Gisteren schoof ik mee aan tafel bij De Zevende Dag om te discussiëren over de verkiezingsoverwinning van Vlaams Belang, met Apache-columniste Samira Atillah, scenarioschrijver Raf Njotea en oud-parlementslid voor Vlaams Blok Jurgen Verstrepen. Het was een constructief gesprek, en over veel zaken raakten we het eens, maar één cruciaal meningsverschil wil ik hier even toelichten. Samira Atillah, samen met vele anderen, legde de verantwoordelijkheid voor de forse winst van het Vlaams Belang bij de andere partijen, met name de N-VA. Die zou de ‘weg geëffend’ hebben voor Vlaams Belang door harde taal te spreken over migratie, door de angst voor de islam aan te wakkeren, en door moslims te demoniseren. Deze analyse weerklonk de laatste dagen in diverse media: de andere partijen maakten de grote fout dat ze het Vlaams Belang ‘naar de mond praatten’ of ‘mainstreamden’ of ‘haar retoriek overnamen’, want dat ‘speelde het Vlaams Belang in de kaart’. De achterliggende gedachte is dat, als je mee opschuift in de richting van een radicale partij, die partij daar altijd van zal profiteren, omdat de mensen ‘het origineel boven de kopie’ verkiezen. Die redenering klinkt intuïtief aannemelijk, maar volgens mij berust ze op een hardnekkig misverstand. Het is precies andersom: hoe minder je spreekt over de thema’s die het Vlaams Belang uitbuit, en hoe minder aandacht je besteedt aan de redenen waarvoor mensen op het Vlaams Belang stemmen, hoe meer spelingsruimte je aan die partij overlaat, en hoe meer ze zich kan opwerpen als ‘de enige’ die de ‘bezorgde burgers’ ernstig neemt. Het domste wat je nu kan doen is de bezorgdheden van mensen over migratie dood te zwijgen, in de hoop dat ze vanzelf weggaan. Dat is de fout die partijen in de jaren ’90 hebben gemaakt: problemen met integratie en de multiculturele samenleving mochten vooral niet besproken worden, want dat zou ‘het Vlaams Blok in de kaart spelen’. Met die wegkijkpolitiek is de partij slapend rijk geworden. De beste manier om het Vlaams Belang klein te krijgen is niet door de thema’s dood te zwijgen waar ze electoraal van profiteert, maar door zelf een sterk verhaal over die thema’s te ontwikkelen dat de wijdverspreide angsten en bezorgdheden wegneemt.
Laten we het even concreet toespitsen op het VN-Migratiepact (het ‘Marrakesh-verdrag’). Dat N-VA ijlings haar kar keerde over dat verdrag, en zelfs bereid was om er de regering over te laten struikelen, kwam omdat ze de hete adem van Vlaams Belang in de nek voelde. Stel dat Bart De Wever dat Marrakesh-pact stilletjes had laten passeren, zonder er ruchtbaarheid aan te geven, of dat hij het samen met de andere coalitiepartners volmondig had bekrachtigd. Zou dat de wind uit de zeilen van het Vlaams Belang gehaald hebben? Natuurlijk niet. Precies het tegendeel is waar. Het Vlaams Belang had het thema dan nog veel harder en schaamtelozer uitgebuit, en kon zich dan als de ‘énige migratie-kritische partij’ opwerpen. De N-VA heeft zich de afgelopen maanden uitgesloofd om voldoende ‘stoer’ te zijn over migratie, omdat ze haar kiezers weg wilde houden van Vlaams Belang. (Of ze daarin de grenzen van het fatsoen overschreed, is een andere kwestie). Ik steek mijn hand ervoor in het vuur dat, indien de N-VA dat NIET had gedaan, Vlaams Belang nog veel hoger had gescoord. Precies zoals in 2004, toen er geen enkel ander geloofwaardig alternatief was op rechts. De waarheid is dat het Vlaams Belang won ondanks, niet dankzij de stoere praat van Theo Francken. Dat geldt ongeacht wat je van die stoere praat vindt.