Weet je wie voor het eerst de link tussen tabak en kanker vaststelde? De Nazi’s. Zij waren de eerste in de geschiedenis om een rookverbod uit te vaardigen in de publieke ruimte. Maar de nazi’s hadden gewoon gelijk. Hun Deutsche Physik was knettergek, maar hun epidemiologisch onderzoek naar longkanker was bijzonder gründlich. Ze ontdekten zelfs dat passief roken (Passiv Rauchen) schadelijk was. Na de oorlog hekelden tabaksfirma’s de campagnes tegen roken als “nazi-praktijken”, maar zij bezondigden zich aan de zogenaamde genetische drogreden.
Die denkfout, een late aanwinst in het arsenaal van de kritische denker, heeft met genetica niets te maken, wel met herkomst of genese. Je begaat de denkfout als je een conclusie over X trekt louter op basis van de afkomst van X. Heb je geen idee wie deze drogreden gemunt heeft? Maakt niet uit: volgens haar eigen logica is die herkomst toch irrelevant (ze werd in 1934 bedacht door Morris R. Cohen en Ernest Nagel).
Toch is de genetische drogreden – zoals zovele klassieke drogredenen – minder eenduidig dan ze lijkt. Soms verwijzen we naar de herkomst van X omdat we, bij gebrek aan volledige informatie, een inschatting maken over de betrouwbaarheid van X. Een lofzang op melk en boter nemen we niet ernstig indien afkomstig van de zuivelindustrie. Een kritisch artikel over een nieuwe fossiele vondst lezen we niet eens als het door een creationist werd geschreven.
Natuurlijk is het logisch mogelijk dat een zuivelboer onpartijdig is over zuivel, dat een creationist de datering van een fossiel weerlegt, of dat een topbankier iets zinnig zegt over bonussen. Maar die preoccupatie met logische mogelijkheden moeten we verlaten: we leven in een onzekere wereld, waarin veel mogelijk is, maar weinig waarschijnlijk.
Nu bedacht ik een toepassing van de genetische drogreden die wel met genen te maken heeft: verzet tegen de techniek van genetische modificatie (GGO). Bij klassieke veredeling kruist de teler de genen van verschillende gewassen met elkaar, om zo een interessante eigenschap te bekomen, bijvoorbeeld resistentie tegen schimmel. GGO-technologie betracht hetzelfde, maar veel gerichter. Ze voegt enkel het gewenste stukje DNA in, bijvoorbeeld uit een wilde variant, zonder andere genetische ballast mee te zeulen. Beide technieken wijzigen DNA. De ironie wil dat GGO-tegenstanders hetzelfde willen, maar hun eigen handen op de rug binden. Ze mogen alleen kruisen en selecteren, maar geen DNA aanraken!
Dat is alsof je een pak speelkaarten net zolang blijft schudden tot ze in de juiste volgorde liggen, in plaats van ze gewoon handmatig te schikken. Het resultaat is hetzelfde. De herkomst van DNA is strikt irrelevant voor haar effecten op het organisme. GGO-tegenstanders begaan dus een genetische drogreden over genen, een denkfout in het kwadraat.