(De Tijd, rubriek ‘De Prullenmand’, 12 augustus 2016)
Ik ben nogal gesteld op onze vrijheden. Maar we moeten niet overdrijven. Eentje die voor mij op de schop mag, is de godsdienstvrijheid. Dat beginsel is in het beste geval volstrekt overbodig, maar meestal zelfs discriminatoir, arbitrair en absurd.
Alle vrijheden waarop religieuze gelovigen recht hebben, zitten al verankerd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, met name de vrijheid van gedachte en geweten, en de vrijheid van vereniging. Meningen zijn vrij, of ze nu religieus heten of niet.
De aparte behandeling van godsdienst heeft historische wortels. Onze liberale principes ontstonden in een tijdperk waarin mensen vervolgd werden wegens hun religieuze opvattingen (door mensen met andere religieuze opvattingen). In een volwassen liberalisme echter, ontwikkeld door denkers als Spinoza en John Stuart Mill, ressorteert de vrijheid van religie onder een meer algemene vrijheid van meningsuiting.
Kan het echter kwaad dat er, ten overvloede, ook een aparte vermelding van de vrijheid van godsdienst in onze grondwet staat? Vergelijk het met de vrijheid van gastronomische opvattingen of de vrijheid van meningen geuit op donderdagen. Beslist overbodig, maar toch onschuldig?
Alle meningen zijn vrij, maar religieuze meningen vrijer dan andere.
Helaas is het niet zo eenvoudig. Volgens een wijdverspreide misvatting – die iedereen natuurlijk vrij mag verkondigen – verdient religie bijzondere voorrechten. Alle meningen zouden vrij zijn, maar religieuze meningen vrijer dan andere. Voor religie moet je altijd ‘respect’ opbrengen. Bestaat er ten slotte niet zoiets als ‘godsdienstvrijheid’?
Eerder dan overbodig is de godsdienstvrijheid in die interpretatie ronduit discriminatoir. Neem het recente advies van de Raad van State dat een algemeen verbod op onverdoofd slachten een inbreuk vormt op de godsdienstvrijheid. Religie krijgt hier dus een vrijgeleide. Dezelfde daad is strafbaar voor één bevolkingsgroep (atheïsten), maar toegelaten voor een andere (moslims en joden).
En wat heet ‘godsdienst’ überhaupt? Door een miskleun als godsdienstvrijheid in de grondwet in te schrijven, verplicht onze arme staat zich ertoe theologie te bedrijven. Heeft elke authentieke religie een scheppingsverhaal of geloof in een soort hiernamaals? Moet er een opperwezen zijn, of een eredienst? Is een heilig boek noodzakelijk? Geen van die eigenschappen is cultureel universeel. Met hoeveel moet je overigens zijn om samen een ‘religie’ te vormen? Is één roepende profeet in de woestijn voldoende?
Neem onze eurocentrische fixatie op heilige boeken. In de Koran staan vage bepalingen over lichaamsbedekking. Moslims schermen met die tekst om het recht op te eisen overal een hoofddoek te dragen. Maar ook de voorstanders van een hoofddoekenverbod laten zich tot een exegetisch steekspel verleiden. Staat er echt dat het hoofd bedekt moet worden, of is de borststreek voldoende? Schendt het verbod de godsdienstvrijheid, of niet?
Maar die discussie is absurd. Een gelovige geniet de vrijheid om een originele of zelfs onzinnige interpretatie van een tekst te kiezen. En waarom zou een overgeleverd boek als maatstaf gelden? Stel dat een moslima beweert dat het haar diepste innerlijke overtuiging is dat Allah die hoofddoek van haar verlangt, ongeacht wat de Koran of imam zegt. Misschien heeft een aartsengel het haar hoogstpersoonlijk ingefluisterd. Wie dat niet als ‘religie’ erkent, huldigt de macht van de meerderheid en discrimineert religieuze vernieuwers en minderheden.
En andersom: stel dat de Koran letterlijk en ondubbelzinnig stipuleert dat vrouwen overal in boerka moeten rondlopen, met slechts een kleine opening voor één oog, zoals een Saudische geestelijke voorstelde. Moet vadertje staat dan zeggen: ‘Het staat in dat boek, dus moeten we het toelaten?’
Is astrologie een religie? Naturisme? Rastafarisme? Iedereen die dat wenst, kan het etiket ‘religie’ met alle voorrechten opeisen. Een verantwoorde antropologische definitie is er toch niet. Dat is wat Scientology-peetvader Ron L. Hubbard deed, nadat hij voor onwettige uitoefening van de geneeskunde was veroordeeld. De hele doctrinaire zwik werd tot ‘religie’ omgedoopt, waardoor Scientology (voorheen Dianetics) tot op vandaag in de VS is vrijgesteld van belastingen, want ze is een ‘religie’.
Als het zo zit, doet deze atheïst ook zijn duit in het zakje. De almachtige heeft me zonet langs mijn sensus divinitatis doorgeseind dat onderhavig opiniestuk de onfeilbare en finale openbaring aangaande godsdienstige kwesties behelst. Respecteer mijn religie, gij allen! Het papier waarop deze openbaring is afgedrukt, is heilig. Wie deze krant in de prullenmand gooit, of door de papierversnipperaar jaagt, pleegt blasfemie. Heer, bevrijd ons van de godsdienstvrijheid!