[Hieronder een voorproefje uit ons nieuwe boek Alles wat in dit boek staat is waar (en andere denkfouten)]
Een tijdje geleden werd ik door iemand van de extreemrechtse partij Vlaams Belang uitgenodigd voor een interview in hun partijblad. Dat heb ik geweigerd. Niet omdat ik de interviewer niet vertrouwde, maar gewoon omdat ik me liever niet wil associëren met het Vlaams Belang. Ik wil met iedereen in debat gaan, ook met extreemrechtse politici, maar dan wel op neutraal terrein, niet in het hol van de leeuw.
Is het terecht dat we mensen aan de schandpaal nagelen voor hun associatie met dubieuze figuren? Thierry Baudet had een ontmoeting met de ‘white nationalist’ Jared Taylor, Filip De Winter ging op de koffie bij de Syrische dictator Bashar al-Assad, en de Britse Labourpoliticus Jeremy Corbyn bezocht een congres met Hamasstrijders en andere rabiate antisemieten.
Sommige mensen zien elke vorm van guilt by association als een denkfout, maar dat klopt niet. De bovenstaande politici werden terecht afgerekend op hun vrijwillige contacten met extremisten. Er zijn natuurlijk verschillende graden van ‘associatie’, en daar moet ruimte voor discussie over zijn. Samen op dezelfde plaats aanwezig zijn betekent weinig. Samen meelopen op een betoging suggereert een nauwere band, vanwege het collectieve en politieke karakter van betogingen. En als je samen een boek schrijft, dan mogen we aannemen dat je best met elkaar kunt opschieten.
Natuurlijk mag er niet te kwistig worden omgesprongen met deze ‘schuld door associatie’, zeker niet als ze ter vervanging dient van inhoudelijke argumenten. Ik ga graag in debat met mensen die er radicaal andere ideeën op na houden dan ik, omdat ik dat een boeiende uitdaging vind. Dan moet ik natuurlijk wel afspreken met die mensen, en misschien samen op de foto gaan. Bovendien moet je bedenken dat elk gedachtegoed in gradaties voorkomt. Extremisten hebben bijna altijd contacten met minder extreme geestesverwanten, en die weer met andere gematigden. Dat we in enkele stappen van Anders Breivik naar Geert Wilders kunnen, of van Osama bin Laden naar Noam Chomsky, is op zich niet zo verwonderlijk.
Een beschuldiging door associatie is het zwakst wanneer de associatie geheel onvrijwillig en passief is. Toen ik in mijn brief aan de klimaatspijbelaars Anuna en Kyra het punt maakte dat onze CO2-emissies niet alleen het klimaat opwarmen, maar ook de planeet doen vergroenen (want CO2is voedsel voor planten), verweten verschillende mensen me dat klimaatontkenners precies hetzelfde punt gebruiken in discussies. Dat is waar. Maar bovenal klopt de bewering ook. Pseudowetenschappers en ontkenners gebruiken alle feiten en argumenten die ze kunnen vinden, zowel de goede als de slechte.
De absurdste vorm van guilt by association is wat ik het applausargument noem. Daarbij maak je iemand verdacht door te wijzen op de personen van wie hij of zij ‘applaus’ krijgt. In de onlinewereld gaat het dan om de retweet- of likeknop. Niet de persoon die jij zelf hebt geliket, maar de persoon door wie jij wordt geliket, levert een soort besmettelijke associatie. Dat is absurd, want niemand kan beletten dat anderen applaudisseren voor wat hij zegt.
Bovendien is het onvermijdelijk dat we het zelfs met de grootste extremisten over bepaalde zaken eens zijn. Als ik zeg dat de aarde rond de zon draait, dan neem ik aan dat ook Donald Trump, Anders Breivik en Osama bin Laden het daar mee eens zijn (van Osama weet ik het niet zeker, maar we kunnen het niet meer vragen). Misschien zullen ze er zelfs voor applaudisseren, wie weet.
Of doe ik nu zelf aan oneerlijke associatie, door deze mensen in één adem te noemen?
MB