Superieure meningen?

De redactie van De Morgen ontving kennelijk veel reacties op mijn toespraak over de “superioriteit” van onze samenleving. Hier legden ze een bloemlezing aan. De briefschrijvers – voornamelijk academici – maken enkele interessante punten (bv. over David Foster Wallace en zelfgenoegzaamheid), maar ik lees vooral veel semantische haarkloverij over het begrip “superieur” en vernuftige vormen van moreel relativisme. 

Eerst over het woord “superieur”. Dat betekent gewoon “voortreffelijk, uitmuntend, beter”. In mijn tekst ging ik zelfs nog verder dan “superieur/beter”, ik koos namelijk voor het superlatief “best”, zoals in de zinsnede “de beste van alle totnogtoe beschikbare werelden”. En inderdaad, zoals verschillende briefschrijvers opmerken, het woord “superieur” impliceert het bestaan van iets “inferieur”. Die woorden zijn gewoon antoniemen. De briefschrijvers doen alsof ze me daarmee op iets onwelvoeglijk betrappen, maar ik heb er geen enkel probleem mee om het woord “inferieur” in de mond te nemen. Een communistische dictatuur en een wahhabistische theocratie zijn zonder enige twijfel “inferieur” aan de liberale democratie waarin wij leven. 

Maar die eenvoudige waarheid erkennen, of zelfs erkennen dat er iets als “waarheid” bestaat, daar hebben sommige briefschrijvers het lastig mee. De radicale islam is gewoon een “spookbeeld” in mijn hoofd, volgens mijn collega’s Fien De Block en Pieter Present. En volgens Tim Christiaens dan weer zijn liberale en illiberale samenleving niet “fundamenteel verschillend”, aangezien beiden de vrijheid beknotten en zelf de “wapens in handen houden”. En is het niet tekenend, aldus Jonas Decloedt, dat ook de terroristen van Islamitische Staat in hun eigen “superioriteit” geloven? Guilt by association voor gevorderden, heet dat.

Tot slot nog over het citaat dat De Morgen tot titel van de rubriek heeft gebombardeerd, blijkbaar omdat ze vonden dat het de grondteneur van de reacties weergeeft: “Misschien vindt Maarten Boudry andere meningen wel inferieur, wie weet?”. Het loont de moeite om de volledige passage te lezen:
…de uitspraak van Rutten is helemaal geen waarheid, het is een mening. Spijtig dat Maarten Boudry – nochtans een zelfverklaarde verdediger van meningsuiting – zijn eigen mening voorstelt als een waarheid en zich zo zondigt aan debatmanipulatie door andere meningen monddood proberen te maken. Misschien vindt hij die andere meningen inferieur, wie weet?

Inderdaad, een mening die zo hopeloos verward is over begrippen als “waarheid” & “vrije meningsuiting” zou ik inderdaad als “inferieur” bestempelen. Iemand die een waarheid uitdraagt en verdedigt, beknot volgens Jonas Decloedt dus de “meningsvrijheid” van anderen die het daar niet mee eens zijn, en bedrijft een vorm van “debatmanipulatie”. Waar te beginnen?

Dit soort reacties toont helaas aan hoe ver het betonrot genaamd “relativisme” is doorgedrongen in de academische wereld, samen met de westerse zelfkastijding en de wafelijzermoraal