De genetisch gewijzigde mens

(De Morgen, 1 december 2018, interview door Maarten Rabaey)
In China zouden de eerste twee genetisch gemanipuleerde baby’s zijn geboren. Maarten Boudry twijfelt of dit experiment ethisch verliep, maar gelooft wel in de toekomst van de gebruikte crispr-techniek. “Dit gaat niet om streven naar een perfecte mens, maar om de bestrijding van vreselijke ziekten.”
Bracht de Chinese wetenschapper He Jiankui met de tweeling Lulu en Nana de eerste genetisch gemanipuleerde kinderen ter wereld? Zijn wetenschappelijke collega’s hebben nog grote vragen bij zijn experiment, waarbij de ‘DNA-knip-en-plak­methode’ crispr/­Cas9 succesvol gebruikt zou zijn om te verhinderen dat de hiv-besmetting via de vader overgedragen zou worden. Uit testen op apen en muizen zou volgens He Jiankui moeten blijken dat de aangebrachte mutatie veilig bleek tot in de tweede generatie. De moeder van de tweeling was de eerste die een zwanger­schap met twee menselijke embryo’s volbracht. Nog andere koppels met een hiv-besmette vader zouden deelnemen aan zijn experiment, waarbij in labo-omstandigheden 31 embryo’s genetisch zijn gemanipuleerd.
Wat vindt u van de kritiek dat het ethisch niet verantwoord is dat de crispr/Cas9-techniek hier werd gebruikt om DNA immuun te maken voor hiv?
Maarten Boudry: “Het probleem is vooral dat de geijkte procedures van correcte wetenschap niet werden gevolgd. De onderzoeker had geen toestemming aangevraagd voor dit experiment, hij maakte zijn bevindingen bekend voordat ze gepubliceerd werden in een vaktijdschrift, hij deelt zijn data niet, enzovoort. Tegen dat soort cowboy­wetenschap moeten we streng optreden.

“Maar ik zie geen ethische bezwaren tegen de techniek zelf, noch tegen de specifieke toepassing. Hiv is een vreselijk virus. Wie kan er bezwaar tegen hebben dat we kinderen daar immuun tegen maken? Er zijn vandaag al verschillende methodes om ernstige genetische afwijkingen op te sporen bij een embryo. De crispr-techniek heeft als voordeel dat ze preventief werkt. Ouders die niet willen dat hun kind een bepaalde ziekte krijgt, hoeven dan geen embryo’s te aborteren.”

Er is ook twijfel om veiligheids­redenen. Het fundamenteel onderzoek is niet ver genoeg gevorderd om waterdicht succes te garanderen. Wat als de kinderen – en hun nakomelingen – door het knippen en plakken andere genetische defecten ontwikkelen?
“Dit is precies hetzelfde bezwaar als tegen ggo-voedsel, en het berust op dezelfde misvatting over evolutie. In vergelijking bij wat Moeder Natuur zelf doet bij de verwekking van nieuw leven, is crispr veel minder risicovol. Ons DNA wordt tijdens ‘meiose’ (de celdeling die instaat voor seksuele voortplanting) letterlijk lukraak dooreengeschud, en daarna samengevoegd met dat van een ander organisme. Daar kan van alles fout lopen, en dat gebeurt ook regelmatig. Evolutie is een blinde loterij. De crispr-techniek daarentegen heeft in principe de precisie van een laser­straal: je wijzigt precies wat je wil wijzigen, en je laat de rest van het DNA ongemoeid. Natuurlijk, er kan wat fout lopen bij de in­greep zelf, zoals Freddy Mortier op­merkte in deze krant (DM 29/11). Dat is onvoldoende onder­zocht, en daarom was deze onderzoeker te voortvarend.”
Vanuit medisch-menselijk oogpunt lijkt het ook fantastisch dat erfelijke ziektes mogelijk al vooraf uitgeschakeld kunnen worden. Moet de wetenschap daarom toch op de techniek inzetten?
“Natuurlijk. Dit gaat niet om het streven naar een perfecte mens, dit gaat om de bestrijding van vreselijke ziekten. Mensen zouden hun huiver tegen­over nieuwe technologie toch even moeten opzij­zetten en stilstaan bij het reële leed van kinderen die met erfelijke ziekten geboren worden.”
Hoe vermijden we het risico op commercieel misbruik – zo heeft He Jiankui al een beurs­genoteerd bedrijf (Direct Genomics) en dreigen vooral steenrijke klanten designer­baby’s te kunnen ‘bestellen’?
“De overheid moet ervoor zorgen dat levensreddende technieken beschikbaar zijn voor iedereen, net zoals de NIP-test voor het syndroom van Down nu wordt terugbetaald. Dat is een goede zaak. Bij elke nieuwe technologie doemt de vrees op dat die een nieuwe bovenlaag in de samenleving zal creëren, een scheiding tussen de haves en de have­nots. Dat werd ook over smartphones of het internet ge­zegd. Maar dat klopt niet. Eerst is nieuwe technologie vaak onbetaalbaar, daarna wordt ze steeds goedkoper. En als het toch duur blijft, moet de overheid inspringen om iedereen gelijke kansen te geven.

“Daarnaast moeten ethische commissies na­tuur­lijk waken over de toepassing: als we als samen­leving beslissen dat we met deze techniek enkel ziektes willen bestrijden en niet op positieve eigenschappen gaan selecteren, dan zijn ‘designer­baby’s’ op bestelling illegaal.”

Hoe voorkomen we ideologisch misbruik om een ras te verbeteren? Wat als China plots gelast om te proberen perfecte soldaatjes voort te brengen, zoals ooit de nazi’s eugenetisch onderzoek deden om de perfecte Ariër voort te brengen?
“Het Lebensborn-kweekprogramma van de nazi’s was pure pseudo­wetenschap. De bedoeling was niet in de eerste plaats om het Arische ras te verbeteren, want de nazi’s geloofden dat het Arische ras sowieso superieur was. Wel wilden ze dat het Arische ras zich meer zou voortplanten, en dat de bloedlijn werd gezuiverd van vreemde elementen. Een kweekprogramma voor Chinese soldaatjes is pure fictie. Je kunt het communisme niet genetisch programmeren. Ideologie is een kwestie van memes, niet van genen.”
Wat is voor u de ethische grens van genetische verbetering van menselijk DNA?
“De evolutie is hoe dan ook bezig om het menselijk ras aan te passen aan de nieuwe omgeving. Dat gaat traag, maar op lange termijn zul je wel een verschil zien. De menselijke soort zal binnen 100.000 jaar niet meer dezelfde zijn. Ik denk dat we al een grote stap voorwaarts kunnen zetten door erfelijke afwijkingen te vermijden.
“Maar er is ook nog een ander en fundamenteler probleem: in onze voorouderlijke omgeving ging natuurlijke selectie veel genadelozer en strenger te werk dan vandaag. De helft van alle baby’s haalde nooit hun vijfde verjaardag. De selectiedruk, zoals dat heet, lag enorm hoog. Onze levensomstandigheden en medische kennis zijn vandaag veel beter, waardoor de kinder­sterfte in rijke landen bijna verwaarloosbaar is. Bijna iedereen overleeft. Dat is een enorme ethische prestatie, maar een neven­effect is dat de genetische kwaliteit van de Homo sapiens op lange termijn achteruitgaat, waardoor we steeds afhankelijker worden van allerlei medische zorgen. Dat zie je ook bij gedomesticeerde dieren: die zijn vaak dommer en zwakker dan hun wilde varianten, omdat ze al millennia door alle zorgen omringd worden, en niet meer voor zichzelf moeten instaan. Natuurlijke selectie verliest dan haar greep, en dan gaat het stilaan achteruit.
“Dat is nu nog geen prangend probleem, want voorlopig worden we zelfs slimmer, door beter onderwijs en betere voeding. Maar het kan in de toekomst wel een probleem worden.”
Is er dan een internationaal verdrag nodig dat verdergaat dan de bestaande, strenge, afspraken?
“Internationale samenwerking is altijd een goede zaak voor dergelijke problemen, net zoals bij migratie, klimaat­bestrijding of de afbouw van kern­arsenalen. Zo vermijd je dat landen overhaast beginnen met bedenkelijke technologieën omdat ze bang zijn dat andere landen dat ook zullen doen en ze dan achterstand zullen oplopen. Als een genetische toepassing gevaarlijk of onwenselijk is, dan moeten we samen afspreken dat we daar niet aan zullen beginnen. Daarom moeten we de grens goed afbakenen tussen de vermijding van negatieve eigenschappen, zoals ziekten, en de bevordering van positieve eigenschappen.”