Divesteren is flauwekul (interview FondsNieuws)

De Belgische filosoof Maarten Boudry vindt het idee dat economische groei een probleem is, sterk verouderd. Divesteren noemt hij onzinnig en voor zogenaamde “groene” fondsen moeten beleggers op zijn hoede zijn. ‘Er zit veel irrationaliteit in zogenaamd ethische beleggingskeuzes.’

Dat stelt filosoof Maarten Boudry in gesprek met Fondsnieuws. In November 2021 publiceerde Boudry zijn boek Waarom ons klimaat niet naar de knoppen gaat (als we het hoofd koel houden). Ook investeerders die beleggingen in niet-duurzame energiebronnen uit de portefeuilles willen snijden om zodoende het klimaat te “redden”, houden het hoofd wat Boudry betreft beter koel.

‘Divesteren werkt helemaal niet. Zolang er vraag is naar bijvoorbeeld olie, een goedkoop, massaal gebruikt en voorlopig onmisbaar product, zal die industrie blijven draaien. Alleen het stoppen met kopen van benzine zal effect hebben. Een divestmentstrategie van een institutionele partij is absoluut geen risico voor partijen zoals Shell of ExxonMobil.’

Wat is er mis met divesteren?

‘Die olie- en gasmarkt is ontzettend efficiënt en de elasticiteit is dus hoog. Alle divesteringen zullen meteen worden opgevuld door minder scrupuleuze beleggers. Dat er iets moet veranderen is duidelijk, maar zolang we dat niet eensgezind en wereldwijd doen, moeten we met betere oplossingen komen. Zo simpel is dat.’

‘Hoed u ook voor zogenaamd ethische of groene beleggingsfondsen. Groene beleggingsfondsen die bijvoorbeeld in biomassa of bio-landbouw zitten, zorgen juist voor veel ontbossing. Er zit veel irrationaliteit in zogenaamd ethische beleggingskeuzes. Groene fondsen zijn vaak opportunistisch en dansen naar de pijpen van de publieke opinie.’

‘Het is als belegger makkelijker om een verschil te maken door positief te investeren in jonge bedrijven met weinig kapitaal en een slim idee. Dan komen de goede ideeën pas écht van de grond.’

U stelt in uw boek dat economische groei de oplossing is. Hoe ziet u dat voor zich?

‘De echte gamechangers voor het klimaat komen van nieuwe technologie. Om die technologie te ontwikkelen hebben we groei nodig. Mensen die pleiten voor consuminderen snappen ironisch genoeg de omvang van het probleem niet. Het doel is niet om wat minder uit te stoten, het doel is om de uitstoot van CO2 tot nul te reduceren. Een maatschappij waarvan de economie niet meer groeit, gaat dat doel nooit halen.’

‘Groei is dus niet het probleem, maar de oplossing. Als je groei remt door te consuminderen bijvoorbeeld, schiet je jezelf als economie in de voet. Ook verlies je dan het draagvlak. Mensen zijn veel moeilijker te overtuigen als de taart niet meer groeit.’

Wat moet er concreet gebeuren met kolen, gas en olie?

‘Met de middelen van vandaag hebben opkomende landen geen andere keuze dan het stoken van kolen en gas. We kunnen die fossiele industrie simpelweg niet verbieden op

mondiale schaal. Als rijke landen hun gasvoorraden onder de grond laten zitten, dan zal de rest van de wereld niet zomaar dat voorbeeld volgen. Wij hebben weinig hefbomen om landen ervan te overtuigen hun voorraden onaangeroerd te laten.’

‘Het is overigens ook immoreel om de keuzeopties van arme landen te beperken terwijl wij al twee eeuwen kolen stoken op dit continent. Kijk naar Duitsland, die stoken – notabene als voorloper van de transitie – nog tot 2038 steenkool.’

‘Duitsland verliest daarmee haar morele recht om de rest van de wereld te vertellen wat ze moeten doen. Zelfs Noorwegen, waar de helft van de mensen braaf in elektrische voertuigen rijdt, verdient nog altijd 20 procent van zijn bbp met de verkoop van gas en olie. Arme landen moeten ertoe worden verleid die kolen in de grond te laten zitten door ze een duurzaam, betaalbaar en schaalbaar alternatief te bieden.’

Kunnen we, gezien de urgentie, wel wachten op die nieuwe technologie?

Mensen die niet willen wachten op nieuwe technologieën, moeten dan hopen op massale gedragswijzigingen. Die hoop is nog een stuk ijdeler. Stoppen met vliegen en rijden gaat nog veel langer duren. Milieuvervuiling werd tot nu toe niet opgelost door minder te consumeren of minder kinderen te verwekken, maar door consumptie los te koppelen van milieu-impact, dankzij slimme technologische innovaties. We gingen niet minder rondtuffen, maar haalden lood uit onze benzine. We bleven olie en steenkool stoken, maar installeerden filters op onze schoorstenen die roet en zwavel tegenhouden.’

‘Ik kan me geen scenario voorstellen waarbij de komende twintig jaar de temperatuur niet zal opwarmen. De drempel van 1.5 °C graad uit het Parijs Akkoord gaan we gegarandeerd niet halen, 2°C wordt al heel lastig. Maar het heeft ook geen zin om het klimaat te “redden” terwijl we chinezen en indiërs arm houden.’

‘Er is in de geschiedenis nog geen enkel land ter wereld aan armoede ontsnapt zonder fossiele brandstoffen. Je kunt een land simpelweg niet industrialiseren met zonnepanelen en windmolens alleen. Dat is écht irrationeel.’

Aan welke oplossingen denkt uzelf? 

‘Als we nu exact dezelfde reactoren zouden bouwen als Frankrijk deed in de jaren 70, kunnen we onze elektriciteit al volledig CO2-neutraal opwekken. Laat staan wat het plaatsen van moderne kernreactoren zou kunnen betekenen voor industrie en transport. De kostprijs daarvan moet alleen omlaag.’

‘Eigenlijk zijn we helemaal vrij zeker over de fysische haalbaarheid van het afstappen van fossiele brandstoffen. Een radicaal nieuwe technologie is dus niet eens écht nodig. De batterijopslag voor zonne- en windenergie is er ook al, maar dat blijft nog erg duur, en dus zullen we opkomende landen daar niet van kunnen overtuigen.’

‘De mens is de meest innovatieve soort op deze aarde. Wij kunnen overal ter wereld vertoeven, met technologie. Klimaatopwarming kan rampzalig worden, als we het verknoeien, maar het risico op een existentiële risico is nihil wat mij betreft. De echte doemscenario’s, waarbij gesproken wordt over het verdwijnen van de mens, zijn flauwekul.’

Heeft economische groei geen eindpunt?

‘We zitten nog lang niet in de buurt van onhoudbare groei’, antwoordt Boudry stellig. ‘Hoewel het een eeuwenoud argument is, werd het in 1972 nog eens hartstochtelijk voor het voetlicht gebracht door de Club van Rome, een particuliere stichting van Europese industriëlen en wetenschappers die hun bezorgdheid over de toekomst van de wereld ventileerden. Het lijkt erop dat ook hun intellectuele erfgenamen weinig hebben bijgeleerd over groei.’

Boudry erkent dat het idee dat niets oneindig kan groeien, logisch klinkt. In theorie klopt dat, stelt hij, maar dat wil niet zeggen dat we groei nu moeten stilleggen. De filosoof haalt Lewis Wolpert aan, de Zuid-Afrikaanse bioloog en schrijver van het in 1998 verschenen werk Unnatural Nature of Science. In dat boek legt Wolpert uit dat veel wetenschap contra-intuïtief is; het is vaak in strijd met het zogenaamde gezonde verstand.

‘Als iets intuïtief is, is de kans groot dat het geen wetenschap is. De waarheid is vaak net het tegenovergestelde van wat je vermoedt. Die theorie kunnen we ook loslaten op intuïties rond economische expansie. Groei an sich is niet het probleem.’

(Interview Fonds Nieuws, 19 januari 2022)