Hoeveel leugens en verdraaiingen kan je in één stuk persen? Michiel Leezenberg moet gisteren een record gevestigd hebben in zijn reactie op mijn interview voor 180°. Dat ik mijn “openlijke afkeer” zou geuit hebben over het idee van de “gelijkwaardigheid van alle mensen”, is pure laster. In het interview zeg ik letterlijk dat dat principe voor mij “een nobele gedachte blijft”, wat betekent dat ik er nog steeds 100% achter sta. Nergens heb ik beweerd dat de islam “typisch en onveranderlijk” is. Ik sprak in tegendeel mijn vertrouwen uit dat de islam een liberale “inhaalslag” zal maken. Nergens heb ik ontkend dat het hedendaagse islamitisch fundamentalisme een “tegenreactie” is op de moderniteit, en in die zin een “modern” verschijnsel. In mijn boek Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat werk ik precies die stelling uit, waarbij ik parallellen trek met de opkomst van het christelijke fundamentalisme aan het eind van de 19de eeuw. Dat is iets anders dan de bespottelijke stelling van Leezenberg dat islamitische terrorisme een “product van de Verlichting” is. Die houding is vintage regressief-links: als ze dan toch toegeven dat er haat en geweld wordt gepleegd in naam van de islam, dan is het altijd de schuld van de Verlichting, of van het secularisme, of van het Westen.
Leezenberg ontkent dat de islam de doodstraf voor geloofsafval voor schrijft. In werkelijkheid stipuleren alle vier de soennitische rechtsscholen precies die straf, op basis van verschillende koranverzen (o.a. soera 4:89 en 9:11-12) en meerdere hadith, die expliciet de doodstraf voorschrijven. Tot in de 20e eeuw was dat ook het standpunt van de overweldigende meerderheid van islamitische rechtsgeleerden, zowel soennitisch als sjiitisch. Maar dat alles is natuurlijk zonder apologeten als Leezenberg gerekend, die zich in alle bochten zal wringen om de Heilige Teksten vrij te spreken. Het was diezelfde Leezenberg overigens die een tijdje geleden suste dat salafisten gewoon een soort “islamitische hipsters” zijn, omdat beiden de “verzorging van baarden” belangrijk vinden, en dat het salafisme “weinig met theologie te maken heeft”. Is er werkelijk nog iemand die deze wereldvreemde nonsens gelooft, buiten de apologetische kliekjes in academia?
Collega Leezenberg illustreert op treffende wijze het punt dat ik maakte in het interview: regressief-linkse ideologen, die in de bres springen voor reactionaire religies en die geen gelegenheid onbenut laten om de westerse Verlichting te beschimpen, vind je bij uitstek in de academische wereld, met name in de menswetenschappen. En wie zich in die kringen durft uit te spreken tegen islamitische geïnspireerde haat en geweld, krijgt een hoop leugens en verdraaiingen over zich heen, en wordt uitgespuwd voor een “islamofoob” en halve racist.