Karl Marx werd vandaag 200 jaar geleden geboren. Hoe relevant is hij nog? ‘Als Marx vandaag zou leven, dan zou hij eerst erkennen dat zijn voornaamste voorspellingen niet zijn uitgekomen’, zegt filosoof Maarten Boudry.
Van Rusland in 1917 tot mei ’68 in Europa, van Mao in China tot Che Guevara in Cuba en Lumumba in Congo: zijn standaardwerken Het kapitaal en Communistisch manifest wakkerden revoluties aan. Tegelijk gebruikten autoritaire regimes zijn filosofie als excuus voor bloedige repressie. De ideologische erfenis van Karl Marx, op 5 mei 1818 geboren in Trier maar ook een tijdje woonachtig in Brussel (1845-1848), zorgt ook vandaag nog voor debat.
Had de wereld er zonder Marx beter of slechter uitgezien?
Maarten Boudry: “Marx had een enorme invloed op de geschiedenis, vooral negatief. Regimes die zich op zijn denksysteem beriepen, maakten tientallen miljoenen slachtoffers. Maar een wereld zonder Marx? Een tegenfeitelijke geschiedenis schrijven is lastig. Naast Marx waren er nog vele andere socialisten en communisten, met gelijkaardige utopische ideeën. Als Marx in zijn wieg was gestorven, waren zij misschien in het voetlicht getreden.
“De ironie is dat Marx geloofde dat het verloop van de geschiedenis noodwendig was, vastgelegd door economische productieverhoudingen. Zijn eigen erfenis is daar de meest dramatische weerlegging van. De wereld wordt gemaakt door ideeën. De puinhopen van het communisme zijn een verhaal van ideeën, en hoe ze de wereld veroverden.”
Is Marx vandaag nog relevant?
“Veel minder dan vroeger. Er blijven nog slechts enkele regimes over in de wereld die zichzelf ‘marxistisch’ noemen. Als je China, dat nog weinig met marxisme te maken heeft, niet meerekent, dan is de invloed gering. Noord-Korea beroept zich nog op het marxisme-leninisme, maar ook op zijn eigen Juche-ideologie. Marx zelf zou Noord-Korea natuurlijk als een totale aanfluiting van zijn gedachtegoed zien, net zoals de dictaturen van Stalin en Mao. Maar hij schreef dan ook heel weinig over hoe het communisme er zou uitzien. Er is zijn bekende bucolische idylle over vissen in de ochtend, jagen in de namiddag, en discussiëren in de avond, maar veel concreter werd het niet. Die vraag interesseerde hem ook weinig. De dialectiek van de geschiedenis zou daar zelf voor zorgen. Ook in het Westen zijn klassieke marxistische partijen marginaal. Zelfs de Belgische PVDA, die naar internationale maatstaven vrij doctrinair is, heeft sinds 2008 sterk ingebonden.
“De invloed van Marx is natuurlijk wel een voldongen feit. In die zin is hij vergelijkbaar met Freud: wetenschappelijk compleet achterhaald, maar wel enorm belangrijk om de geschiedenis van de 20ste eeuw te begrijpen. En net zoals de psychoanalyse heeft het marxisme ook moderne incarnaties. Zijn gedachtegoed is niet zomaar van de aardbodem verdwenen na de val van de Muur.
“‘Marxisme’ is vooral voor bepaalde academici een soort gelofte van getrouwheid: ‘Ondanks alles – die tientallen miljoenen doden en zo – ben ik nog steeds marxist’. Erg vrijblijvend allemaal. Wat houdt dat in? Privaat eigendom afschaffen? Kapitalisme omverwerpen, dat zal wel, en wat komt er dan voor in de plaats? Dictatuur van het proletariaat, en van welk proletariaat dan?”
Stel dat Marx vandaag weer in Brussel zou leven, wat zou hij betogen?
“Als hij vandaag eerlijk zou zijn, dan zou hij eerst erkennen dat zijn voornaamste voorspellingen niet uitgekomen zijn: de lonen van arbeiders zijn niet op de bodem van het bestaansminimum gebleven, het aantal ‘kapitalisten’ is niet steeds verder gekrompen, het proletariaat is niet steeds armoediger geworden, en het kapitalisme is niet ineengestort onder zijn eigen contradicties.
“Maar de ‘vervreemding’ die hij vaststelde, zou hij nog altijd zien. De meeste mensen verrichten geen arbeid voor hun eigen levensonderhoud, dus voor iets tastbaars, maar voor iets abstracts, een loonbriefje of bankverrichting. Geld was voor Marx de bron van alle vervreemding, en dat zou hij nog steeds vinden. De huidige financiële markten, met hun complexe producten die niemand nog begrijpt, zou hij wellicht als de meest vergevorderde vorm van vervreemding beschouwen.”
Vijftig jaar geleden inspireerde het marxisme ook – een deel van – de mei ’68-beweging. Later werden ze als babyboomers een van de succesvolste economische elites ooit. Wat zegt deze paradox over het marxisme?
“Mei ’68’ers waren vaak jongeren uit welgestelde burgerlijke gezinnen, die studeerden aan goede universiteiten. In de eerste plaats zetten ze zich af tegen de bekrompen burgerlijke moraal, tegen Kerk en autoriteit.
“Die emancipatiebeweging was zeker waardevol, en dat is een positieve erfenis van mei ’68. Maar het klopt dat een deel van die beweging ook dweepte met het marxisme, en de lof zong van communistische dictaturen, in die tijd vooral het China van Mao. Niet dat ze eraan dachten om naar daar te verhuizen. In die zin waren het verwende nesten, die aan vrijblijvend deugdpronken deden, omdat marxisme toen ideologisch ‘correct’ was. Terwijl elders miljoenen mensen stierven door hongersnoden en in strafkampen.”
Rechtspopulisten hekelen nu het ‘cultuurmarxisme’ van progressieven, maar is dit geen identiteitspolitiek begrip dat ver van Marx staat?
“‘Cultuurmarxisme’ is een lastig begrip, omdat het veel ladingen dekt en soms neigt naar een complottheorie. Identiteitspolitiek bestaat zowel in linkse als rechtse varianten. Wel is er vandaag een vorm van linkse identiteitspolitiek die de denkkaders van Marx over onderdrukking overnam. Alleen werden ze toegepast op culturele en etnische domeinen, in plaats van de economische sfeer. Het klassieke proletariaat – de arbeiders – werd ingewisseld voor een nieuw proletariaat van verzamelde minderheden in de samenleving: niet-blanke migranten, niet-westerlingen, holebi’s, transgenders…
“Die identiteitspolitiek hanteert dezelfde simplistische tweedeling tussen onderdrukkers en onderdrukten, en koestert net zoals Marx de illusie dat elke groep van onderdrukten door een collectief bewustzijn wordt verbonden.”
Eenheidsdenken is onmogelijk geworden omdat individuen op het web kunnen kiezen tussen meerdere peer-groepen?
“Daar valt iets voor te zeggen. Er is vandaag geen overkoepelende hegemonie, de publieke opinie is veel meer versnipperd. In sommige academische disciplines en in cultureel-artistieke milieus heerst wel een links eenheidsdenken, maar dat sijpelt niet door naar de brede bevolking. Integendeel. Die mensen worden nu dikwijls uitgespuwd als ‘wereldvreemde, linkse culturo’s’ en ‘gutmenschen’.”
Kan er alsnog een nieuwe Marx opstaan?
“De behoefte van de mens aan een utopische heilsleer blijft even groot als vroeger. Marxisme was ‘opium voor intellectuelen’, zei Raymond Aron. Het is onvoorstelbaar – en ook wel angstaanjagend – hoe verslingerd intellectuelen waren aan dit denksysteem, over generaties en in verschillende incarnaties. En hoe moedwillig blind ze waren voor de vele miljoenen slachtoffers.
“Toch is de kans vandaag kleiner dat zo’n denksysteem een voet aan de grond zou krijgen. De sociale wetenschappen zijn veel verder gevorderd dan in Marx’ tijd. Eigenlijk was de geschiedenis van Marx een toepassing van de denkschema’s van Hegel, die in ‘het noodwendige verloop van de geschiedenis’ geloofde. Nauwelijks iemand neemt die onzin nu nog ernstig. We weten vandaag uit ervaring tot welke puinhopen utopische denksystemen kunnen leiden.”
Toch geloven denkers zoals futuroloog Peter Frase dat Marx’ utopie alsnog waargemaakt kan worden, maar dan door de automatisering.
“Marx had een hoorn des overvloeds voor ogen: niemand hoefde nog te werken om te overleven. Die utopie kan geleidelijk gerealiseerd worden door technologische innovatie, robotisering en de vrije markt natuurlijk.
“Maar Marx dacht ook dat de menselijke natuur zou veranderen, dat hebzucht en afgunst en competitie niet langer zouden bestaan. Dat is uitgesloten, tenzij je de biologische natuur van de mens verandert.”