De student en de coelacant

(De Morgen – 3 maart 2015)
De coelacanth is een kwastvinnige vissoort waarvan het laatste exemplaar, zo meenden biologen lange tijd, aan het einde van het Krijt rondzwom, ongeveer 66 miljoen jaar geleden, toen een inslaande asteroïde drie kwart van alle levende soorten van de aard- en zeebodem wegvaagde. Tot een Zuid-Afrikaanse biologe in 1938 tot haar stomme verbazing een vers exemplaar ontdekte in de netten van een lokale visser. Organismen die er al miljoenen jaren uiterlijk hetzelfde uitzien, staan bekend als “levende fossielen”. Alsof ze uit het paleontologisch museum zijn ontsnapt en tot leven gewekt.
In mijn studententijd liepen ook een aantal levende fossielen rond: studenten die al sinds mensenheugenis in dezelfde aula’s vertoefden en dezelfde cursussen doorploegden, alsof de tijd was blijven stilstaan. Velen overleefden hun eigen proffen. Op deze eeuwige studenten, zo kopte De Morgen gisteren, wil Minister Hilde Crevits (CD&V) nu de “jacht openen” (DM 2/3). In feite is het jachtseizoen is al een tijdje geopend. Aan de KULeuven mogen studenten zich vanaf volgend academiejaar enkel herinschrijven voor dezelfde opleiding op voorwaarde dat ze voor minstens 30% van de vakken slaagden. Aan de UGent worden studenten na twee jaar aanmodderen geëvalueerd: wie voor minder dan 75% van de vakken uit het eerste jaar slaagde, mag de studieboeken opbergen.
Sommige studenten glippen echter door de mazen van het net en versluizen naar andere universiteit, alwaar ze zich opnieuw inschrijven voor dezelfde opleiding. Deze verloren gewaande studenten wil Crevits met haar nieuwe maatregel alsnog opvissen. Een centrale databank moet inzage bieden in het afgelegde studieparcours van instromende studenten. Op die manier kan de universiteit of hogeschool de slaagkansen van een kandidaat beter inschatten, en zo nodig strengere voorwaarden opleggen, of de inschrijving zelfs helemaal weigeren.
Bij rectoren en schooldirecteurs weerklonk gejuich, op de studiebanken vooral gemor. Studentenverenigingen vrezen dat deze maatregelen de “studiekansen zal beperken”. Een student moet de kans krijgen om met een schone lei te beginnen. Daar hebben ze natuurlijk gelijk in: de vraag is hoeveel keer diezelfde lei moet schoongeveegd worden.
Een studierichting, zo luidt het voornaamste argument van de studentenverenigingen, heeft niet noodzakelijk hetzelfde profiel aan verschillende instellingen. Dat de ene universiteit je herhaaldelijk flest, sluit niet uit dat de andere je een diploma zal uitreiken. Dat klinkt nogal speculatief: zou de ene universiteit totaal verschillende artsen, sociologen en ingenieurs produceren? Heeft een mislukt parcours aan de ene hogeschool geen enkele voorspellende waarde voor het succes aan de andere?
Natuurlijk legt elke opleiding eigen klemtonen, afhankelijk van de instelling. Bij mijn eigen studierichting destijds – filosofie – lagen de tradities van Leuven en Gent nogal ver uit elkaar. (De Gentse vakgroep, zoals iedereen inmiddels weet, brengt enkel neo-positivistische Verlichtingsfundamentalisten voort). Maar ook daar kunnen universiteiten rekening mee houden, wanneer ze zo’n doorgewinterde student met een hobbelig parcours aan het inschrijvingsloket krijgen. Een centrale databank die inzage biedt in het studiepalmares van de kandidaat, hoeft niet noodzakelijk de deur tot herkansing dicht te slaan.
Niemand heeft er baat bij dat studenten hun tijd verspillen aan een opleiding die niet voor hen is weggelegd. Noch de aanmodderende student zelf, noch de tot wanhoop gedreven docent, noch de samenleving die voor het onderwijs opdraait. Dat geldt zelfs voor filosofie. Iemand die in Gent zijn of haar innerlijke filosoof niet ontdekt, zal zich in Leuven niet plots tot een briljante wijsgeer ontpoppen. Beter dan dezelfde lei telkens opnieuw schoon te vegen, is om met een andere lei te starten. De oprichting van een centrale databank kan studenten aanmoedigen om zich sneller te heroriënteren en een opleiding te vinden die aansluit bij hun talenten en vaardigheden. Precies dezelfde opleiding aanvatten, aan een andere universiteit, heeft weinig zin. 
Dat is alsof Sisyphus dezelfde steen eens op een andere berg zou rollen.