Slecht nieuws voor mensen die houden van slecht nieuws

De jongste jaren is hun aantal onrustwekkend gegroeid. Sommigen zijn van vreemde origine, maar velen zijn hier in onze eigen contreien opgegroeid. Negatieve ervaringen en frustraties zouden de voedingsbodem zijn van hun nihilisme en hun verwerping van de moderniteit. Onze jonge generaties blijken helaas vatbaar voor hun zwarte wereldbeeld.

Doemdenkers – of wat dacht u? In de eindejaarsperiode mogen deze professionele zwartkijkers, galspuwers en pretbedervers traditioneel nog eens opdraven om te verkondigen dat het vijf voor twaalf is, of vijf over twaalf, of half één. Volgens de Nederlandse filosoof Rob Riemen, in een gretig gedeeld interview in Knack, leven we in het “tijdperk van de georganiseerde domheid” en laten we ons allemaal “verneuken” waar we bij staan. Hij doet een oproep aan alle “weldenkende mensen” om zich te verenigen tegen de barbarij, voor het te laat is. Voor Riemen is de Europese cultuur onze enige redding, in een oceaan van duisternis.

In Waarover men niet spreekt van de publicist Wim van Rooy lezen we zelfs dat de islam het nieuwe nazisme is, dat gestaag oprukt en binnenkort onze Europese cultuur overrompelt. Ook de Britse schrijfster en ex-non Karen Armstrong is “doodsbang over onze toekomst, en dat wordt alleen maar erger”. Maar Armstrong is niet bang van de islam; zij is net bang van figuren zoals Wim van Rooy e tutti quanti, die haar herinneren aan de opkomst van Hitler. De jaren 30 zijn terug, zoveel is zeker. Nu alleen nog uitmaken wie de bruinhemden zijn. Voor Armstrong is het Westen de zondebok, voor Riemen en Van Rooy onze enige redding tegen de barbarij. Er luidt ergens een onheilsklok, maar niemand weet de klepel hangen. De barbaren staan aan de poort, ze moeten alleen nog hun visitekaartje afleveren.

De meeste doemprofeten zijn aanstellers, maar de nieuwjaarsbrief van Tessa Vermeiren in deze krant, waarin ze haar eigen uiteengespatte illusies over de Arabische wereld beschreef, klonk oprecht ontredderd. Vooruitgangsoptimisme noemt ze “fluiten in het donker”. Toch is de wereld niet gevaarlijker en onveiliger dan vroeger, voor wie op statistieken in plaats van krantenkoppen vertrouwt. Negen miljard mensen zullen elkaar altijd voldoende geweld aandoen om een jaaroverzicht rijkelijk te vullen. Goed nieuws is geen nieuws.

SHARE
‘Behoudens de goddelijke interventie waar ze op hopen (quod non), is het kalifaat gedoemd om roemloos te verdwijnen.’
De objectieve risico’s van terrorisme voor elk van ons zijn verwaarloosbaar. Badkuipen, bijenzwermen en broodroosters zijn nog altijd dodelijker dan terroristen. In de VS had je afgelopen jaar minder kans om door een terrorist omver geknald te worden dan door een peuter. Natuurlijk hebben terroristen, in tegenstelling tot broodroosters, de doelbewuste intentie om zoveel mogelijk mensen de dood in te jagen, en slaan ze volkomen willekeurig toe, op de meest spectaculaire manier. Dat is hun strategie: door een handvol willekeurige mensen te treffen, jaag je miljoenen de daver op het lijf.

Noch de ideologie van het salafi-jihadisme is nieuw, noch de strategie van terreur als intimidatie. Enkel het gebruik van moderne communicatiemiddelen is ongezien en verbijsterend succesvol (vergelijk met de gortdroge videotoespraken van Osama bin Laden). Deels orkestreert IS die zelf, deels buiten ze onze eigen disproportionele aandacht voor rampnieuws uit. Alsof de rattenvanger van Hamelen zijn panfluit in dolby surround over de hele natie kan bespelen, begeleid door bezwerende videobeelden.

Maar is het jihadisme een ‘existentiële bedreiging’ voor onze samenleving, een ernstige uitdager van de liberale democratie? Totaal niet. De geschiedenis wijst uit dat terroristen altijd verliezen, tenzij ze beperkte en haalbare territoriale eisen stellen. De eisen van ISIS – wereldwijde vestiging van een kalifaat onder de sharia – zijn knettergek en compleet ononderhandelbaar, zelfs voor hun nauwste ideologische verwanten, het salafistische koningshuis van Saudi-Arabië. Behoudens de goddelijke interventie waar ze op hopen (quod non), is het kalifaat gedoemd om roemloos te verdwijnen.

Naarmate terroristen driester te werk gaan, slinkt de sympathie in hun eigen gemeenschap. Na de moordaanslag op Charlie Hebdo weerklonken kreten dat de cartoonisten hun verdiende loon hadden gekregen, of dat ze het op zijn minst zelf gezocht hadden. Dat refrein verstilde na de tweede aanslagengolf in Parijs in november. De exodus van Syrische en Irakese moslims, die het goddeloze Westen verkiezen boven het kalifaat, is een opdoffer voor de terreurgroep. De visvijver voor hun rekrutering is niet oneindig, en de groeiende spot op sociale media (ook van moslims) doet hen veel pijn.

Natuurlijk zorgt terreur voor wederzijds wantrouwen tussen de gemeenschappen, maar het zorgt ook voor het besef dat we een gemeenschappelijke vijand delen. Bij moslims rijst ook het inzicht dat een vrome beleving van hun geloof, door een letterlijke lezing van de heilige boeken, tot een onmenselijke gruwelen kan leiden. Er is een stille revolutie aan de gang in het Midden-Oosten, zo schreef Thomas Friedman in The New York Times, die moslims wegdrijft van de islam, of althans de fundamentalistische strekkingen. Velen hebben hun buik vol van de moellahs en de haatpredikers, van het onophoudelijke sektarische geweld. Laat mij maar dit deuntje fluiten in deze donkere dagen.

(De Morgen, 06/01/16)