(Interview in De Morgen over de toekomst van links)
Voor Maarten Boudry is het duidelijk: links mag niet langer de kop in het zand steken als het over multiculturele zaken gaat. En niet alle bezorgde burgers wegzetten als racistisch klootjesvolk. “Kijk naar wat er vorig jaar gebeurde in Keulen. Daar was de eerste reflex dat er vooral niet uitgesproken mocht worden dat het wat te maken had met migratie of islam. Of de aarzeling van de CIA om de laatste telefoongesprekken vrij te geven van de dader van de schietpartij in een homoclub in Orlando. Want in die gesprekken ging het over de islam.”
Links moet dringend af van de bijna automatische reflex om minderheden in bescherming te nemen, vindt Boudry. “Over de islam mag je niets slecht zeggen, want dat is de religie van een onderdrukte minderheid. Dat komt bij de mensen over alsof de moslims een voetje voor hebben, alsof ze altijd net iets meer mogen. En dat gevoel wordt dan gerecupereerd door Trump of andere populisten.”
Vooral de uitholling van het begrip racisme doet links de das om. “Linkse mensen zoals ik zijn goedzakken. Niets intimideert ons meer dan de term racisme, omdat we geen enkel gedachtegoed méér verafschuwen. Dat is onze heilige schrik: voor racist worden versleten. Het is in ons hoofd dan ook beter om moslims te ontzien en, meer nog, hen een speciale voorkeursbehandeling te geven om zeker maar niet de indruk te wekken dat je hen zou kunnen benadelen.”
”Mensen die uitgesproken links zijn, maar zich weleens kritisch uitlaten over islam of minderheden worden meteen opgepeuzeld, gedemoniseerd. Ze worden vooral verweten “extreemrechts in de kaart te spelen”. “En over jihadisme worden steeds dezelfde socio-economische verklaringen afgerammeld: ‘Radicalisering is een verhaal van achterstelling en frustratie. Dat riedeltje klinkt sympathiek maar mensen geloven dat niet meer.
”Mensen zijn ook bang. Bang dat ze straks allemaal Arabisch gaan moeten spreken, dat hun dochters en vrouwen straks een hoofddoek op moeten. Die angst is overtrokken, maar in plaats van die zorgen ernstig te nemen, doet links die af als racistisch of islamofoob. Daardoor blokkeer je de discussie volledig, of laat je ze over aan rechts.
”Louter de zaken benoemen kan volgens mij rechts echt de wind uit de zeilen nemen. Die vrome praat over ‘barbaren’ en ‘nihilisten zonder religie’ en ‘gestoorde mannen’ en ‘pas d’amalgames’, daar trapt niemand meer in. Mensen voelen zich ook als idioten behandeld als je de waarheid met de mantel der liefde bedekt. ”Kijk naar de overwinning van Donald Trump. De economische diagnose die zegt dat Trump aan zijn overwinning werd geholpen door de ‘verliezers van de globalisering’, klopt niet volgens Boudry. “De exitpolls tonen dat de gemiddelde Trump-kiezer niet arm en laaggeschoold is.
De polls tonen dat de belangrijkste beweegredenen ‘immigratie’ en ‘terrorisme’ waren. Niet toevallig thema’s waarover het klimaat van politieke correctheid het meest verstikkend is. ”Obama en Clinton kregen het niet over hun lippen om de term ‘islamitisch’ uit te spreken in de context van jihadterreur. Hun riedeltje was: de islam is een religie van vrede en heeft niets te maken met IS. Begrijpelijk vanuit politiek oogpunt, maar de gevolgen zijn wel catastrofaal. Want Trump had maar in het gat te springen.”
”Links moet consequent zijn. Net zoals het vroeger de katholieke kerk heeft aangepakt op thema’s als homorechten, abortus en man-vrouwgelijkheid, moet ze volgens Boudry nu ook de strijd aangaan met de orthodoxe islam. Pas door de zaken te benoemen, kan er een open dialoog worden gevoerd over de religieuze wortels van homohaat, vrouwenonderdrukking, haat tegen ongelovigen en antisemitisme.
”Links kan het zich niet meer permitteren om nog langer politiek correct te zijn. Het moet proberen op een gezonde manier duidelijke standpunten te verwoorden over islam, radicalisering en integratie. Bied mensen een geloofwaardig alternatief voor de knettergekke voorstellen van Trump en Wilders.”