En Zweden dan?

ZWEDEN: Het Beloofde Land van elke coronascepticus, minimalist en pleitbezorger van kudde-immuniteit. Zag er een tijdje voorbeeldig uit, tot de droom uiteenspatte.

(Een fragment uit ons boek Eerste hulp bij pandemie. Van Achterafklap tot Zwarte Zwaan).

Hoe komt het dat Zweden als enige land is opgenomen in dit lexicon van de pandemie? Wat is er zo bijzonder aan deze bosrijke Scandinavische natie dat ze hier een apart lemma verdient? Het antwoord is eenvoudig. Wie weleens een discussie over de coronamaatregelen heeft gevoerd, weet dat iemand onvermijdelijk vroeg of laat opmerkt: ‘En Zweden dan?’

De thuishaven van IKEA en H&M is het afgelopen jaar uitgegroeid tot het Beloofde Land van al wie een broertje dood heeft aan lockdowns en andere maatregelen, voor de ‘rekkelijken’ die meer heil zien in een soepel beleid met maximale vrijheden. En omdat over Zweden zoveel misverstanden en mythes de ronde doen, moeten we er hier een heus lemma aan wijden.

In bepaalde opzichten is Zweden inderdaad een buitenbeentje. Toen de eerste coronagolf over Europa spoelde, ging het ene na het andere land op slot. Enkele landen grepen al vrij snel naar de noodrem, sommige draalden eerst nog wat, nog andere hebben zich een tijdlang verzet, zoals Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Zij zagen eerst meer heil in de strategie van geleidelijke kudde-immuniteit: voorkom dat je zorgsysteem een enorme piek te verwerken krijgt, maar laat het virus zich ondertussen gestaag verspreiden.

Maar uiteindelijk hebben ook deze landen het idee van kudde-immuniteit opgeborgen en grepen ze naar dezelfde noodrem. Álle landen? Nee, er was één Scandinavisch land dat moedig weerstand bleef bieden aan de groeiende druk voor een lockdown, een beetje zoals het kleine Gallische dorpje van Asterix en Obelix: dat was Zweden. De Zweden bedankten ook kordaat voor het mondkapje, dat grotendeels afwezig bleef uit het straatbeeld. De staatsviroloog Anders Tegnell, de grote roerganger van het Zweedse beleid, groeide al snel uit tot een held onder coronasceptici aller landen. Wat een koelbloedigheid! Wat een moed en standvastigheid!

Dat betekent niet – en hier moeten we al het eerste misverstand opruimen – dat Zweden het virus maar op zijn beloop liet. Anders Tegnell heeft dat zelf meermaals benadrukt. Er waren wel degelijk strenge maatregelen in Zweedse restaurants, cafés, winkels, concertzalen en scholen. Etablissementen die zich niet aan de afstands- en hygiëneregels hielden, werden zonder pardon gesloten door de politie. Dat de Zweedse scholen ‘nooit dichtgingen’, zoals vele sceptici volhielden, is ook een mythe. De lagere scholen bleven het hele voorjaar open, maar de middelbare scholen en universiteiten gingen dicht en schakelden over op afstandsonderwijs. In bepaalde opzichten was Zweden zelfs strenger dan andere landen. In de hele zomer en herfst van 2020 gold een algemeen verbod op publieke bijeenkomsten van meer dan vijftig personen, met stevige boetes en zelfs gevangenisstraffen voor overtreders. In november werd dat zelfs vernauwd tot maximaal acht personen, zonder uitzonderingen voor restaurants en cafés.

De andere aanpak van Zweden had deels te maken met hun grondwet, die niet zomaar lockdowns en andere drastische maatregelen toelaat, al zijn juridische experts het daar niet helemaal over eens. Een ander groot misverstand is dat je een land als Zweden zomaar kunt vergelijken met België en Nederland, of met een willekeurig ander land. De verheerlijkers van de Zweedse aanpak wekken de indruk alsof het enige relevante verschil tussen twee landen bestaat in de viroloog die er toevallig de scepter zwaait. En omdat Zweden nooit een klassieke lockdown invoerde, zonder dat hun ziekenhuizen daar compleet ineenstortten, zou daarmee ‘bewezen’ zijn dat lockdowns tout court overbodig zijn om ziekenhuizen te beschermen, ongeacht de omstandigheden. De boodschap: doe gewoon zoals Zweden en houd je hoofd koel, dan red je het wel.

Maar de liefhebbers van de Zweedse aanpak zien grote verschillen over het hoofd. Ten eerste is er de bevolkingsdichtheid. Die ligt in Zweden maar liefst vijftien keer lager dan in België en negentien keer lager dan in Nederland. Natuurlijk, ruwe cijfers over het aantal inwoners per vierkante kilometer zeggen op zich niet zoveel, want het grootste deel van Zweden is onbewoond, en bijna een kwart van de Zweden leeft in de hoofdstad Stockholm. Daarom kijken wetenschappers naar een maatstaf genaamd ‘geleefde dichtheid’ (lived density). Je rastert het hele land in stukjes van één vierkante kilometer, en daarna beperk je je tot de vakjes waar mensen wonen. De rest, waar alleen maar bos en moeras is, laat je buiten beschouwing. Dat is een veel betere maatstaf om te zien hoe dicht mensen op elkaar leven. Wat blijkt dan? Voor Nederland krijg je een geleefde bevolkingsdichtheid van 546 mensen per vierkante kilometer, voor België 434 en voor Zweden slechts 84. Hoe je ’t ook wendt of keert, de Zweden leven minder dicht opeengepakt dan Belgen en Nederlanders. En hoe meer mensen op een kluitje, hoe meer besmettingen. Er zijn nog meer belangrijke verschillen. België is een doorreisland en een draaischijf van Europese handel, met veel meer internationale verbondenheid dan Zweden. Hetzelfde geldt, in iets mindere mate, voor Nederland. Vanwege de korte afstanden is het binnenlandse verkeer in de Lage Landen ook veel intenser dan in Zweden. Tienduizenden Belgen pendelen elke dag met de trein naar Brussel om te werken, duizenden studenten keren elk weekend terug van kot naar huis. Bovendien knuffelen en kussen wij Belgen en Nederlanders vaker en uitbundiger dan de ietwat afstandelijker Zweden. Nog een reden waarom het coronavirus Belgen veel toffer vindt dan Zweden.

Een ander belangrijk verschilpunt is het vertrouwen dat burgers stellen in de overheid. Dat ligt bijna nergens zo hoog als in Zweden. Als Vadertje Staat iets aanbeveelt, dan doen de meeste Zweden dat gewoon, zonder dat ze daartoe verplicht hoeven te worden. Voor een eigenwijs en koppig volk als de Belgen of de Nederlanders moet je al sneller naar dwang en verplichting grijpen als je iets gedaan wilt krijgen. Als je daar rekening mee houdt, blijken de concrete verschillen in gedrag minder groot dan vaak wordt aangenomen. De Zweden deden voor een groot stuk op vrijwillige basis wat in de rest van Europa door de overheid werd opgelegd: minder sociale contacten, meer afstand, enkel noodzakelijke verplaatsingen.  Kunnen wij in de Lage Landen dan helemaal niets leren van Zweden? Zeker wel, maar dan moeten we een goed vergelijkingspunt hebben. Het toeval wil dat Zweden enkele buurlanden heeft die zich kenmerken door een soortgelijke bevolkingsdichtheid, connectiviteit en cultuur: Noorwegen, Finland en Denemarken. En in tegenstelling tot Zweden kozen deze Scandinavische landen in het voorjaar van 2020 wél voor een lockdown. Als je die vergelijking maakt, dan komt Zweden er behoorlijk bekaaid van af, zoals u ziet op de onderstaande grafiek.

Per miljoen inwoners telde Zweden 4,6 keer zoveel coronadoden als Denemarken, 9 keer zoveel als Finland en meer dan 10 keer zoveel als Noorwegen. En zelfs indien we zo’n sterftecijfer nog steeds aanvaardbaar zouden vinden, kunnen we het niet zomaar vergelijken met een land als België of Nederland, vanwege de bevolkingsdichtheid en andere genoemde factoren. Anders gesteld: een ‘Zweedse strategie’ zoals aangevuurd door staatsviroloog Anders Tegnell zou in België en Nederland veel meer doden veroorzaken dan in Zweden zelf, dat het geluk heeft een nogal eigenaardig land te zijn. En andersom: op het moment dat Zweden zo veel besmettingen per dag zou hebben als wij, zouden ook zij niet anders kúnnen dan aan de noodrem trekken. En dat is precies wat eind november 2020 gebeurde, toen de boel dreigde te ontploffen: alle Zweedse middelbare scholen gingen weer dicht, en alle bijeenkomsten met meer dan acht personen werden verboden. Een maand later ging Zweden zowaar, als allerlaatste land van Europa, het verfoeide mondmasker aanbevelen in het openbaar vervoer.

Maar – zo zal de scepticus nu opmerken – dan heeft Zweden door af te zien van een totale lockdown toch op zijn minst de economische ravages voorkomen waar wij hier mee te maken kregen? Dat valt tegen. We hebben het eerder in dit boek al uitgelegd onder het lemma nevenschade: het virus zelf verwoest de economie, niet zozeer de lockdowns. Ook de Zweedse economie ging tegen de vlakte, net zoals die van andere landen. In het tweede kwartaal van 2020 kromp de Zweedse economie met 8,6 procent, meer dan die van andere Scandinavische landen, maar wel iets beter dan het Europese gemiddelde. Zweden combineert dus de slechtste van beide werelden: duizenden doden en langdurige zieken, én een verwoeste economie op de koop toe. En in tegenstelling tot wat de staatsviroloog Anders Tegnell hoopte, was groepsimmuniteit in Zweden bij het ter perse gaan nog steeds niet in zicht. Voor de bescheiden vrijheid die de Zweden kochten (hoera, nog steeds zonder mondmasker naar het café!) hebben ze een erg zware prijs betaald. (MB)