Whataboutism

Onlangs kocht ik een boekje genaamd Lost in Translation, een verzameling van unieke en onvertaalbare woorden in diverse talen. Neem het prachtige Jiddische trepverter, letterlijk ‘trapwoorden’: een slimme riposte waar je pas aan denkt als je terug thuis bent en naar je slaapkamer gaat. Of het Indonesische jayus: een grap die zo slecht is, en zo belabberd verteld wordt, dat je onwillekeurig toch moet lachen.

Engelstaligen kennen het woord whataboutery, dat gemunt werd tijdens de conflicten in Noord-Ierland in de jaren 90. Heb je het wel eens meegemaakt? Je steekt een betoog af over een bepaald onderwerp, en je gesprekspartner begint vervolgens over iets heel anders: ‘Waarom heb je het daar niet over, in plaats van over X?’ In plaats van in te gaan op wat de ander zegt, verleg je gewoon de discussie: ‘But what about X?’ Als iemand dat opmerkt, dan is dat doorgaans bedoeld als een verwijt van hypocrisie of selectiviteit: je spreekt wel over Y, maar je zwijgt zedig over X? Heb je soms een verborgen agenda? In het Nederlands zou je ‘whataboutery’ kunnen vertalen als watmetterij , of hoe-zit-het-dan-metterij (nieuwe woorden munten is niet makkelijk).

Een voorbeeld. De historicus Jeroen Bouterse reageerde een tijdje geleden op een stuk van mij over religieus fundamentalisme, naar aanleiding van een academische publicatie over dat onderwerp.[1] Daarin ik betoogde dat vele seculiere westerlingen tegenwoordig vervreemd zijn van de kracht van geloof, omdat ze er niet mee zijn opgegroeid en er zelden mee te maken krijgen. Niet alleen verwerpen ze zelf het bestaan van God, maar ze kunnen zich ook amper voorstellen dat iemand anders werkelijk in God gelooft. In mijn stuk roep ik op om religieus denken niet te veronachtzamen, zeker wanneer het om godsdienstfanaten gaat, zoals jihadisten of jonge-aardecreationisten. Hier is Bouterses bezwaar tegen mijn betoog:

‘Waaraan’, zou ik Boudry vervolgens willen vragen, ‘denk je in de eerste plaats, wanneer je ons oproept religieus denken niet te negeren? Ben je gegrepen door de rijkdom van Augustinus’ filosofie … Vind je dat de middeleeuwse islamitische theoloog Al-Ghazali een paar interessante wetenschapsfilosofische thema’s aansnijdt?’[2]

Dat ik niet over Augustinus en Al-Ghazali schreef, maar vooral over religieus fanatisme, onthulde volgens Bouterse de ‘eigenlijke inzet’ van mijn betoog, namelijk mijn afkeer van godsgeloof. Natuurlijk zou ik de bal makkelijk kunnen terugkaatsen: waarom schrijft Jeroen Bouterse uitgerekend een reactie op een essay van een eenvoudige wetenschapsfilosoof als ik? Wat met al die andere belangwekkende, prikkelende, relevante onderwerpen waarover hij zou kunnen schrijven?

Niemand kan over alles tegelijk schrijven. In dit geval kaderde ik mijn focus op jihadisme in een academisch dispuut over de volgende vraag: geloven religieuze mensen daadwerkelijk wat ze beweren te geloven, of verbeelden ze zich dat alleen maar? Daarover woedt momenteel een discussie onder filosofen en psychologen. Eén strategie om die vraag te onderzoeken, is te kijken naar vrij extreme vormen van religieus gedrag: een zieke die medische hulp weigert, hopend op een mirakel, of iemand die zichzelf opblaast om als martelaar in het paradijs te komen. Bij scholastische wijsgeren, die hun leven grotendeels in hun studiekamer doorbrengen, is het lastiger om uit te maken wat ze écht geloven.

Zoals bij vele denkfouten, kan ‘whataboutism’ soms wel een grond van waarheid bevatten. Als iemand telkens opnieuw voor hetzelfde onderwerp kiest, en daarin nogal selectief te werk gaat, kan dat een vooroordeel of achterliggende agenda verraden. Maar in dergelijke redeneringen kan je al snel doorschieten. Waarom schrijven wij eigenlijk een boek over denkfouten, en niet over klimaatopwarming, walvissenjacht, kruistochten, fiscale fraude…? En waarom staat ‘ad hominem’ eigenlijk niet in onze inhoudstafel? Vinden wij die drogreden soms niet zo kwalijk?


[1] ‘Disbelief in belief’, 3 Quarks Daily, 18 april 2016. bit.ly/2KGfCYu

[2] Jeroen Bouterse, ‘Belangstelling voor religie? Graag, maar dan wel echt!’, Geloof en Wetenschap, 10 juni 2016. bit.ly/2EXWrWo