of Nederlander morgen een voorbeeldige klimaatburger wordt, is het probleem nog lang niet opgelost. Daar zijn twee redenen voor. Het einddoel van het Klimaatakkoord van Parijs is een wereldwijde (netto) nuluitstoot van alle broeikasgassen tegen 2050. Met gedragsverandering kun je je uitstoot wel temperen, maar nooit tot nul reduceren. Dat komt omdat fossiele brandstoffen overal zitten: niet alleen in diesel en kerosine, maar ook in plastic en papier, in staal en aluminium, in kunstmest en cement, in onze huizen en in de landbouw.
De tweede reden is ook simpel: wij zijn niet alleen op de wereld. Westerse landen kunnen hun energieconsumptie gerust matigen zonder welvaart te verliezen, maar de energiebehoeften in de rest van de wereld zullen nog fors toenemen.
Nog steeds leven honderden miljoenen mensen in armoede. Hun schamele energie halen ze uit hout en mest (wat erg vervuilend is). De komende decennia zullen zij eindelijk toegang krijgen tot elektriciteit. Dat kunnen wij niet tegenhouden, en het zou ook immoreel zijn. Door de stijgende energievraag zal in 2040 driekwart van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen afkomstig zijn van groeilanden zoals China en India. China alleen al bouwt tegen 2035 meer dan tweehonderd nieuwe luchthavens, en het ziet ernaar uit dat al die vliegtuigen op koolstofrijke kerosine zullen vliegen.
De effectieve altruïsten
Die nuchtere feiten kunnen ons moedeloos maken. Hoe kunnen we zo’n ontzagwekkend probleem ooit oplossen, als onze inspanningen druppels op een hete plaat lijken? Er is een manier waarop we als individu wel het verschil kunnen maken. Daarvoor steken we het best ons licht eens op bij de zogeheten ‘effectieve altruïsten’. Die beweging van goeddoeners zoekt naar de meest effectieve goede doelen om diverse wereldproblemen – armoede, infectieziekten, ongeletterdheid, dierenleed – op te lossen. De denktank Let’s Fund paste die principes toe op het klimaatprobleem.
Investeringen in technologische innovatie hebben veruit het grootste klimaatpotentieel, blijkt uit hun onderzoek. Als we hier een goedkope, groene technologie ontwikkelen, kunnen andere landen die gebruiken, waardoor ook hun uitstoot afneemt. Dit staat bekend als ’technologische spill-over’, een belangrijke en onderschatte troef in de klimaatstrijd. De mensheid zou de uitvinders die een groen alternatief voor kerosine bedenken, een batterij die seizoensopslag mogelijk maakt of een kleine en modulaire kernreactor eeuwig dankbaar moeten zijn.
Wie steun je het best?
Politici focussen op de uitstoot van hun land of regio, vanuit de gedachte: ‘Als ieder voor eigen deur veegt, is heel de straat schoon.’ Maar wat als we een nieuwe ‘borstel’ kunnen maken waarmee we in één keer de hele straat schoonvegen?
Volgens Let’s Fund behoort Information Technology and Innovation Foundation (ITIF) tot de beste ‘borstelmakers’. Met zijn Clean Energy Innovation-programma probeert de invloedrijke Amerikaanse denktank groene technologie beter en goedkoper te maken dan fossiele brandstoffen. ITIF spoort overheden aan om hun budget voor onderzoek en ontwikkeling te verhogen en om een koolstoftaks in te voeren.
Daarnaast is er de Coalition for Rainforest Nations (REDD+), een vereniging van landen die tropische ontbossing bestrijden. Via haar programma krijgen landen geld als ze hun regenwouden goed beschermen. Voor elke 100 euro die je doneert aan de vereniging, haalt ze liefst 857 ton CO 2 uit de atmosfeer. Geen enkele organisatie presteert beter.
In principe moet de overheid die investeringen doen, maar helaas zien we dat budgetten voor wetenschappelijk onderzoek nauwelijks stijgen, en vaak zelfs krimpen (leest u mee, minister Hilde Crevits?). Het goede nieuws is: we hoeven niet te wachten op de talmende overheid. Elk van ons kan zijn steentje bijdragen aan het klimaat door de knappe koppen te ondersteunen die naar een oplossing zoeken.
Je levensstijl aanpassen voor het klimaat is nobel, maar met welgemikte donaties aan effectieve klimaatfondsen kun je een nog veel grotere impact hebben. Want wat een Chinees spreekwoord zegt over het planten van een boom geldt ook voor investeren in klimaatinnovatie: de beste tijd om het te doen is twintig jaar geleden, de op een na beste tijd is nu.
(Opiniestuk in De Standaard en NRC samen met Thomas Rotthier)