De democratie even opheffen om het klimaat te redden? Gevaarlijke onzin

Hoe lossen we ons klimaatprobleem op? In mijn boek pleit ik onder meer voor technologische innovatie, een incrementele koolstofbelasting en kernenergie. En probeer ik het apocalyptische denken van klimaatactivisten te temperen. Omwille van die standpunten noemt Dirk Draulans mij “nog gevaarlijker dan klimaatontkenners”. Eigenlijk zouden we de democratie even opzij moeten schuiven, aldus Draulans, om alle ontkenners, lauwwarmers, ecomodernisten en vooruitgansgdenkers buiten spel te zetten. Met andere woorden: iedereen die het niet met Draulans eens is. Hij wil alle macht toekennen aan een legertje technocraten, dat tegenover niemand verantwoording afleggen.  

Ik vraag me af wie van ons twee hier eigenlijk “gevaarlijk” is. In een fatsoenlijke democratie probeer je elkaar te overtuigen met redelijke argumenten, niet je eigen Grote Gelijk aan anderen op te leggen. Het is onrustwekkend dat steeds meer klimaatactivisten suggereren dat we de democratie maar even moeten opheffen om de planetaire crisis het hoofd te bieden. Die autoritaire reflex toont andermaal het gevaar van doemdenken: als je gelooft dat de wereld naar de knoppen gaat tenzij we drastisch het roer omgooien, dan heiligt het doel de middelen. Want een beetje dwang en geweld om een veel groter onheil af te wenden, dat is toch geen slechte afweging?
(Lezersbrief in De Morgen)