Onze doorgeschoten voorzichtigheid met AstraZeneca stelt Afrikaanse landen voor een duivels dilemma

  • Opinie

De meeste trombose-experten en andere artsen zijn niet te spreken over de beslissingen van Europese overheden om halsoverkop de inentingen met AstraZeneca stop te zetten. Het gevaar op dodelijke bloedklonters door Covid-19 is immers veel groter dan de eventuele risico’s van om het even welk vaccin. België weerstond lang aan de internationale druk, maar zwichtte vorige week dan toch: AstraZeneca blijft voor vier weken in de koelkast voor wie jonger dan 55 is.

Het verweer van de Belgische overheid? Voorlopig heeft de druk op die pauzeknop toch ‘weinig impact’ op de vaccinatiecampagne, want 65-plussers zijn nu vooral aan de beurt. De enkele jongere mensen krijgen even een ander vaccin. Dus baat het niet, dan schaadt het niet, vermits er geen prik minder gezet wordt? Maar die redenering is kortzichtig. De pauzering van vaccinatie heeft nog andere schadelijke neveneffecten.

Een peiling van TestAankoop wees uit dat het vertrouwen in AstraZeneca zelfs vóór die beslissing al sterk gedaald was. De stopzetting voedt het idee dat er toch iets niet pluis is met het vaccin. Zullen we dat vertrouwen zomaar herstellen binnen een maand? De grootste nevenschade van onze extreme voorzorg, die helaas onderbelicht blijft, speelt zich verder van ons bed af: in Afrika.

Afgelopen weken ontvingen 31 Afrikaanse landen hun eerste ladingen AstraZeneca. Ze werden gedoneerd via Covax, een internationaal initiatief dat coronavaccinaties beschikbaar stelt aan arme landen. In het hele continent zijn duizenden prikposten opgetuigd om de komende maanden 20 procent van de bevolking van levensreddende vaccins te voorzien.

Helaas gaat dat niet overal van een leien dakje. In een aantal landen is de opkomst nog teleurstellend laag. Zo had het Malawiaanse district Dedza zich eerder deze maand opgemaakt om 15.500 prikken te zetten, maar kwamen er slechts 1.823 mensen opdagen.

Achter die lage opkomst, die ook landen als Kenia en Ivoorkust parten speelt, schuilt een wijdverspreid wantrouwen tegen vaccins, dat gaat hand in hand met complotdenken over ‘Westerse’ medicijnen die bedoeld zouden zijn om Afrikanen te beschadigen. Die vaccinatie-angst is verre van nieuw. De afgelopen decennia moest Kameroen een tetanusvaccinatiecampagne stopzetten na geruchten dat het vrouwen onvruchtbaar zou maken. In Oost-Afrika en Nigeria weigerden mensen massaal om hun kinderen te vaccineren tegen polio. De WHO noemde vaccine hesitancy in 2019 een van de tien grootste bedreigingen voor de wereldwijde gezondheid, een veel groter gevaar dan zeer zeldzame bloedklonters bij enkele Europeanen. In tegenstelling tot Europa, heeft Afrika ook niet de luxe om voorlopig tussen vaccins te switchen: in de meeste landen is er énkel AstraZeneca voorhanden.

De afgelopen weken vertelde één van ons aan vrienden in Malawi dat ze met een gerust hart een AstraZeneca-prik konden halen: wij zouden in Europa precies hetzelfde vaccin ontvangen als zij. Na het besluit van België en Nederland staan we met de mond vol tanden.

De schade van doorgeschoten risicodenken is veel verstrekkender dan we beseffen. Hetzelfde geldt voor de beslissing van de Amerikaanse overheid deze week om de inentingen met Johnson & Johnson stop te zetten, waarna de farmareus ‘proactief’ ook de leveringen aan Europa stillegde. Dergelijke beslissingen delen klappen uit in Afrikaanse landen, waar overheden met veel moeite vertrouwen voor het vaccin proberen te winnen. Want ook Johnson & Johnson had een half miljard vaccins aan Afrika beloofd. Deze overheden staan nu voor een duivels dilemma. Stoppen of switchen is geen optie, want de keuzemogelijkheden zijn beperkt. Maar doorgaan is al even riskant: dat zal twijfelaars sterken in hun overtuiging dat het Westen onveilige vaccins in Afrika dumpt die het zelf niet wil. Sowieso hebben westerse landen zich niet van hun meest altruïstische kant laten zien in de race voor de vaccins: het was vooral graaien wat er te graaien viel. Door dat ‘vaccinnationalisme’ kwamen Afrikaanse landen helemaal achteraan de rij te staan, wat de bestaande mondiale ongelijkheid nog vergroot. Met de voorziene dosissen kan Afrika hooguit 20 procent van haar bevolking inenten. Áls die überhaupt bereid is om de arm op te stropen voor een omstreden vaccin.

In een globale wereld is alles met elkaar verbonden. Dat Europese overheden alle vaccinvoorraden naar zich toe trekken, is al erg genoeg. Dat ze met hun doorgeschoten voorzichtigheid ook het vertrouwen elders het wereld aantasten, maakt het nog erger. De beslissing om AstraZeneca hier op pauze te zetten – zelfs maar voor even – heeft wél ongewenste bijwerkingen. Al is het dan ver weg.

(Met Mirjam Vossen in De Morgen, 17 april 2021)