Beste Anuna en Kyra,
Sinds jullie begonnen te spijbelen voor het klimaat, groeide jullie ergernis over de manier waarop politici jullie behandelen. Jullie kregen schouderklopjes en knuffels, jullie mochten op de thee bij de minister, jullie hoorden mooie beloften en bemoedigende woorden, maar daarna gebeurde er helemaal niets. Ook in de media ging het vooral over bijkomstigheden: met hoeveel jullie zijn, of jullie ouders allemaal vegetarisch eten en op Groen stemmen, wie er nu écht achter jullie actie zit. En ook weer veel lieve woorden en schouderklopjes.
Ik deel jullie ergernis. Grote mensen die jullie doodknuffelen met vrome platitudes over hoe fantastisch jullie engagement wel is, behandelen jullie als kleine kinderen. En dat zijn jullie niet, of niet langer. Jullie bleven doorzetten en op dezelfde nagel kloppen, en nu hebben jullie een heus boek geschreven, in de vorm van een open brief, opgetekend door de schrijver Jeroen Olyslaegers en uitgegeven bij De Bezige Bij. Proficiat daarmee! De tijd is dan ook rijp om de vrijblijvende complimentjes op te bergen en de fluwelen handschoenen uit te trekken. Ik wil ingaan op de fouten en tekortkomingen in jullie betoog, omdat ik jullie ernstig wil nemen. Ik neem aan dat jullie dat liever hebben dan voor de zoveelste keer te horen hoe hartverwarmend jullie passie en gedrevenheid zijn.
Laat over één iets duidelijkheid bestaan: jullie hebben volkomen gelijk dat het klimaat opwarmt, en dat dat grotendeels ligt aan de menselijke uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen. Voor klimaatontkenners hoeven we geen geduld meer te hebben. In jullie brief trekken jullie resoluut de kaart van de wetenschap, en daar ben ik blij om. Veel wat jullie daarnaast schrijven en zeggen, heeft weinig te maken met wetenschap, maar met het wereldbeeld van de traditionele ecologische beweging, dat helaas doordrongen is van religieuze denkbeelden.
Impliciet gaan jullie ervan uit, zoals vele anderen, dat ons klimaat zich tot de komst van de mens (of tot aan de industriële revolutie) in een harmonieus evenwicht bevond, dat sindsdien grondig wordt verstoord. Dan komen jullie als vanzelf bij doemvoorspellingen over een ‘onleefbare planeet zonder toekomst’, een ‘planetaire puinhoop’ en ‘onze eigen ondergang’. Dat is niet bijster wetenschappelijk. De natuur vertoont geen enkele harmonie of evenwicht, en ze wordt ook door niets of niemand bestuurd. De Griekse filosoof Heraclitus wist het al: panta rhei, alles stroomt. Continenten verschuiven, zeespiegels stijgen en dalen, poolkappen bevriezen en smelten. De natuur is ook wreed en onverschillig: 99 procent van de soorten die ooit leefden, zijn uitgestorven, soms in massa-extincties.
Neem het CO2-gehalte in de onze atmosfeer, waar jullie vooral van wakker liggen. Elke molecule CO2 die wij uitstoten, heeft een plant of alg lang geleden uit de lucht gehaald. Door toedoen van de mens bedraagt de concentratie CO2 in onze atmosfeer nu meer dan 400 ppm (deeltjes per miljoen). Dat is een stuk hoger dan de 280 ppm bij het begin de industriële revolutie, maar lang niet ongezien. In het plioceen, omstreeks 3,6 miljoen jaar geleden, zat er minstens evenveel CO2in de lucht als nu. In de poolgebieden was het 14 graden Celsius warmer, er was geen permanent poolijs, en de zeespiegel lag 25 meter hoger dan nu. In het trias, toen de eerste zoogdieren ten tonele verschenen, schommelde het CO2-gehalte zelfs rond 2000 ppm, dus vijf keer hoger dan vandaag. Er was toen uiteraard volop leven, anders zouden we hier niet zijn om brieven aan elkaar te schrijven over het klimaat. En andersom: tijdens de laatste ijstijd, een luttele 20.000 jaar geleden, lag de zeespiegel maar liefst 120 meter lager. De Noordzee moest nog volstromen en van de eilandengroep Groot-Brittannië was nog geen sprake. Die vormde zich pas toen de poolkappen een beetje wegsmolten en het omliggende land werd omgedoopt tot zee (dat was nog eens een ‘harde brexit’). De planeet warmt vandaag sneller op dan goed is voor onze menselijke beschaving, omdat ons landbouwmodel is aangepast aan de huidige klimatologische omstandigheden, en omdat meer dan een derde van de wereldbevolking leeft op plekken niet hoger dan 100 meter boven de huidige zeespiegel. Maar dat is vooral óns probleem, niet dat van de planeet of van de natuur. Klimaatopwarming is ernstig, maar heus niet het einde van de wereld.
In jullie brief geven jullie ook blijk van een bijzonder eenzijdige opvatting over fossiele energie. Inderdaad, onze fossiele uitstoot warmt het klimaat op, maar daar staat tegenover dat zowat alle comfort dat jullie (en ik) vandaag genieten in grote mate te danken is aan de miljoenen tonnen dode planten en dieren die we hebben opgestookt. Het menselijk leven vóór de industriële revolutie was zoals de filosoof Thomas Hobbes het beschreef: ‘eenzaam, armoedig, afschuwelijk, beestachtig en kort’. De eeuwen zonder antropogene klimaatopwarming (voor 1800) waren eeuwen van doffe ellende en armoede, de twee eeuwen erna waren er van ongeziene welvaart en voorspoed. Fossiele brandstoffen hebben zelfs onze impact op het milieu verkleind, omdat we niet langer bossen hoefden te kappen om ons warm te houden, en ook niet langer op walvissen hoefden te jagen om ons ’s nachts (met lampolie) te verlichten. CO2 is ook helemaal geen ‘vervuiling’ of ‘vergiftiging’, zoals jullie schrijven. Niet alleen is CO2 volkomen veilig om in te ademen, het is ook voedsel voor planten. Wisten jullie dat onze planeet al decennia aan het vergroenen is, dankzij de recordhoeveelheden CO2 die we in de atmosfeer stootten? Ook dat is wetenschap.
Als je een probleem wilt oplossen, moet je het eerst in het juiste perspectief plaatsen: klimaatopwarming is een hinderlijk neveneffect van iets wat een enorme zegening betekende voor de mensheid. De vergelijking met ‘longkanker’ of ‘verslaving’ slaat dan ook nergens op. Jullie zijn even ‘verslaafd’ aan fossiele brandstoffen als wij allemaal. En terecht. Hoe moeten we klimaatprobleem dan oplossen? We moeten inderdaad de transitie maken naar een koolstofvrije economie, zoals jullie schrijven. Maar niet tegen elke prijs. Als we morgen de snelheidslimiet overal verlagen tot 20 kilometer per uur, valt er geen verkeersdode meer. Waarom doen we dat dan niet? Omdat we een afweging maken. Als we morgen alle fossiele brandstoffen verbieden, zal de klimaatopwarming ophouden (hoewel ook onze voorbije uitstoot, zoals jullie terecht schrijven, nog enkele decennia opwarming zal veroorzaken). Waarom doen we dat dan niet? Omdat die beslissing een veel grotere catastrofe zou zijn dan de ergst denkbare gevolgen van klimaatopwarming.
Ik begrijp dat de doembeelden over het klimaat jullie angst aanjagen, maar het klimaat is niet het enige probleem van de mensheid. Om maar iets te noemen: er zijn nog altijd honderden miljoenen mensen die nu in extreme armoede leven, en die nu al getroffen worden door natuurrampen. Groene activisten vergeten weleens dat Moeder Natuur sowieso op gezette tijdstippen haar duivels ontbindt, klimaatopwarming of niet. Opiniepeilingen tonen aan dat klimaatopwarming wel de laatste zorg is van mensen in arme landen, en dat kun je hun niet kwalijk nemen. Als je zelf amper overleeft, kun je je niet veroorloven om wakker te liggen van je toekomstige kleinkinderen. Die mensen hebben eerst economische ontwikkeling nodig, en ja, ook fossiele brandstoffen. Steenkool is namelijk een spotgoedkope en betrouwbare bron van energie, en industrialisering en economische ontwikkeling is de beste manier om je te wapenen tegen natuurgeweld.
We moeten overgaan naar een CO2-vrije economie, maar niet te snel en niet te drastisch. Anders doen we aan collectieve welvaartsvernietiging, een remedie die erger is dan de kwaal. Daarvoor moeten we niet alleen klimaatwetenschappers raadplegen, maar ook economen. De gevolgen van klimaatopwarming hebben een economisch kostenplaatje, maar de maatregelen tegen klimaatopwarming ook. In de economie geldt bovendien dat toekomstige kosten en baten altijd minder doorwegen dan huidige (dat heet ‘delay discounting’). Het is dus perfect rationeel om (tot op zekere hoogte) minder rekening te houden met toekomstige generaties dan met de huidige generaties, vanwege de onzekerheid die gepaard gaat met toekomstvoorspellingen. Niemand heeft een glazen bol, dus niemand weet precies hoe de kaarten geschud zullen zijn over vijftig jaar, zelfs met de beste klimaatmodellen. Net zoals bij verkeersongelukken moeten we een afweging maken. Wat zijn de huidige en toekomstige economische kosten van mitigatie (vermindering van CO2-uitstoot) en van accommodatie (aanpassing aan de gevolgen van klimaatopwarming, zoals dijken bouwen)? Hoe zeker zijn we van onze klimaatmodellen en van toekomstige technologische oplossingen? En hoe vinden we de gulden middenweg?
Ik begrijp dat jullie weinig geduld hebben voor zulke afwegingen, die jullie vooral als tijdverlies zien, of als een excuus om niets te doen. Jullie zeggen dat jullie generatie de ‘klok heel luid hoort tikken’. Wel, jullie zijn niet de eersten. In de jaren 1960 en 1970 hoorden doemprofeten de tikkende klokken van overbevolking, zure regen, het gat in de ozonlaag, de uitputting van grondstoffen en de naderende nucleaire holocaust. Kennen jullie de doomsday clock? Die zou aangeven hoever de mensheid nog verwijderd is van de zelfgemaakte ondergang. Je kunt haar vinden op het internet. De klok staat nu op 2 minuten voor 12. Dat klinkt niet goed. Maar in 1984 en in 1953 stond de klok óók op 3 voor 12. Daartussen ging ze soms wat vooruit, soms wat achteruit, tussen 10 en 2 voor 12. Niet echt een betrouwbare klok, zou je zeggen. Kennen jullie het liedje Vluchten kan niet meer? Dat komt uit de musical En nu naar bed uit 1971. Hier is het vrolijke refrein: ‘Vluchten kan niet meer, ’k zou niet weten waar / Schuilen kan nog wel, heel dicht bij elkaar’. Jonge mensen waren toen niet in de ban van klimaat- opwarming, maar van de onheilsrapporten van de beroemde Club van Rome over grondstoffenschaarste en overbevolking, en van een naderende kernoorlog.
Dat van de vorige doembeelden niets is terechtgekomen, wil natuurlijk niet zeggen dat jullie ongelijk hebben. Maar ik vrees dat jullie dezelfde denkfout maken als de vorige generaties doemdenkers: jullie onderschatten het menselijk vernuft. Daarover schrijf ik uitgebreid in mijn boek Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat, dat binnenkort verschijnt. De doemvoorspellingen van de Club van Rome kwamen niet uit, omdat slimme wetenschappers betere gewassen ontwikkelden met een veel hogere opbrengst en omdat ze alternatieven vonden voor schaarse grondstoffen. De bevolkingscatastrofe werd afgewend omdat economische ontwikkeling (aangedreven door fossiele brandstoffen, jawel) zorgde voor beter onderwijs en meer vrouwenemancipatie, wat op zijn beurt leidde tot gezinsplanning en dalende geboortecijfers.
Wat moeten we dan doen? De beste manier waarop wij, het kleine België, een impact kunnen hebben op het klimaat, is niet door wat hogere klimaatambities te stellen. Dat zijn druppels op een hete plaat. Als de rest van de wereld niet mee wil, heeft onze extra inspanning geen enkele zin. Wij kunnen een veel grotere impact hebben door volop in te zetten op technologische innovatie. We moeten zo snel mogelijk oplossingen vinden die de transitie naar een koolstofvrije energie vlotter en goedkoper kunnen maken voor iedereen. Laat je niet wijsmaken dat het klimaat puur een kwestie van politieke wil is. Anders was het echt al lang opgelost (zoals met het gat in de ozonlaag destijds, dat werd opgelost door een wereldwijd verbod op drijfgassen). De huidige technologie is gewoon niet toereikend om de energietransitie te maken zonder gigantische welvaartsvernietiging. Maar de wetenschap zet elke dag rasse schreden. Denk aan het ‘waterstofpaneel’ dat de KU Leuven recent ontwikkelde, aan het plan van onderzoekers aan de Universiteit van Luik om windenergie van Groenland naar hier te halen, of aan ons nucleaire onderzoekscentrum MYRRHA, dat onderzoek doet naar nieuwe generaties van kerncentrales, die veiliger zijn en hun eigen afval recycleren. Of denk aan de prille technologie om CO2die we al uitstootten weer uit de lucht te vangen en op te slaan (zie ‘carbon capture and storage’ en ‘carbon farming’).
Wij leven in een rijk en welvarend land, we kunnen het ons veroorloven om het voortouw te nemen op het gebied van technologische ontwikkeling. Jullie bedoelingen zijn goed, maar met goede bedoelingen alleen verander je de wereld niet. We hebben ook en vooral kennis en technologie nodig. Daarvoor moeten we studeren, ideeën bedenken, bijleren. Daar kunnen ook jullie, met jullie slimme hersenen, aan bijdragen. Begrijpen jullie nu waarom sommige mensen het een beetje ironisch vinden dat jullie uitgerekend de schoolbanken verlaten om het klimaat te redden?
Warme groet,
Maarten Boudry