Waarom zedig zwijgen over geïmporteerde misogynie?

Evelien Chiau was “echt verbijsterd” over mijn uitspraken over verkrachting in het dubbelinterview met Dyab Abou Jahjah. ‘Verkrachte vrouwen worden hier ernstig genomen’, zo liet ik optekenen, in tegenstelling tot de Arabische wereld. Verkrachting is echter moeilijk te bewijzen, voegde ik daaraan toe, waardoor het vaak woord tegen woord blijft en het aantal effectieve veroordelingen ook in Europese landen laag ligt. Chiau betwist dat verkrachte vrouwen hier ernstig worden genomen: slechts vier procent van de aangiften in België leidt tot veroordeling, vergeleken met veertien procent in andere Europese landen.
Dat een klacht niet tot een veroordeling leidt, kan echter meerdere oorzaken hebben. Ook het vermoeden van onschuld is nu eenmaal een centrale pijler van een rechtstaat. Een dader vrijuit laten gaan is erg, maar een onschuldige opsluiten nog erger. Ook andere verklaringen zijn mogelijk: een onvindbare dader, een valse klacht, een gebrek aan middelen, een ambigue relationele situatie, of inderdaad – zoals Chiau aangeeft – een verfoeilijke vorm van ‘victim blaming’. De kloof met andere Europese landen is merkwaardig, maar de cijfers zelf bieden geen uitsluitsel.
Een belangrijker bezwaar is dat Chiau mijn uitspraak uit de context rukt. Het debat met Abou Jahjah ging over de relatieve cultuurverschillen tussen het Westen en de Arabische wereld, en de vraag of die culturen met elkaar in botsing kwamen in Keulen op oudejaarsnacht. Dat lijkt me volstrekt evident. Een vrouw heeft volgens de traditionele islamitische cultuur zelf de plicht om zich zedig te sluieren en zich tegen begeerlijke mannenblikken te beschermen. Macho-culturen in de Arabische wereld en in Latijns-Amerika doen expliciet aan ‘victim-blaming’: Draagt een vrouw een kort rokje en wordt ze aangerand, dan moet ze achteraf niet komen klagen. Niet zelden wordt het slachtoffer door de eigen familie bestraft of zelfs vermoord, om de schande uit te wissen. In sommige Arabische landen voorziet de wet nog steeds de mogelijkheid om een verkrachter zijn schuld kwijt te schelden, als hij bereid is om met het slachtoffer te trouwen. De toestemming van het slachtoffer is uiteraard van geen belang (in 2012 bestond het systeem nog in acht Arabische landen, maar ook in Latijns-Amerika). Geen enkel Arabisch land haalt de top 100 van de Gender Gap Index van de World Economic Forum. Dat wil niet zeggen dat het voor vrouwen hier een paradijs is. Beter kan het overal. Maar is het zo moeilijk om op zijn minst te erkennen dat er een hemelsbreed verschil is? Over Keulen en de geïmporteerde misogynie rept Chiau met geen woord. Als we verkrachte vrouwen echt ‘ernstig willen nemen’, zoals Chiau schrijft, moeten we ook die diagnose durven te stellen. Dat ze de context van de cultuurkloof verzwijgt waarin ik mijn uitspraken heb gedaan, ruikt naar die typische westerse zelfkastijding die ik in het dubbelinterview net laakte.
(De Morgen, 19/01/16)