De zalm en zijn tegenstroom

(column Filosofie Magazine)
Kende  u de ad populum drogreden al? “Iedereen gelooft het, dus moet het waar zijn”. Onzin natuurlijk: de goegemeente kan zich schromelijk vergissen. In onversneden vorm is de ad populum drogreden nogal doorzichtig. Wie slikt nu klakkeloos de mening van de meerderheid? (“Iedereen weet dat ad populum geen geldig argument is, dus…”)
Minder voor de hand liggend, maar toch veel voorkomend, is een omkering van de ad populum denkfout. In onze cultuur, waarin eenieder wordt aangemoedigd om kritisch en zelfstandig te denken, wantrouwen we denkbeelden vaak naarmate ze door meer mensen worden gedeeld. Populariteit is verdacht. Iedereen gelooft dat iets waar is, dus moet het wel vals zijn.
Een aantal zegswijzen geven daarvan blijk: niemand wil met de wolven meehuilen. Liever willen we tegen de stroom inroeien. We misprijzen de kuddedieren, maar we roemen de dwarsdenker, de tegendraadse stem, de luis in de pels van het establishment.
De Vlaamse krant De Morgen koos onlangs de zalm als mascotte van haar nieuwe campagne: de zalm zwemt immers tegen de stroom in, wars van conformisme en groepsdenken. Het probleem is dat iedereen zich graag zo’n zalm waant, moedig ploeterend tegen de stroom. Waaruit bestaat die stroom dan? Uit andere zelfverklaarde zalmen. Maar wie behoort dan nog tot de grond- en wie tot de tegenstroom? Is tegendraads het nieuwe orthodox?
Zalmen zoeken de stroom op, waarheen die ook vloeit, en zwemmen er tegenin. In de culturele wereld herkennen we dat als het snobisme van de minderheid. Aficionado’s van alternatieve muziek dwepen met de underground, maar snoeven als hun favoriete groep een platencontract krijgt. Onbekend is bemind, en bekend is onbemind.
Als zalmen bij elkaar scholen, vormen zij op den duur zelf de nieuwe mainstream. Dan moet de zelfverklaarde zalm weer koers wijzigen. Of de sterkte van de stroom gaan overdrijven. We wanen ons graag de eenzame dwarsdenker, vechtend tegen het pensée unique, tegen de heersende orthodoxie die ons probeert monddood te maken. Hoe groter de vijand, hoe heldhaftiger ons verzet. We duwen onze tegenstrever in de rol van Goliath, en trekken zelf de sandalen van David aan.
Bij opiniemakers is die kwaal een milde beroepsmisvorming. Waarheen de stroom ook vloeit, zij moeten er tegenin zwemmen, willen ze zichzelf niet overbodig maken. Hoed u voor hun gratuite retoriek, waarin zij optornen tegen een ingebeelde orthodoxie: “niemand durft het dogma in vraag te stellen dat…”; “onze gevestigde stemmen zijn blind voor…”
Moraal van het verhaal: iedereen trapt in deze drogreden, behalve u, kritische lezer! Wat bent u toch moedig en eigenzinnig!