(‘Denkfouten’ – Column Filosofie Magazine 2014/10)
De Noorse godheid Loki sloot ooit een weddenschap af met de dwergen. Indien hij verloor, mochten ze zijn hoofd afhakken. En waarachtig, Loki trok aan het kortste eind, en de dwergen haalden terstond hun bijl boven. Doch Loki maakte misbaar: hij had de dwergen zijn hoofd beloofd, maar zijn nek mochten ze onder geen beding aanraken. Een discussie ontspon zich tussen de terechtgestelde en zijn beulen: waar hield Loki’s hoofd op, en waar begon zijn nek? Volgens de overlevering is Loki nog steeds aan het filibusteren, met zowel hoofd en nek stevig op de romp.
Filosofische deskundigen in de argumentatieleer, macabere lieden als ze zijn, scharen zich aan de kant van de dwergen: het is niet omdat je de precieze grens tussen hoofd en hals niet kan bepalen, dat het onderscheid een illusie is. De Hartenkoningin in Alice in Wonderland, die geschillen steevast beslecht door hoofden af te hakken, zou het er roerend mee eens zijn.
De drogreden van Loki – in het Walhalla berucht als gewiekste mooiprater – bega je als je een discussie lamlegt door te eisen dat elke gebezigde term eerst precies wordt vastgelegd. Liefst met de filosofische goudstandaard: een handvol noodzakelijke en voldoende voorwaarden. De houding klinkt redelijk, maar in de praktijk is het een vorm van conceptuele koudwatervrees die redelijke discussies belemmert. Soms moeten filosofen de duik wagen. Gaandeweg ontdek je hoe je termen invult, en hoe je ze eventueel kan verfijnen.
Loki’s Waagstuk is verwant aan de Sorites-paradox: als je zandkorrel na zandkorrel bij elkaar gooit, vanaf wanneer heb je een ‘hoop’ zand? Eén enkele korrel volstaat niet. En van iets dat geen hoop is, kan je nooit een hoop maken door er een korrel bij te gooien. Ergo: er bestaan geen zandhopen. De Sorites-paradox wijst op het belang van vage concepten, en de vraag wanneer aan hun voorwaarden voldaan is, terwijl Loki’s drogreden gaat over de overgang tussen twee concepten.
Dat er schemering bestaat, bewijst niet dat dag en nacht illusies zijn. Loki’s Waagstuk, zo betoog ik in een hoofdstuk voor de bundel The Philosophy of Pseudoscience, heeft ook geleid tot de filosofische patstelling over het demarcatieprobleem. Als we wetenschap en pseudowetenschap niet preciés kunnen afbakenen, zo menen veel filosofen, dan mogen we het demarcatieproject meteen begraven. Wat immers met snaartheorie, evolutionaire psychologie, economie, kosmologie en andere randgevallen?
Hier steekt Loki de kop op. Je kan net zo goed volhouden dat Loki geen hoofd heeft, omdat die naadloos overgaat in zijn nek. Met dat soort conceptuele onthoofding schieten we echter weinig op. De wereld is nu eenmaal vager dan we wensen.