In 1923 schreef de Britse socialiste, schrijfster en suffragette Sylvia Pankhurst een gloedvol pamflet over de idealen van het socialisme, in haar eigen tijdschrift Worker’s Dreadnought: ‘Socialisme betekent weelde voor iedereen. Wij prediken geen evangelie van tekort en schaarste, maar van overvloed.’ De bedoeling, aldus Pankhurst, is niet om de rijken weer arm te maken, maar om iederéén rijk te maken. Waar ze hoegenaamd niets van wilde weten, was ‘zuinige spaarzaamheid en zelfverloochening’.

Pankhurst was niet de enige ter linkerflank die er zo over dacht. In hun Communistisch Manifest zongen Karl Marx en Friedrich Engels de lof van het kapitalisme, omdat het voor meer welvaart en overvloed had gezorgd dan alle voorgaande tijdperken bij elkaar. Hun bedoeling was niet om de welvaartsmachine van de bourgeoisie te slopen, maar om ze in beslag te nemen en doeltreffender in te zetten, ten behoeve van de hele mensheid.
Ook Marx wilde niets weten van ‘grenzen aan de groei’. De conservatieve dominee Thomas Malthus, die waarschuwde dat niets eindeloos kan groeien op een eindige planeet, werd door Marx uitgekafferd als een ‘baviaan’ met ‘valse en kinderachtige’ argumenten die een ‘smaad op het menselijke ras’ pleegde.
Verzamelen in Brussel
Fast forward naar 2023, exact een eeuw later. In de Europese hoofdstad Brussel, waar Karl Marx het Communistisch Manifest neerpende, roept de linkse voorhoede ‘verzamelen’ voor het grootste congres ooit in de gebouwen van het Europees Parlement. De titel van de conferentie is er één waar Pankhurst en Marx vreemd van zouden hebben opgekeken: Beyond Growth, oftewel de groei voorbij.
Niet langer zijn overvloed en welvaart de ordewoorden, maar krimp en bezuiniging. Alles moet minder en zuiniger en kleinschaliger. De degrowthers foeteren op rechtse krachten die economische groei tot een schadelijke fetisj maakten die de planeet om zeep helpt. Consumptie is een vies woord geworden.
Wat is er gebeurd in de eeuw die ons scheidt van Pankhursts manifest? Wanneer vervelde meer tot minder, overvloed tot schaarste, groei tot krimp? Dit is wat ik de Grote Groene Omwenteling noem in mijn boek Het verraad aan de verlichting. Ergens rond de jaren zeventig wisselde het anti-groeidenken bijna volledig van ideologisch kamp.
Verketteren
Plots begonnen linkse denkers groei te verketteren, terwijl rechtse denkers er juist warm voor liepen. Plots keerde links zich tegen een reeksnieuwe technologieën, terwijl rechts ze van de weeromstuit omarmde. Het is een van de meest tragische voorbeelden van hoe progressieven verraad pleegden aan de beginselen van de verlichting.
De bespreking van mijn boek door Joost de Vries in de Volkskrant is een treffende illustratie van deze verbijsterende omkering. De Vries vraagt zich af waarom mijn betoog voor groei, welvaart en verlichting ‘zo kneiterrechts’ voelt. Dat is simpel. Linkse denkers als De Vries zijn zo ver en zo lang afgedwaald van het pad van de vooruitgang dat ‘progressieven’ (what’s in a name?) ooit bewandelden, dat alles wat daaraan herinnert enkel ‘rechts’ aanvoelt.
De Vries is als een vakantieganger die een maand aan de andere kant van de weg heeft gereden in Engeland, en dan plotseling terug op de Nederlandse snelweg belandt. Dat voelt ook ‘kneitergek’ en desoriënterend.
Effectieve liefdadigheid
Neem mijn lijst van tien aanbevelingen voor een nieuwe progressieve beweging, waarvan De Vries er enkele vermeldt: we moeten opnieuw groei omarmen, we moeten weer dingen gaan bouwen, we moeten ophouden met de ontwikkeling van betrouwbare energie in arme landen tegen te houden, en we moeten aan effectieve liefdadigheid doen om extreme armoede en ziekte te bestrijden.
De Vries somt het gewoon op, zij het op schampere toon, alsof dat moet volstaan om de evidente absurditeit ervan aan te tonen. Of toch, hij heeft één argument: ‘Wilders en Trump zullen er hun vingers bij aflikken.’
Mijn bijbehorende argumenten zijn De Vries helemaal ontgaan. Groei is inderdaad heilzaam voor de planeet – raar maar waar – door de processen van ontkoppeling en dematerialisatie: we produceren steeds meer welvaart met steeds minder grondstoffen. Dat leidt tot een omgekeerde U-curve van uitstoot en andere vervuiling: voorbij een kantelpunt zorgt méér welvaart voor minder vervuiling.

Rijkemensenprioriteiten
Een fossiele centrale is inderdaad een ongelofelijke bron van welvaart in arme landen, en het is obsceen dat westerse landen hun eigen rijkemensenprioriteiten aan ze opleggen via westerse ngo’s en vehikels als de Wereldbank en het IMF. Bovendien is welvaart de allerbeste verzekering tegen natuurgeweld.
De Vries getroost zich niet eens om een argument te bedenken. ‘Groen licht voor kolencentrales!’, stel je voor. Als rijke en verwende westerling heeft hij makkelijk praten. Dat progressieven verleerd zijn om dingen te bouwen, is ook precies wat de progressieve denkers Ezra Klein en Derek Thompson betogen in hun verfrissende nieuwe boek Abundance. Zij maken deel uit van de progressieve yimby-beweging: ‘Yes, in my backyard!’ Links heeft weer een baksteen in de maag nodig. Maar De Vries snoeft dat het alleen maar ‘projectontwikkelaars’ ten goede zal komen.
Nog luchthartiger is De Vries’ behandeling van Israël. Mijn hele betoog over het morele onderscheid tussen het doelbewust en systematisch uitmoorden van een hele bevolkingsgroep (zoals bij een genocide) en het onwillekeurig doden van burgers omdat een vijandige terreurgroep ze als levend schild gebruikt (zoals in Gaza), ridiculiseert De Vries met enkele laconieke gedachtenexperimenten over waterpistooljes, pluchen kussens en drollen op je hoofd.
Paranoïde
Hij schrijft mij de paranoïde opvatting toe dat iedereen die voor een staakt-het-vuren in Gaza pleit of bombardementen op ziekenhuizen veroordeelt ‘door Edward Said is geïndoctrineerd’. Dat is kwaadwillig. In mijn boek maak ik heel duidelijk een onderscheid tussen twee groepen ter linkerflank: de radicale en postkoloniale minderheid die Israël als enige boosdoener ziet en Hamas als nobele verzetsstrijders, en de gematigdere meerderheid die een soort ‘wafelijzermoraal’ beoefent: Hamas en Israël zijn allebei (ongeveer) even slecht. Er is zelfs een aparte sectie aan gewijd in mijn boek, met een prachtige cartoon van Jip van den Toorn uit de Volkskrant die ik met permissie heb overgenomen.

Het is De Vries allemaal ontgaan, kennelijk omdat hij er bij voorbaat van uitging dat iedereen die voor welvaart en verlichting pleit, en voor het recht van een liberale democratie om zich tegen terreur te verdedigden, enkel ‘kneitterrechts’ kan zijn. De oorlog in Gaza is verschrikkelijk, en Netanyahu is een cynische machtspoliticus die zich laat gijzelen door de extreemrechtse schoften in zijn coalitie, maar de vernietiging van Hamas blijft een legitiem doel, zoals de linkse historica Fania Oz-Salzberger onlangs tegen me zei. Geen enkel land zou een terreurgroep als Hamas naast zich dulden na een bloedbad als dat op 7 oktober.
Lhbti-rechten
Bovendien blijft Israël een liberale democratie, ondanks Netanyahu’s verwoede pogingen om haar uit te hollen, en de enige in de hele regio. Wie echt geeft om progressieve waarden, zoals vrijheid van meningsuiting en religieuze diversiteit en lhbti-rechten, moet hopen dat de rest van het Midden-Oosten er in de toekomst méér als Israël gaat uitzien. Ook daar pleegde links de afgelopen decennia verraad aan zijn eigen principes, zoals ik in mijn boek reconstrueer.
Door de wereld telkens op te delen in nobele slachtoffers en kwaadaardige daders, wezen ze uiteindelijk de westerse beschaving zelf als bron van alle kwaad aan. Met inbegrip van alles wat die beschaving heeft voortgebracht, zoals de Europese verlichting zelf. Dat Israël zoveel haat over zich heen krijgt ter linkerflank, al lang voor 7 oktober, komt vooral omdat het als buitenpost en zondebok geldt van diezelfde westerse beschaving.
In het spiegelpaleis waarin De Vries ronddwaalt zijn rechts en links al zo lang omgewisseld dat het hem nauwelijks nog opvalt. Als onze toekomst van zulke ‘progressieven’ afhangt, hebben we inderdaad dringend een nieuwe vooruitgangsbeweging nodig.
(de Volkskrant, 16 mei 2025)
***
BONUS: een paragraaf die ik schrapte omdat ze over een vrij triviaal punt gaat waar ik een slechts een zin of twee aan wijd in mijn boek:
“En dan mijn argument dat vele hedendaagse progressieven de ‘slachtoffers van slachtoffers’ veronachtzamen. Als voorbeeld geef ik de eis van sommige transactivisten dat simpele zelfidentificatie moet volstaan om van geslacht te veranderen. Dat leidt helaas tot schade voor biologische vrouwen, onder meer omdat mannelijke roofdieren er misbruik van kunnen maken door zich simpelweg als vrouw voor te doen en zo toegang te krijgen tot vrouwelijke ruimtes (gevangenissen, toiletten, kleedkamers). De Vries hoont het opnieuw allemaal weg met een boutade: ‘Pas op voor transvrouwen!’. Dat illustreert exact mijn punt: links blijft doof voor elke bezorgdheid over de maximale eisen van transactivisten en klasseert alles verticaal als transfobie.”
Zie bijvoorbeeld deze onthutsende vertoning: een “transvrouw” die als man meerdere verkrachtingen pleegde en daarna in transitie ging, mag in een vrouwengevangenis.