Over de waarheidsgevoeligheidseis en The Matrix: een verduidelijking

In het examen filosofie van het Nederlandse vwo (middelbaar onderwijs) zit een vraag over de hypothese van Elon Musk dat u en ik naar alle waarschijnlijkheid in een computersimulatie leven. Daarbij moeten leerlingen blijkbaar ook een vraag beantwoorden over mijn argument om die hypothese te verwerpen:

Musk heeft het over waarschijnlijkheden die de meesten van ons eerder onwaarschijnlijk zullen vinden. De Belgische filosoof Maarten Boudry vindt het bijvoorbeeld veel waarschijnlijker dat wij juist in de basiswerkelijkheid leven, aangezien een wereld als computersimulatie volgens hem vele malen ingewikkelder zou zijn dan de werkelijke wereld. De eenvoudigste verklaring voor onze ervaringen is volgens hem dat er gewoon e=en echte wereld aan ten grondslag ligt. Toch is het mogelijk dat Musk toevallig gelijk heeft, zoals het ook mogelijk is dat Boudry toevallig gelijk heeft en we ‘gewoon’ in de basiswerkelijkheid leven. Om te bepalen of een opvatting werkelijke kennis bevat, kan gebruik gemaakt worden van de waarheidsgevoeligheidseis.
– of de opvattingen van Musk en Boudry voldoen aan de waarheidsgevoeligheidseis en
– dat Boudry’s opvatting een ‘afleiding naar de beste verklaring’ is. Beargumenteer vervolgens of jij Musks redenering in tekst 6 een ‘creatieve abductie’ vindt.
Afbeeldingsresultaat voor matrix glitch

Wat is nu het correcte antwoord? De leerlingen worden verondersteld om te antwoorden dat mijn hypothese niet aan de zogenaamde “waarheidsgevoeligheidseis” voor kennis voldoet, maar ik kreeg vandaag een mail van een leerkracht die enkele leerlingen in zijn klas heeft die protesteren tegen dat antwoord. En volgens mij hebben ze gelijk: mijn argument voldoet wel degelijk aan de waarheidsgevoeligheidseis. Die eis stelt dat, indien de wereld anders was, onze overtuiging eveneens zou verschillen. Dus onze overtuiging moet “gevoelig” zijn voor hoe de wereld is. Mijn argument op basis van waarschijnlijkheid impliceert dat, indien we echt in een computersimulatie zouden leven, we dat zouden merken aan de onvolkomenheden en haperingen van het computermodel (in de film The Matrix worden dat ‘glitches’ genoemd). In dat geval zou ik dus ook de simulatie-hypothese aanhangen, zoals Elon Musk. Maar mijn argument tegen de simulatie-hypothese verwijst naar de wereld zoals hij zich aan ons voordoet. Onze ervaringswereld is volgens mij te robuust, fijnmazig en consistent om het resultaat te zijn van een computersimulatie (zie Illusies voor gevorderden, pp. 126-130). De hypothese van Musk is volgens mij daarentegen waarheidsongevoelig: zelfs indien we in een echte basiswereld leven, zou Musk nog altijd (op basis van zijn berekeningen) stellen dat we waarschijnlijk in een simulatie leven. Het argument van Musk is immers puur abstract: hij verwijst nergens naar empirische input (hoe de wereld zich aan ons voordoet).

Maar ik geef toe dat dit antwoord voor discussie vatbaar is: wellicht zou Musk het er niet mee eens zijn. Geen eenvoudige vraag voor vwo-leerlingen!