Vergelijk Peter V. met Abu Boutros al-Belgiki, een fictieve figuur die helaas talloze mensen van vlees en bloed vertegenwoordigt. Al-Belgiki gelooft dat het Einde der Tijden nabij is. In de aanloop woedt een oorlog tussen Goed en Kwaad. De ware gelovigen erkennen een soevereine en almachtige God, die hemel en hel schiep, en zich finaal openbaarde in de Koran. Tegenover hen staan de krachten van het Kwade: de ongelovigen, hypocrieten en afvalligen, de kruisvaarders. Iedereen die het ware geloof niet omarmt, verdient het om gedood te worden, en daarna voor eeuwig gefolterd in de hel. Elke rechtgeaarde moslim, zo gelooft Al-Belgiki, heeft de plicht de oproep tot jihad te beantwoorden, in afwachting van het nakende einde van de wereld. Wie sneuvelt op het slagveld gaat recht naar het paradijs.
Wie is het gevaarlijkst? Geen van beiden roept direct op tot geweld. In de huidige Belgische wetgeving is Peter V. strafbaar, maar Al-Belgiki niet. V. riskeert een gevangenisstraf tot één jaar, conform de Belgische negationismewet van 1995 tot bestraffing van het “ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren” van de Shoa.
Die situatie is absurd. Een complotdenker als Peter V. zou geen vlieg kwaad doen. Ik heb ooit twee uur met hem in de Vooruit over zijn bizarre ideeën gesproken. Ik werd niet ritueel onthoofd, noch met de dood bedreigd. Op dit moment vormt de Belfort-group, opgericht door Peter V., geen enkele fysieke bedreiging voor individuele personen of voor onze samenleving. De voornaamste drijfveer van Peter V. is volgens mij niet eens antisemitisme. Net zoals vele andere complotdenkers heeft V. de overtuiging opgedaan dat er sinistere krachten achter de schermen van het wereldtoneel opereren, die machtig genoeg zijn om ons zowat alles wijs te maken.
In het aanschijn van elke historische gebeurtenis zal de complotdenker, conform die opvatting, altijd de officiële versie met argwaan bekijken: dat is wat “ze” ons willen wijsmaken. Dat zo iemand uiteindelijk ook de Holocaust in twijfel zou trekken, met dezelfde paranoïde logica en drogargumenten, stond in de sterren geschreven.
Averechts effect
De opvattingen van Al-Belgiki daarentegen worden op dit moment gedeeld door tienduizenden individuen wereldwijd, waaronder velen in onze Europese steden. Hoewel Al-Belgiki niet direct aanspoort tot geweld, is zijn standpunt slechts een haarbreedte van IS verwijderd. Al-Belgiki en de zijnen bevinden zich op een glijdende schaal van vergoelijking naar verheerlijking naar verwerkelijking. In sociologisch opzicht, zoals Peter De Roover schreef, bestaat onder salafi-jihadisten een “zachte overgang naar geweld en terreur”.
Met inperkingen van het vrije woord moeten we bijzonder zuinig omspringen, want vaak ressorteren die een averechts effect. De aanfluiting van het vrije woord genaamd ‘negationismewet’ moet sowieso op de schop. Sterker nog: zolang die wet bestaat, zoals ook Joël De Ceulaer schreef (DM 30/7), is het hypocriet om je met verheven morele woorden te verzetten tegen een voorstel om verheerlijking van islamitisch terrorisme strafbaar te maken.
Als het vrije woord vandaag ergens moet worden beknot, dan niet voor negationisme, en zelfs niet voor de meeste uitingen van racisme, hoe walgelijk ook. Niet Peter V., maar Al-Belgiki en zijn kompanen vormen vandaag een bedreiging voor de samenleving. Als er morgen een neonazibeweging opstaat, die tienduizenden actieve aanhangers weet te werven en op bijna dagelijkse basis aanslagen pleegt tegen joden en gekleurde medemensen, dan hebben we een ander verhaal.
Directe aansporing tot terrorisme valt niet onder de vrije meningsuiting, daar is iedereen het over eens. Maar wat met verheerlijking en vergoelijking? In de huidige context van het hellende vlak, waarop duizenden godsdienstfanaten met uiteenlopende snelheden aan het glijden zijn, is dat een aanmoediging om meer geweld te plegen. Wie met een vlag van IS zwaait, of zijn propaganda verspreidt, of leedvermaak uit tegenover zijn slachtoffers, die zegt eigenlijk: “Meer van dat graag”. De apocalyptische heethoofden van IS sturen expliciet aan op genocide, ditmaal niet op etnisch-raciale gronden, zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar op godsdienstige gronden: de Endlösung der Ungläubigenfrage. En wat is er erger: een voorbije genocide ontkennen of een lopende toejuichen?