Goede bedoelingen

Denkfout: ‘Iemand heeft goede bedoelingen en dus mag je geen kritiek geven’
Op oudejaarsdag publiceerde ik een essay in de Vlaamse krant De Morgen over de Belgische Partij van de Arbeid (PVDA+). Dat is niet zomaar de tegenhanger van de sociaal-democratische Pvda in Nederland. De Belgische PVDA is een communistische partij, die dertig jaar werd geleid door iemand die Stalin en Mao verheerlijkt, en persoonlijk op visite ging bij de Noord-Koreaanse dictator Kim Il-Sung. In 2008 onderging de partij een vernieuwingsoperatie, maar de oude stalinistische demonen zijn nog lang niet uitgebannen: van resoluties voor steun aan Noord- Korea, vergoelijking van het schrikbewind van de bolsjewieken, ophemeling van de dictaturen in Cuba en Venezuela enzovoort.
De Belgische PVDA bevindt zich in een soort ideologische spreidstand, zo betoogde ik in mijn stuk. Zelden heb ik zoveel bagger over me heen gekregen als de dagen na mijn stuk. Op sociale media en in mijn mailbox was het een waar festijn van drogredenen, ad hominem-aanvallen encomplottheorieën. Eén argument viel me op, en verklaart volgens mij de giftigheid van veel reacties.
Dat was de denkfout van de Goede Bedoelingen. In plaats van op mijn argumenten in te gaan, vonden velen het ongehoord dat ik überhaupt in de aanval ging tegen de PVDA. Hoe durfde ik mensen aan te vallen die ‘opkomen voor de gewone man’, die strijden tegen armoede en sociale uitbuiting? Die denkfout ziet Goede Bedoelingen als een soort morele vrijgeleide, die de bezitter immuniseert tegen kritiek. Dat is ook de reden waarom het zo lastig is om kritische vragen te stellen over de effectiviteit van ontwikkelingshulp, zoals de filosoof William Macaskill betoogt in zijn nieuwe boek Doing Good Better. Veel mensen vinden het onkies om met rationele argumenten te komen als het over goede doelen gaat. Dat is jammer, want Goede Bedoelingen staan niet garant voor Goede Daden. Goede Bedoelingen zijn een schaars goed in de wereld. Het is jammer wanneer ze verkwanseld worden aan slechte ideeën. We moeten kritische vragen kunnen stellen over de effectiviteit van ngo’s en over de fiasco’s van het communisme.
Die denkfout van de Goede Bedoelingen heeft ook een donkere keerzijde. Hoe vaster je overtuigd bent van je eigen goede bedoelingen, hoe minder je geneigd zult zijn om je ideeën aan een kritische toets te onderwerpen. De weg naar de hel ligt geplaveid met goede bedoelingen. Vanuit het standpunt van de dogmatische idealist kunnen zijn tegenstanders maar één drijfveer hebben: ze zijn kwaadaardig. Dat verklaart wellicht waarom ik zoveel vitriool over me heen kreeg van communisten.
Filosofie Magazine (februari 2017)